Two.

'Een bolletje bananenijs, en een bolletje chocolade-ijs.' vroeg ik keurig aan de man. Ik pakte de ijsjes aan, en legde twee euro's op de toonbank. Een gaf ik er aan Christy. 'Zo, waarom wilde je in dit hotel werken?' vroeg ik. 'Nou, al sinds ik klein was, nam mijn vader elke keer als hij naar dit hotel ging, een brochure mee. Ik heb er honderden van liggen.' zei Christy. Ik voelde getril in mijn zak. Snel haalde ik mijn mobiel uit mijn zak. 'Ja, vader?' 'Je had allang terug moeten zijn, meneer Bold is er.' Ik hing gelijk op. 'Ik moet gaan. Dag, Christy.' zei ik, en zette het op een lopen. Eenmaal bij het hotel aangekomen, stond er een man in een net pak in de hal. Vader stond erbij. 'Zo, waar is mijn lieve dochter Christy gebleven?' vroeg de man. Hij was de vader van Christy. Helemaal nat en doorweekt kwam Christy de hal binnen. 'Ik liep over het strand, en toen werd het vloed!' riep ze boos. Meneer Bold lachte, en sloeg een arm om haar heen. 'Je was een koffer vergeten, lieveling. Ga je nu maar omkleden.' zei meneer Bold, en gaf de koffer aan Christy. Christy liep boos naar haar slaapkamer. Meneer Bold liep naar buiten. Snel liep ik achter Christy aan, om het goed te maken.