My Own War {Part 4}

De gedaante bleef voor mijn ogen staan,
Het was alsof die niet weg wilde,
Alsof die mij weer wenkte,
Alsof ik niet weg had mogen gaan,
Voor ik het wist begon ik duizelig te worden,
Het was een duizeligheid die niet normaal was,
De hele kamer draaide,
Mijn hele lichaam begon pijn te doen,
Het leek net alsof een miljoen mesjes door mijn vel heen sneden!

Ik wil het uitkrijzen van de pijn,
Maar er kwam geen geluid uit mijn mond,
Het was alsof mijn stem verdwenen was!
Alsof mijn stembanden eruit getrokken waren,
En net zoals mijn stembanden verdwenen waren,
Verdween ook langzaam mijn zicht,
Het leek net alsof mijn oogballen er langzaam uit gepulkt werden,
Alsof ze er elk moment uit konden vallen!

Ik voel hoe de grond mij raakt,
Het enige wat door mijn hoofd ging was dat ik tenminste veilig lag,
Voor ik het wist, voel ik water op mijn lichaam vallen,
Regendruppels,
Ik open mijn ogen en merk dat mijn zicht langzaam terug komt,
Ik kijk recht tegen een stel laarzen aan,
Als ik omhoog kijk, kijk ik naar het masker van de gedaante,
Ik krabbel overeind waarna ik even rond kijk,
Ik was terug in die wereld,
Of was ik gewoon weer bewusteloos?
Ik zucht even waarna ik de gedaante aankijk,
'Waar ben ik?!'
Mijn stem! Mijn stem was terug!
Ik glimlach even, de gedaante daar in tegen wenkt alleen,
Ik moest hem weer volgen,
Maar waar naar toe deze keer?

De gedaante draait zich om waarna die begint te lopen,
Was het de zelfde richting als de vorige keer?
Of gingen we deze keer ergens anders heen?
Ik zucht waarna ik de gedaante volg,
Ik merkte dat de regen steeds erger werd,
Mijn kleding begon langzaam aan mijn lichaam te plakken,
Als de gedaante stopt, kijk ik even rond.
Ik zag boven op de bergen een soort brug,
Die verbond twee gigantische bergen aan elkaar,
Als ik naar de gedaante kijk glimlach ik even,
Deze wereld was inderdaad niet verkeerd,
En toch kwam het mij aardig bekend voor!

Voor ik het wist split de aarde onder de gedaante waarna een gigantische speer uit de grond omhoog schiet,
Ik val naar achter waarna ik even op kijk,
Vlammen vulde het gat in de grond waarna er een persoon uit kwam klimmen,
De speer in zijn rechterhand, zijn linkerhand gebruikte hij om zichzelf omhoog te trekken,
Was dit een mens?! Of eerder een demoon?!
Ik kijk geschrokken toe waarna de gedaante de persoon aanvalt,
Het gevecht was hevig,
Beide partijen wisten hoe ze moesten vechten,
Beide partijen hadden ongekende kracht,
Het was te voelen in de windvlagen die van hun afkaatsende wapens afkwamen,

Ik krabbel naar achter wanneer ik de speer in de lucht zie vliegen,
Voor het zelfde geld kwam die recht op mij terecht,
Als de gedaante zich afzet tegen de demoon, springt die de lucht in,
De gedaante grijpt de speer waarna die op de grond land,
Zijn dagger grijpt die uit z'n schede waarna die de demoon te lijf gaat,
De speer had de gedaante in de lucht op zijn rug gedaan,
Voor ik het wist, stond de gedaante op de demoon met zijn dagger klaar om de genade klap uit te delen.
De dagger vliegt in de nek van de demoon waarna vlammen eruit vliegen,
De gedaante springt op de grond waarna het rustig afwacht,
Als de vlammen weg zijn, is het enige wat overblijft een harnas,
Leeg, met niets erin,

Wat voor iets was dat?!
Was het werkelijk een demoon?!
Ik kijk mijn ogen even uit als de gedaante langzaam op mij afloopt,
Het harnas had ze omgedaan,
Blijkbaar extra bescherming.