Dit deel van het verhaal vertelt een stuk over hoe Lyron, Rivatha gevonden heeft. Niet alleen dat deel wordt verteld, maar ook het deel van hoe Lyron aan de naam Savior is gekomen. Dat en nog veel meer lees je in dit deel.


Voor

Voor de duizendste keer viel ik op de droge vlaktes. Mijn lichaam was droog van de hitte. Water had ik niet, maar ondanks ging ik door. Het maakte niet uit of mijn lippen gescheurd waren door de droogte of hoe mijn handen schraal en vervelde. Het maakte niet uit of ik het zal overleven, want ik was toch mijn familie verloren. Athena en Savior, mijn ouders waren omgekomen in de oorlog. Mijn zusje, mijn betrouwbare tweelingzusje had ik achtergelaten bij een vogel. Eerst wilde ik teruggaan om haar te halen, maar later had het toch geen nut.
De laatste stappen die ik zette voelde als lood en ik keek omhoog of er een wolkje voorbij dreef, maar in deze tijd was het gewoon onmogelijk. Ik bedachte me eerstom in een draak te veranderen, maar daarvoor had ik genoeg kracht nodig en ik wist niet meer hoe dat moest. Ik wild nog een stap zetten als ik van vermoeidheid op de grond viel. Ik voelde de hete gond op mijn gezicht en draai me snel om en bekijk mijn broek die gescheurd was. Zuchtend of eerder hakkelend gaf ik de moed op en bleef op de hete grond zitten. Mijn lichaam riep naar water, todat er een gedaante uit het niets kwam en me optilde. 'Arme schat,' zei een oude stem. Ik lag op zijn armen en hij droeg me naar een wagen waar een os voor gespannen was. Liefelijk loeide de os en ik keek naar het dier. Hij was groot en twee lange hoorns kreulde naar achter. 'W.Wi..Wie...Bent....' De man gebaard dat ik niks moest zeggen en legde me op de kar en gaf me de waterfles aan. 'Drink, maar niet te veel anders verdrink je,' zei hij en nu kon ik beter zien wie hij was. Het was een oude man met grijs haar en een volle baard, zijn gezicht zat vol rimpels en hij droeg luchtige kleding. Ik maakte de fles open en liet zachtjes een stroompje water door mijn mond stromen. Het voelde koel en goed aan. 'Hier verderop is een vennetje daar kan je je wassen,' zei hij en ging op de bok zitten en dreef zijn os aan. 'Mag ik misschien v..Vragen wie u bent,' zei ik nog met een droge stem. 'Ik ben Adam,' zei hij en ik probeerde naast hem te gaan zitten. 'Jij ziet er bijzonder uit. Het is jaren geleden dat ik iemand gezien heb met zoon wit haar,' zei hij. Ik keek hem aan en probeerde met moeite te glimachen. 'Drink,' zei hij en ik liet weer een stroompje water door mijn keel glijden.

Het duurde niet lang tot we aankwamen bij een klein meertje. Ik was al aangesterkt, maar zei niks. Mijn keel was weer in oorde en was als eerste die van de kar naar het meer toe rende. Ik stopte voor de rand en keek de man aan. 'Het zou je goed doen,' riep hij en begon de os los te maken. Ik begon met het uit trekken van mijn shirt als ik de man een geschrokken kreet hoorde. Ik keek snel achterom en zag dat hij me met grote ogen aankeek. 'Dat kan niet, ik dacht dat, maar het is onmogelijk,' stamelde hij. 'Wie ben je?' Vroeg de man ineens. Ik trok verder mijn shirt uit. 'Ik ben Lyron hoezo?'
De man zijn ogen werden nog groter dan daarnet en trok uit zijn riem een mes. Ik keek naar het mes. 'Het spijt me maar...' Met een snel gebaar kwam de man overeind en haalde uit met het mes. Ik voelde dat ik te laat was en zag dat er een diepe snee over mijn borst liep. Ik zakte op de grond en keek de man met doodsbange ogen aan. 'Het spijt me maar dit is voor Gabora,' zei hij met verdriet en stak de mes in mijn borst.
ik keek van de man naar het mes en viel achterover het meer in. Ik zag dat de lucht wazig werdt en verdween in een totale duistenis.

'tollere sanguinem. Trans vulnus. Da virtutem vitae,' fluisterde iemand. ik opende langzaam mijn ogen en zag dat ik niet meer in het water lag. Om mijn borst was een verband gebonden en nu zag ik dat ik in een kamer lag. Met een schok schoot ik wakker en keek om me heen todat mij blik viel op een jong meisje van tien jaar. 'Waar ben ik?' Vroeg ik en het roodharig meisje antwoorde met een prachtige stem. 'Ik ben Rivatha dochter van Rivathy en je bent in mijn moeders kasteel,' zei ze. 'Rivatha laat de gewonden gaan,' zei een stem vanuit de kamer. Ik keek die kant op en zag een prachtige vrouw staan met sluik wijnrood haar en doorzichtige ogen.
'Hoe voel je je,' zei ze. Ik knikte. 'Wie ben je?' Vroeg het meisje.
Ik slikte ' ik ben Lyron Phoenix, mevrouw.' De ogen van de vrouw werden groter.
'Welkom en maak je gelukkig,' zei ze en liet een bescheiden lachje horen.


Rivatha was de dochter, maar nu vraag je je vast af hoe Lyron aan zijn vloek kwam, als je wist wat de woorden van de zegen in het latijns betekent dan had Lyron nu niet ervloekt geweest. Doordat Rivatha probeerde om hem te zuiveren, liet ze zijn ziel de duisternis kennen. Rivatha deed het niet om de macht te krijgen, maar om hem te redden van haar moeder die wel weer de macht wilde. De zin ' Gabora zegend degene die doet helpen vertrouwen' werdt in de taal van hun als spreuk gebruikt om iemand te zuiveren. Rivahta werd toen Lyron bijna stierf aan de wond die niet genezen werd, verkeerde woorden gebruikt. Maar wat er vreemd aan is dat het nooit vertaald is, dus wat het inhoud is dat Rivatha zo gemanipuleerd werd dat ze dacht van dit is het leven, ik wil macht.

Reageer (1)

  • cookie00

    Echt heel mooi geschreven in het begin had je het gevoel van medeleven daarna van geluk dat hij geholpen werd dan verbazing voor het opeens verraden en verwonden.
    En als laatste de blijdschap dat het goed komt en de vraag hoe gaat het verder
    Dus snel verder

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen