je zit in de klas tijdens (vak) terwijl je uit het raam naar (voorwerp) kijkt, springt er opeens een (dier) op je tafel. 'hoi' (manier van praten)zegt (zelfde dier als net), jij moet het volk van de tuinkabouters redden. terwijl (leraar)verder lult over het nut van het tellen van blaadjes aan een dennenboom (wat dus niet bestaat: jammerlijk genoeg is daar weinig over te melden en is de leraar waarschijnlijk snel uitgepraat. maar dat doet er niet toe :P)klim jij uit het raam. je (manier van lopen) achter de tuinkabouter aan. na een lange tocht door (landschap) komen jullie bij een ( bijvoeglijk naamwoord) tuin aan. (emotie) door dit verbijsterende schouwspel (manier van lopen) je de tuin in. plotseling staat (quizletuser) naast je, en (manier van praten) 'zo, jij bent dus de afgezant die de tuinkabouters moet redden' zegt hij/zij vol (emotie) 'kom maar mee, dan laat ik je hun (iets waar je in kunt wonen) zien.' samen lopen jullie om een rots heen. 'luister goed naar mij. je mag nu geen stap meer verzetten, anders betekent dat de ondergang voor de tuinkabouters.' juist als je (emotie) besluit om stil te blijven staan tot in de eeuwigheid, zie je een paar meter verderop (eten) liggen. je kunt de verleiding niet weerstaan, en rent er naartoe. 'nee!!!' (manier van praten) de quizletuser, 'je hebt de kabouters verpletterd!!' (emotie) kijk je onder je voet, en je ziet idd allemaal dode, vertrapte tuinkabouters.als je je omdraait, is de quizletuser in (familielid) veranderd. je pakt een (wapen) en juist als je wilt beginnen met s vechten, gebeurd er een (natuurramp) je wordt meegesleurd/getrokken/gevoerd, en wordt door het enorme natuurgeweld door het raam van je klaslokaal gegooid. 'en waar kom jij vandaan?' vraagt de ( bijvoeglijk naamwoord) leraar. 'oow, even (werkwoord)' antwoord je (emotie). '(scheldwoord)' zegt de leraar, kom na schooltijd maar even (werkwoord)

Reageer (1)

  • QueenMe

    Je zit in de klas tijdens Duits. Terwijl je uit het raam naar een vleesetende plant kijkt, springt er opeens een aap op je tafel. 'Hoi' hinnikt de aap, 'jij moet het volk van de tuinkabouters redden.' Terwijl mevrouw de Jager verder lult over het nut van het tellen van blaadjes aan een dennenboom (wat dus niet bestaat: jammerlijk genoeg is daar weinig over te melden en is de leraar waarschijnlijk snel uitgepraat. maar dat doet er niet toe) klim jij uit het raam. je huppelt achter de aap aan. Na een lange tocht door bergen komen jullie bij een miniscule tuin aan. Verward door dit verbijsterende schouwspel strompel je de tuin in. Plotseling staat Zwielicht naast je, en zegt met een bekakte stem: 'Zo, jij bent dus de afgezant die de tuinkabouters moet redden.' Zij zegt het vol woede. 'Kom maar mee, dan laat ik je hun dozen zien.' Samen lopen jullie om een rots heen. 'Luister goed naar mij. Je mag nu geen stap meer verzetten, anders betekent dat de ondergang voor de tuinkabouters.' Juist als je vrolijk besluit om stil te blijven staan tot in de eeuwigheid, zie je een paar meter verderop drop liggen. Je kunt de verleiding niet weerstaan, en rent er naartoe. 'Nee!!!' gilt Zwielicht, 'je hebt de kabouters verpletterd!!' Geschrokken kijk je onder je voet, en je ziet inderdaad allemaal dode, vertrapte tuinkabouters. Als je je omdraait, is Zwielicht in je oma veranderd. Je pakt een machinegeweer en juist als je wilt beginnen met vechten, gebeurt er een tsunami. Je wordt meegesleurd/getrokken/gevoerd, en wordt door het enorme natuurgeweld door het raam van je klaslokaal gegooid. 'En waar kom jij vandaan?' vraagt de vergrillende (zelf bedacht!) leraar. 'Oow, even mijn haar wassen,' antwoord je vrolijk. 'Haarwassenaar,' zegt de leraar, 'kom na schooltijd maar even mijn teennagels knippen.'

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen