Ik rende door een massa groen. Het flitste voorbij maar werd niet wazig. Het bos was groot maar ik kon zelfs het kleinste geluid horen. Ik was op jacht. Ergen aan de rand van het bos hoorde ik iemand mijn naam roepen. `IRIS!!!’ ik letten er niet op en rende door. Het geroep begon weer maar dit keer verstond ik het beter. ik wist wie mij roep, en ook waarom. Het was Esmée en ze riep mij omdat ik al 4 uur op jacht was en ze vond dat ik nu wel terug mocht komen. Pas 3 minuten nadat ze voor het eerst hat geroepen stopte ik. Ik was bij het voetpad aangekomen en er liepen net drie wandelaars langs. Ik hield ze een tijdje in de gaten terwijl ze in zo`n sloom tempo dat een slap de nog bij kon houden. Na een tijdje (1 minuut dus) stond Esmée opeens naast me. Toen ik naar haar op keek zag ik dat haar ogen glommen helder rood, en haar kastanje bruine haar zat perfect zoals bijna altijd. Warschijn had zij net gejaagd want zij deed dat altijd heel snel in tegen stelling tot mij. Maar het was dan ook een feit dat zij veel ouder was dan ik. Ik leek wel ouder dan Esmée.
‘Esmée! laat me! Ik heb al wat op het oog, hoor!’ zei ik geërgerd.
‘Iris, het is al bijna half zeven we moeten zo naar school’ zei ze
‘je bent m`n moeder nie, en zeur niet zo! Ess’ zie ik bits
intussen liepen de mensen rustig door zonder te weten date er 2 vampiers jagen waren.

‘hartelijk bedankt, nu loopt mijn eten voor 2 dagen weg’ zij ik lichtelijk geïrriteerd. En rende met een bovennatuurlijk snelheid achter de mensen aan. In een flits stond ik voor de mensen. De mensen schrokken zich dood. Ik ontblote mijn tanden en schoot maar de voorste man toe. De ogen van de man vlogen open toen hij mijn nogal heel puntige hoektanden zag. Ik pakte de man bij de schouders en schudden voor mijn gevoel zacht maar voor zijn heel hard door elkaar.
‘weet je wàt ik ben?’ vroeg ik
de man aarzelde en zei ‘ja eng’
ik schudde hen nog eens door elkaar en dit keer voor mijn gevoel stevig. Ik vond het vaak leuk om met mijn prooien te spelen.
‘kom op, zeg! Even na denken, gozer!’ zei ik wijzend op mijn hoektanden. De ogen van de man die toch al groot waren werden nog groter en toen stoten hij uit ’v-v-vampier!!!!’. De twee mannen achter hem die verstijft van angst waren stonden nu te lachen en de langste zei ‘Peter, je je spreekt wartaal door het bier van net, die meid wou gewoon kijken of mensen bang voor haar zijn, ze heeft gewoon neptandjes gekocht in de fop-winkel. In het echt is het een dood gewoon meisje’
ik rolde met mijn ogen. Mensen zijn altijd het zelfde, dom en smakelijk (nou, bijna alle mensen dan). Ze snappen het verschil tussen mens en vampier gewoon niet.
‘Jo, die peter heeft toevallig wel gelijk! ik zal het bewijzen’ zei ik en ik zette mijn tanden in peters slagader die de longen uit zijn lijf gilden dat in 5 seconde over ging in een soort gegorgel toen het bloed zijn longen vulden. Zijn bloed smakte niet erg lekker zo te proeven hat hij net een liter bier op, jech. Toen hij leeg was zag ik dat de andere mannen van hun stokje waren gegaan die spartelde niet meer tegen. Toen ik de anderen ook leeg had gezogen ging ik weer naar huis. Toen ik thuis was vloog Meden een klein slank meisje met stijl goud bruin dat dik 80 centimeter was op me af en omhelsde me. Toen ik haar omhelzing had beantwoord zei ze ‘Is, schiet op, het is bijna tijd’
‘shit, het is al tien voor half acht! Stomme mens, ze hielden me op!’ zei ik.
Ik gromde naar de klok en schot als een pijl uit een boog naar m`n kamer .ik renden ik mensen tempo door mijn kamer naar mijn badkamer. Toen ik in mijn enorme spiegel keek kom ik wel gillen. Mijn haar was een grote rode klit. En dat had ik weer! Ik pakte mijn anti-klit mouse en spoot ruim de halve bus in mijn haar leeg en borstelde het door mijn haar toen mijn haar honderd procent klit vrij was spoort ik er nog wat super krul in om mijn krullen nog wat mooier naar voren te laten komen. Toen mijn haar in mooie pijpenkrullen rond mijn gezicht en tot mijn middel vielen, was ik pas tevreden met mijn kapsel. Toen pakte ik mijn foundations en smeerde het op mijn gezicht zodat ik niet zo bleek zag. Ik pakte mijn lenzen en deed ze in mijn ogen mijn super zicht werd om middellijk wazig. Ik gromde heel zachtjes. Ik horde heel zachte voetstapjes op de trap. Toen de deur open ging zag ik Meden achter me staan. Het kleine goud harige meisje naar me toe en zei ‘Is, je moet opschieten iedereen zit op je te wachten, en er is op de een of andere manier een spanning die ik niet kan plaatsen’
ik wist waarom sommige van ons zenuwachtig waren omdat er de laatste dag voor het weekend had er een jongen on zij vinger geknipt en werd het Meden, mij en Noël (mijn vriendje) even teveel en gingen met de smoes “ik voel meniet lekken” naar huis. Maar goed maar Meden kwam me dus halen.
‘Med, please mag een vampier ook zijn privacy’ zei ik
‘natuurlijk’ zei ze en draaide zich om en huppelde de deur uit. Ik liep achter haar aan naar mijn kamer die echte een zooitje was. Ik was heel blij dat ik niet kon zweten anders had het er nu naar zweetvoeten geroken, maar nu rook het er naar de zoete geur van bloed dat ik op mijn kleding had gemorst. Yden (een soort van de vrouw des huizes) vond dat ik mijn kamer moest opruimen. Helaas, had ik maar een bed dan kon ik alles onder het bed schuiven sprei erover en voilà schijn opgeruimde kamer. Ty, Meden en Noël , hadden wel een bed maar ik heb wel de grootste kamer voor mij alleen niet zoals Ty en mirty die een kamer moesten delen. Maar het was dus een super troep in mijn kamer. Ik trok mijn jacht kleding uit en zocht wat kleding dat in mijn kamer lag en niet vies was en zocht mijn leuke lage hakjes bij elkaar. Ik had net het 2e hakje gevonden toen Yden riep ‘Iris! Kom naar beneden, school!’
‘wacht even, bijna klaar! ’riep ik terug ik liep naar mijn wandspiegel en bekeek me zelf in de spiegel en keurde mijn model-achtige lichaam goed. Terwijl ik naar beneden sprintte griste ik mijn tas die boven aan de trap stond van de vloer, racete de trap af en sprong de laatste zes treden van de trap af en kwam zo licht als een veertje neer zodat je alleen het zachte getik van mijn hakjes hoorde en pakte mijn jas van de kapstok.
‘zo, dat duurde lang! Hoe lang doe jij over je haar?’ vroeg Mirty verbaast
‘ja, sorry hoor! Mijn haar moet gewoon goed zitten. Vind jij je haar dan niet belangrijk?’ vroeg ik terug. Terwijl ik mijn hand door mijn rode krullen haalden. ‘natuurlijk wie niet? ze terwijl ze met haar ogen rolden
‘Is, Med, mirt! Jasper en Ty zitten al in de auto.’ zei Esmée die haar hoofd om de hoek de deur naar de garage stak.
‘kom je?’ vroeg ik aan meden en ze huppelde naar de deur en kinkte. Toen we de enorme garage in liepen zag ik dat Jasper al achter het stuur in mijn Audi zat ‘Jasper ik wil graag mijn auto zelf besturen, als je het niet erg vind.’ Zei ik. Jasper schoof met tegenzin op, en ik plofte op de bestuurdersstoel. Ik starten de motor en reed de garage uit. Naar de snelweg die naar San Francisco ging. Toen we bij onze school waren, San Francisco`s highschool waren. We stapte uit en keken even rond. Plots zag ik dat Medens ogen zo zenuwachtig over de parkeerplaats gaan dat ik automatische op zoek ging naar het probleem. En toen rook ik het, bloed. Een meisje had haar hand open gehaald aan haar sleutels. Meden wou net op het meisje af springen toe ik mijn armen als stalen klemmen om haar armen en middel sloeg. Ze probeerde zich verwoed uit mijn bijna letterlijke ijzeren greep te bevrijden, maar met weinig succes. Er had zich een groep mensen om ons heen verzameld, dat geboeid keek hoe Meden zich uit mijn armen probeerden te worstelen. Ty kwam me helpen door voor haar te gaan staan met zijn gezicht naar haar toe. Meden gromde toen ik mijn toch al ijzeren greep verstevigde.
‘Med, de mensen kijken’ fluisterde ik ni haar oor. Ze worstelde abrupt minder, en na 2 minuten was ze weer helemaal rustig. we gingen we naar onze lessen. Mijn eerste les zat ik bij wiskunde samen met Meden en Jasper. Toen we bij het lokaal waren aangekomen zag ik dat het meisje die haar vinger had open gehaald op de parkeerplaats bij het lokaal staan.
‘ik ga nu wel naast Meden zitten, voor de zekerheid’ fluisterde Jasper tegen mij. Ik hoorde dat Meden naast me niet meer ademde. Ik prees haar fluisterend. Dat kan ze vast nog wel even vol houden. Toen ik het lokaal ik liep zag ik dat er nog maar een plek vrij was, de plek naast het meisje van de parkeerplaats. Yeay, en dat had ik weer. dus ik ging maar naast haar zitten. En daar bleek dat wat er op de parkeerplaats was gebeurt de hele school door gegaan. Toen meneer King (onze wiskunde docent) binnen en begon het gesprek tussen mij en het meisje. ‘
dus, jij bent nieuw hier?’ vroeg ik
‘ja, ik ben nieuw hier en ik zal me even voorstellen, ik ben Alice’ zei Alice
‘o, hoi ik ben Iris, Iris Ywten.’
‘wie was dat meisje dat zo raar op de parkeerplaats, ik zag dat jij en je vrienden jullie best deed om haar tegen te houden.’ Vroeg ze
‘dat was Meden en dat zijn mijn vrienden niet dat zijn mijn broers en zussen en mijn vriendje.’ Antwoorde ik
De rest van de les had ik met Stefani zitten kletsten. In de pauze vertelde ik mijn familie alles wat Stefani me had vertelt.
‘dus, Med je hoeft je niet schuldig te voelen van dat van de parkeerplaats’ zei ik tegen Meden. Ze boog haar hoofd zodat haar lange haar voor haar gezicht viel en toen begon ze zacht te snikken. Ik schoof naar haar toe en sloeg een arm om haar heen.
‘lieve Meddje, je hoeft je niet schuldig het voelen, wij hebben het allemaal mee gemaakt, en de een wat meer dan de ander. Het is heel normaal voor ons.’ Troostte ik haar.
‘maar iedereen zag het, ze denken dat ik een monster ben.’ Dacht ze het horten en stoten uit en keek naar me op, haar gezicht was (ondanks haar make-up) bleek, haar haar glom niet meer en was piekerig. Haar gezicht was droog omdat vampiers niet konden tranen.
‘meid, je bent geen monster, je bent jong en een hele leuke meid’ zei ik en omhelsde haar stevig, toen ze mijn omhelzing beantwoorden voelde ik dat ze niet meer huilde trok ik haar nog steviger tegen me aan. Pas na een minuut toen Ty ‘aaaaahhhh’ begon te roepen en Meden zacht gromde en iedereen begon te lachen. Zelfs Meden was weer helemaal de oude. Toen de bel ging die aan kondigde dat de pauze was afgelopen en ik en Jasper gingen naar Engels en Meden ging naar biologie. Bij Engelse zat Stefani weer bij mij in de klas. Toen de les was begonnen hoorde ik (per ongeluk maar niet heus) het gesprek tussen Maartje het meisje waar Stefani naast zat en Stefani.
‘weet je toevallig hoe die jongen heet?’ vroeg Stefani aam Maartje met een hoofd gebaar naar Noël
‘nee, waar ik weet wel zijn achternaam en die is Ywten’ antwoorde Maartje
‘o’ zei Stefani teleurgesteld ‘hij is wel knap’ vervolgde ze met weer een beetje hoop in haar stem.
‘dat… is hartstikke waar’ zei Maartje
Na de les kwam Stefani naar me toe en vroeg ‘wie was die jongen die naast je zat?’
‘Noël, en hij is al bezet’ zei ik zelfvoldaan en ze liep treurig weg. Toen kwam Jasper naast me lopen en vroeg ‘wie was dat?’
‘Stefani, en ze begint irritant te worden’ antwoorde ik. Ik kon wel huilen ik had een rotdag. Al of Noël dat voelde zei hij ‘kom dan gaan we naar huis jagen even meden ophalen en dan melden we ons ziek’ hij sloeg zijn arm liefdevol om me heen. Ik keek hem in zijn mooie helder nu blauwe ogen, ik was hem zo dankbaar, dus liet ik me mee voeren door zijn greep. Ik had zin in het jagen.
Toen we thuis waren ging ik gelijk naar mijn kamer om mijn lenzen uit te doen en andere kleren aan te trekken. ik was bijna klaar met me om kleden en Noël al op me stond te wachten toen er op mijn deur werd geklopt. ‘binnen’ riep ik. En Yden kwam binnen en een enorme wasmand in haar armen.
‘en wat waren jullie van plan?’ vroeg ze terwijl ze de wasmand naast mijn bank zetten.
‘we waren van plan om als ik klaar was met omkleden, te gaan jagen’ zei ik
‘je mag best gaan jagen, maar eerst moet je je kamer opruimen’ zei ze
‘maar Yden mogen we eerst jagen en dan ruim ik mijn kamer op, goed?’ zei ik met mijn mooiste en liefste glimlach.
‘nee’ was het antwoord en ik wist dat het verloren was, en begon mijn kleding van de grond en pleurde ze op een hoop voor mijn bank. Daarna rapte ik mijnschoenen van de grond en pleurde die op de grond voor mijn schoenenrek in mijn enorme inloopkast. Ging bij de schoenen hoop zitten en zocht de paren bij elkaar en zette ze in het rek. toen ging ik op de bank zitten en pakte een T-shirt en snoof er aan. Ik rook een snufje bloed en modder. ‘zal ik helpen?’ hoorde ik achter me
‘ja graag’ antwoorde ik en Noël kwam naast me zitten en pakten ook een T-shirt en snoof er aan. Na 10 minuten T-shirts snuiven en ik mijn T-shirts in 5 stapels had verdeeld, de jachtkleding stapel, de wollen kleding stapel, de misschien-niet meer-schoon-te-krijgen stapel, de nu-nog-schone stapel en de ik-heb-het-te-lang-aan-ge-houden-dus-moet-het-in-de-was stapel. Ik haalden 4 was manden uit mijn badkamer en deed vier van de vijf stapels in de manden en dracht ze naar het washok, toen ik terug kwam pakte ik de wasmand bij de bank weg en de nu-nog-schone stapel kleding van de grond en stopte de kleding met boven natuurlijke snelheid in mijn enorme inloopkast.
‘’zo, ik ben klaar met mijn kamer, nu kunnen we…’ ik hoefde niets veder te zegen want Noël stond al in het raam en toen ik keek liet hij zich vallen. Ik liep ook naar het raam ging in het raamkozijn staan en liet me ook naar beneden vallen en ik kwam zo zacht meer dat mensen oren het niet konden horen. toen ik opkeek keek ik recht in Noël ogen, die nu weer zo mooi rood waren dat ik er wel uren naar zou kunnen kijken. Ik pakte zijn hand en we sjeesde naar het bos. We rende door tot we bij het voetpad waren. Daar bleven we doodstil staan, na een kwartier kwamen er mensen langs die wel heel vreemd gekleed waren. Ze leken wel uit de middeleeuwen de komen, ze hadden mantels en kappen op en ze liepen behoorlijk soepel. Noël en ik keken elkaar aan en Noël liep tussen de bomen vandaan en liep heel voorzichtig naar de mensen (of de ander bovennatuurlijk wezens) toe.
‘zijn jullie mensen?’ fluisterde hij.
‘zijn jullie vampiers?’ vroeg een van de zwarte mantels met een lage mannelijke stem.
‘hoe weten jullie dat?’ fluisterde ik van tussen de bomen
‘voetstappen’ zei de andere zwarte mantel met een hoge meisjes stem. Man, die zijn goed, Dacht ik bij me zelf, dit waren zeker geen mens.
‘willen jullie alsjeblieft jullie kappen af doen?’ vroeg Noël ‘we willen graag zien tegen wie we het hebben.’
‘Oké, maar dan moeten jullie je naam zeggen en jij daar moet tussen de bomen vandaan komen.’ Zei de man. Ik stapte voorzichtig tussen de bomen vandaan en de gedaantes deden hun kappen af, en ik schrok me helemaal wild. Daar stond een meisje van nog geen 14 jaar, ze zag er niet uit als een mens maar ook niet als een vampier. ze was transparant zoals een geest maar dan iets vaster. Je kon haar aan raken wand ze droeg een mantel en de jongen naast haar was niet ouder dan 16 en er zag er net zo uit.
‘jullie namen’ vroeg de jongen.
‘ik ben Noël en dit is Iris’ zei Noël. Op dat moment gat ik zo veel bewondering voor Noël wand hij stond daar in zijn uppie tegenover twee enge geesten of wat het dan ook waren.
‘zullen we gaan, Noël?’ stelde ik voor ‘en willen jullie niet nog eens in ons jacht terrein komen?
‘oké, zullen we onthouden’ zie het meisje en ze liepen (of zweefden) door. Noël liep weer naar me toe en nam me in zijn armen en fluisterde ‘het is goed, lieverd.’ Ik stond nog steeds te shaken op m’n benen.
Na een kwartier kwamen er eindelijk mensen langs (echte mensen) Noël en ik knikte tegelijk naar elkaar en ik greep mijn prooi bij de keel en beet gelijk (niks voor mijn ik spelde altijd eerst met eten), zijn bloed smaakte echt heerlijk zoet. Het laatste slokje slikte ik extra langzaam door, en ik keek naar Noël die een vies gezicht trok.
‘wat is er?’ vroeg ik
‘alcoholist’ antwoorden hij
‘ah’
‘ik weet wel een plek waar er veel zwervers zijn die niet alcoholist zijn in het zuiden van Sant Francisco, zullen we…’ hij hoefde zijn zin niet af te maken of ik zat al heftig te knikken ‘oké’ vervolgde hij.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen