Juliet Horan


Gehaast wandel ik naar de wc. Niet dat ik echt hoef, maar buiten regent het, dus dan heb ik een reden om in de gangen te lopen. Ik ken hier nog steeds mijn weg niet goed en ik merk dat ik in de verkeerde gang loop. Dit is de gymzaal, hier zijn geen wc’s… Opeens hoor ik luid gelach. Het komt uit de gymzaal, wat ik best vreemd vind. In de pauze is heb je daar toch niets te zoeken? Ik zie dat de deur op een kier staat en blijf even luisteren. Ik hoor enkele stemmen. Jongensstemmen, dat is duidelijk. Ze komen me bekend voor, maar ik zou niet weten waar ik hem eerder gehoord zou hebben. Behalve één… die klinkt als… Harry…? Wat doet hij hier nou? Voorzichtig doe ik de deur wat meer open en probeer ongemerkt naar binnen te kijken. Ik herken de 2 jongens die rechtstaan. Zij waren het die deze ochtend met Harry aan het sollen waren… En zoals ik al dacht, is Harry er ook. Die 2 jongens, waarvan ik de naam al lang vergeten ben, kloppen hem gewoon in elkaar?! En het is niet erg zacht, want ik hoor Harry’s pijnkreten tot hier. Oh god… Naar binnen gaan en ze stoppen durf ik niet, en ik durf ook niet weggaan om hulp te halen…
Ik blijf gewoon staan, maar wanneer ik hoor dat ze het lokaal uitkomen glip ik ongemerkt de douches binnen. Als ik zeker ben dat dat stelletje rotjongens weg is, ga ik de gymzaal binnen en doe de deur volledig dicht. Harry ligt bewegingloos op de grond, maar ik hoor dat hij snikt. Geschrokken ren ik naar hem toe en hurk naast hem neer.
“Harry, ben je oke?” Urgh, wat een domme vraag is dit ook. Hij is net helemaal in elkaar geslagen en ik vraag hem of hij oke is. Tuurlijk is hij niet oke, domme ik!
“Sorry, dat was een domme vraag." Ik schenk hem een klein glimlachje en ga zitten. Voorzichtig neem ik zijn hoofd in mijn handen en leg het op mijn schoot, zodat hij wat zachter ligt. Met een tissue knijp ik zijn neus dicht, om het bloed te stelpen. Ik aai voorzichtig over zijn krullen. Waarom doe ik dit eigenlijk? Hij is mijn liefje niet! We zijn niet eens vrienden?! Maar goed… Ik zou het ook aardig vinden als iemand me helpt nadat ik zo toegetakeld ben…
Nadat we even zo zijn blijven zitten help ik hem overeind. Het lukt hem nauwelijks om op zijn benen te blijven staan, en ik help hem naar de dichtstbijzijnde bank. Ik neem mijn mobieltje en bel Niall. Harry heeft hulp nodig.
“Hallo Juliet?”
“Niall! Kan je alsjeblieft de schoolverpleegster naar de gymzaal sturen? Het is een noodgeval!”
“Oke, oke… Wat is er gebeurd?”
“Ik zal het later vertellen! Please, haast je een beetje!”
“Oke… bye…”
Ik haak in en bekommer me weer over Harry. “Maak je geen zorgen… De verpleegster is onderweg…”
“Dat… Dat hoeft niet…” probeert hij nog. Het komt er maar wat belabberd uit, waardoor ik kan uitmaken dat het juist wél nodig is. “Jawel, Harry” antwoord ik zacht. Ik droog de traan die over zijn wang rolt, voorzichtig, want zijn oog zit dik en blauw. Hij snikt en legt zijn hoofd op mijn schouder. Ik weet niet goed wat ik moet doen. In m’n hoofd raakt ik lichtjes in paniek, maar dit laat ik niet zien. Nu moet ik er zijn voor Harry. Ik sla mijn arm om zijn schouders en zo blijven we zitten tot de schoolverpleegster de gymzaal binnenkomt.

Aangezien Harry moeilijk kon stappen, verliep de weg naar het lokaaltje van de schoolverpleegster erg moeizaam. Na zo’n kwartier, wat erg lang is voor die korte afstand, zijn we eindelijk gearriveerd en ligt Harry op het ziekenbed. Hij heeft erg veel pijn en de blauwe plekken zijn duidelijk zichtbaar. Ook enkele schrammen en hier en daar zelf wat open wonden, die de verpleegster nu aan het verzorgen is. Ik zit er maar wat bij, enerzijds omdat ik Harry niet alleen wil laten, en anderzijds omdat we nu toch tussenuur hebben, en ik niets te doen heb.
“Bedankt om me te verwittigen, Juliet” zegt de verpeegster.
“Geen dank, Ik kon hem toch niet alleen laten, he…”
Ze glimlacht alleen maar.
“Je bent vast een geweldige vriendin voor hem” zegt ze vervolgens.
Ik wil protesteren, maar ik houdt me in. Ik weet niet goed hoe het zit. Eigenlijk wil ik geen vrienden zijn, maar als je notities bijhoudt voor elkaar, en de ander uit de nood helpt na een gevecht, dan… Dan is dat toch het begin van vriendschap? Ik slik even. Ik moet opletten met wat ik de komende dagen doe en zeg. Want ik kan het niet maken. Nu nog niet.

Zonder iets te zeggen verlaat ik het kamertje en wandel richting de kantine, waar ik in tranen uitbarst. Ik mis vroeger. Ik mis thuis. Ik mis alles… Het plaatje zoals het nu is, klopt gewoon niet. Ik voel me hier niet goed bij. Waarom moest het op deze manier eindigen? Dit is niet wat ik verdien.
Ik verdien slechter.

Bij het avond eten denk ik nog steeds aan Harry. Ik zie hem nergens en mijn eetlust is helemaal verdwenen. Zuchtend zit ik wat in mijn eten te koteren. Zou hij nog op zijn kamer zitten? Misschien moet ik hem eens een bezoekje brengen. Ik schuif mijn bord van me af. We zijn helemaal geen vrienden… Mar toch… Plots herinner ik me dat we samen dat groepswerk van Engels moeten maken. Dus ik heb wel degelijk een reden om hem op te zoeken op zijn kamer. Wil ik hem nu echt bezoeken? Ik begrijp mezelf niet zo goed meer en ik krijg er hoofdpijn van. Ook wordt het veel te druk in de refter dus besluit ik maar om gewoon weg te gaan. Ik heb niet graag veel mensen om me heen. Even twijfel ik nog een keer om Harry te bezoeken , maar uiteindelijk neem ik dan toch mijn schooltas en vertrek. Ik durf aan niemand te vragen waar zijn kamer is… Maar het zal wel moeten, want ik heb geen flauw idee waar zijn kamer is. Ik heb geen zin om het aan onbekenden te vragen, dus ga ik maar gewoon naar de enige kamer die ik weet zijn. Die van Niall. “Kom maar binnen…” hoor ik hem zeggen nadat ik op zijn deur klop. Ik steek mijn hoofd binnen als teken dat ik er niet ben voor een babbeltje te slaan. “Oh Juliet hey… Waarom ben je hier? Waarom moest de verpleegster komen?” Hij laat zijn gitaar zakken en draait hem ongerust naar mij. “Ik ben oke, Niall , gewoon… ” ik weet niet of ik het zou zeggen. Ik kom toch maar eens binnen en ga op het bed zitten. “Harry… Er waren twee jongens die hem in elkaar sloegen … Ik herinner me niet goed meer wie ze zijn…”
“Oh, Louis and Zayn. Iedereen weet dat ze Harry niet zo'n toffe kerel vinden.”
“Waarom?”
“Ze hebben niet echt een goede reden, maar whatever. Harry is een sukkel.”
“Dat is hij niet!”
Niall kijkt me verbaasd aan. Wat heb ik toch? Waarom zei ik dat?
“Hij is aardig…” fluister ik vervolgens. “En ik moet groepswerk maken met hem, voor Engels. Waar kan ik zijn kamer vinden?”
“Aan het einde van de gang aan je linkerkant. Kamer 225…”
“Oke, dank je. Bye.”
“Bye.”
Niall kijkt me verbaasd aan en zijn blik blijft me volgen tot ik de kamer uit ben. Waarom heeft iedereen toch zo een slecht beeld over Harry? Doet hij zo anders tegenover mij dan tegen de rest van de school? Voor ik het besef sta ik al aan zijn kamerdeur.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen