Als ons uur voorbij is vraagt Tom of ik wil blijven slapen. Ook al woon ik naast hun, dit is toch gezelliger. ‘Als het mag van jouw en mijn moeder, dan heb ik er wel zin in. We kunnen dan misschien eerst naar jouw huis gaan om te vragen en dan naar mijn huis om spullen te pakken.’ ‘ja, is goed, doen we.’ Bill zucht.
Bij mijn huis aangekomen, van Simone mocht het meteen, vraag ik aan mijn moeder of ik mag blijven slapen. ‘maar je woont naast ze?’ ‘maar dit is gezelliger, alsjeblieft?’ ‘Vooruit dan.’ ‘Dankje, mam’ Ik geef haar een knuffel. Dan sleep ik Tom mee naar mijn kamer. Bill was niet meegegaan naar mijn huis. ‘Mooie kamer, zo’n raam wil ik ook wel.’ Dan ziet hij de tekening van het hartje. ‘Heb jij dit getekend?’ ‘Ja’ ‘Het is echt heel mooi. Wat wil je later worden?’ ‘Ik wil iets met mode gaan doen.’ ‘Dan moet je de outfits van Tokio Hotel gaan doen!’ ‘Dat gaat toch nooit gebeuren.’ ‘Waarom niet?’ ‘Ik ben niet echt zo goed als jij blijkbaar denkt.’ Tom geeft me een afkeurende blik. ‘Niet zo jezelf naar beneden halen. Ik weet zeker dat je heel goed bent.’ Ik pak wat ik nodig heb, pak mijn kussen en mijn knuffelbeer met de verrassende naam ‘Teddy’. Zonder hem en mijn kussen kan ik niet slapen. ‘Heb je alles?’ ‘Ja’ We lopen naar beneden. Mijn moeder fluistert nog: ‘Doe geen dingen die je niet wilt.’ Ik word rood. ‘Mam!’ Ze geeft me een knipoog. ‘Veel plezier!’
Eenmaal weer binnen bij Tom zegt Simone: ‘Waar wil je slapen, de logeerkamer staat momenteel vol, en ik heb niet het idee dat Bill er erg blij mee is als je bij hem op de kamer gaat. Je kan kiezen tussen Tom’s kamer en de bank. Voor een keer is het niet moeilijk om te kiezen. Ik ken Tom zijn reputatie, maar ik zorg er wel voor dat er niks gebeurd. ‘Ik ga wel bij Tom.’ ‘Dan kan je nog kiezen tussen op een apart matras en bij Tom in bed.’ ‘Doe maar een apart matras.’ Tom kijkt een beetje teleurgesteld. ‘Weetje Tom, ik kan nog steeds kiezen om op de bank te slapen.’ ‘Nee! Op een matras op mijn kamer is goed.’ We kijken nog een film en dan is het al 1 uur. We praten een beetje. ‘Heb jij een beetje een idee waarom Bill zo chagrijnig is? Is hij altijd zo, op tours en zo ziet hij er altijd zo blij uit.’ Ik ben misschien geen grote fan, maar heb wel eens wat op gezocht. ‘Normaal is hij vol van energie en zit hij helemaal te stuiteren als we bijvoorbeeld gaan shoppen. Ik voel wel dat hij een probleem heeft, je weet wel, ik ben zijn tweeling broer. Meestal komt hij dan zelf wel naar me toe, maar dat heeft hij nu nog niet gedaan. Ik hoop dat dat nog wel komt.’ ‘Heb je eigenlijk een vriendje?’ ‘Nee.’ ‘Wel gehad?’ ‘Nee’ zeg ik een beetje verlegen. Toen waren we allebei stil. ‘Ik kan een stukje op mijn gitaar spelen als je wilt.’ ‘Ja! Ik wil wel eens weten hoe het klinkt zonder de hele band erbij!’ Ik ga weer liggen. Tom speelt een tijdje door. Na een kwartiertje val ik in slaap.

Tom pov.
Ik ben nu al even aan het spelen. Lisa is in slaap gevallen. Ze ziet er schattig uit. Eigenlijk altijd, maar soms heeft ze zo’n verdrietige blik in haar ogen. Misschien komt dat doordat Bill haar constant kwaad aankijkt. Ik moet echt eens met hem gaan praten. Ik zet mijn gitaar terug op zijn standaard. Ik ga in mijn bed liggen. Lisa draait zich even om en mompelt: ‘wat doe ik nou fout?’ Droomt ze nou over dat Bill chagrijnig is of is dit iets anders? Zij kan er toch niks aan doen dat Bill zo stom doet? Ik blijf nog even nadenken wat er aan de hand is en val dan in slaap.

Lisa pov.
Ik loop naar beneden. Tom slaapt nog. Dat is erg schattig om te zien. Hij ziet er dan iets minder stoer uit. . Ik zie Bill al beneden zitten. ‘Goedemorgen’ zeg ik. ‘Zo goed is die al niet meer’ mompelt hij. ‘Uhm, Bill, doe ik iets fout, misschien?’ vraag ik voorzichtig. ‘Je bent hier komen wonen, bitch!’ roept hij. Ik krijg tranen in mijn ogen, waarom huil ik ook altijd zo snel? Ik loop naar de wc. Ik neem even een diepe zucht. Ik hoor voetstappen op de trap. Tom komt ook naar beneden. Gelukkig! Hoef ik niet alleen met Bill in een kamer te zijn. Als ik weer terug ben vraagt hij ‘Goed geslapen? Wat wil je eten?’ ‘Uhh, gewoon brood?’ ‘Ik kan een eitje bakken.’ ‘O, ja lekker.’ ‘Wat wil je vandaag gaan doen? Of ga zo alweer naar huis?’ ‘Nee, ik wil wel wat leuks gaan doen, ik weet alleen niet wat.’ ‘We kunnen gaan zwemmen?’ ‘O, ja leuk!’ ‘Bill ga je ook mee?’ ‘Nee!’ ‘Kom op, het gaat leuk worden.’ ‘Nee, Tom, ik heb geen zin.’ Zucht hij.
‘Nou dan gaan wij wel’ ‘Ik moet dan wel even mijn bikini pakken thuis. Ik ben zo terug’ Ik loop naar huis. Ik doe er misschien iets langer over dan zou moeten, maar ik heb nu nog geen zin om Bill eventueel nog tegen te moeten komen. Ik kan toch niet meer veranderen dat ik hier nu woon. Mijn moeder slaapt nog dus ik doe zo zacht mogelijk. Na een kwartiertje ga ik weer terug.

Reacties? =)

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen