Foto bij 35. Spoiler Pt.1

You're curious, right? Which entertainment...?
Please look forward to my next chapter

[SPECIAL A: Audition pt.1]
“Mijn eerste vraag voor jou…” Hij glimlachte verontschuldigend. “We hebben hier een paar protocollen,” legde hij uit voor hij verder ging. “Hoe oud ben je ook alweer? En wat is je naam?” Alsof hij het me al eerder had gevraagd.
Ik verborg mijn gedachten en sprak eerlijk: “Zestien. Mijn naam is Seven Clifford.” Ik wist heus wel hoe dom het van me was om mijn school niet af te maken, maar ik hield het gewoon niet meer uit thuis. Het was heel egoïstisch van me om mijn moeder achter te laten, maar tegelijk wist ik dat ze zichzelf zonder mij ook wel zou redden. Ik was het beu om haar slachtoffer te zijn.
“En dus ga je naar school? Een internationale school of…?” zette hij zijn pen al klaar op het inschrijvingsblad.
“Euh,” trok ik een moeilijk gezicht. Nu kwam het, het moment dat mijn slagingskans van deze auditie naar het nulpunt zakte. “Ik volg momenteel geen school…”
Hij keek op, ik zag aan zijn blik dat mijn woorden hem niet veel goed deden. Hij schreef wat op vroeg dan zuchtend: “Je volgde school, niet?” Ik knikte, beschaamd naar mijn schoenveters kijkend. “Waar dan? En hoelang is het geleden?”
“In de Verenigde Staten, het is een anderhalve maand of zoiets geleden sinds mijn laatste dag. Ik volgde kunst, als in beeldende kunst,” bekende ik met een schuine blik naar opzij. Ik was werkelijk idioot geweest, besefte ik nu pas echt.
“Je weet toch dat je hoe dan ook je school moet afmaken, anders kun je geen idool worden,” overliep hij koeltjes de eisen van het ster-zijn. Ik knikte, nog steeds naar mijn schoenen starend – Ah, ik was echt zó dom, vervloekte ik mezelf van binnenin. Gelukkig koos director Lee dan om van onderwerp te veranderen: “Kunst? Deed je dat graag?”
“Ja, het was het enige dat ik graag deed op school.” Ik dacht terug aan mijn klasgenoten die onwetend waren geweest en mij gelijkwaardig, maar nog steeds afstandelijk behandelden.
“Je maakte dus dingen, in kunstvorm dan? Vooral driedimensionaal of schilderde en tekende je liever?” vroeg hij gewoon voor extra informatie, waarna hij zijn echte bedoeling toelichtte: “Ik vind dit vooral interessant omdat je al een deel van je creatieve kant hebt ontdekt. Die visuele vorm van kunst, kan je misschien helpen met die auditieve kant ook naar buiten te krijgen.”
Ik knikte bedachtzaam. “Ik wil het proberen.” Dan bedacht ik dat proberen in Zuid-Korea niet goed genoeg was en herhaalde mijn aangepaste antwoord: “Ik zal mijn best doen.”
“Aangezien je tot voor kort je met beeldende kunst bezighield, was je dan ook bezig met de muzikale kant van kunst? Ik zag je dansen. Het leek erop dat je danst als hobby…” vroeg hij naar meer informatie in verband met mijn dansen, waarvan ik altijd had gedacht dat het echt slecht was.
“Ik deed het,” haalde ik mijn schouders op, “maar niet echt als in de vorm van zoveel keer per week naar de dans club gaan en dansjes uitvoeren.”
“Hoe deed je het dan wel?” vroeg director de voorspelbare vraag, na mijn niet veel informatie verschaffende woorden. “Heb je het van iemand thuis geleerd? Je niveau leek iets te hoog te liggen om het improvisatie te noemen.”
Ik keek nu naar de man. Ik was nog niet amateuristisch? “Euhm,” aarzelde ik kort. “Het is niet dat ik het geleerd heb van iemand, zelfs niet van mezelf of zo… Ik besloot een paar jaar geleden gewoon dat ik wel wilde dansen en begon eerst mensen vanop televisie te imiteren, maar allang vond ik dat niets.”
Ik grijnsde nu. Ik vergat even dat ik auditie deed. Dit verschijnsel was net als wat zich had voorgedaan bij mijn kunstvakken. Plots was er die ommekeer waarop je je eigen stijl ontwikkelde of toch iets afweek van de regels en daardoor anders was dan de anderen – dat was het begin van creativiteit. “Ik wilde zélf iets maken, niet mensen kopiëren. Daarom begon ik gewoon te improviseren en te bewegen op de muziek ‘zoals die het toeliet’.”
“Dat is erg…intrigerend,” knikte director Lee, niet loslatend of dat goed of slecht was. Maar ik geloofde dat dat positief was. Ook sinds die omslag in mijn kunstvakken, kreeg ik betere punten en zeiden ze dat ze trots konden zeggen: Dit is nu echt Seven-achtig. “Om over te stappen op zingen, zing je allang? Even lang als je danst?
Ik schudde mijn hoofd. “Nou ja, ik zing al mijn hele leven, maar meer als, ja, gewoon zomaar zingen, neuriën… Niet serieus, zoals mijn dansen.”
Dan keek hij me plots strak aan, waardoor ik ietwat terugschrok maar niet durfde weg te kijken. “De eerste keer dat ik je een opleiding tot ster aanbod, was je helemaal niet enthousiast. Waarom heb je besloten om toch te komen? Ik wil je verzekeren dat iedereen die hier zit, hard werkt en nachten niet slaapt door hun passie: muziek. Geloof je dat je diezelfde passie kunt tonen, zelfs al heb je het zo ineens gekozen als levenspad?”
Ik slikte ongemakkelijk en knikte. Alweer realiseerde ik me dat ik hier echt niet hoorde, dat ik echt dom was. Ik had nooit zulke passie voor zingen gehad. Ja, ik hield enorm veel van muziek. Ik had nergens gestaan als er niet zoiets als muziek bestond, maar toch had ik hier niet het thuisgevoel – dat ik eigenlijk ook nergens anders had gehad. Hoe voelde dat zelfs?
Ik staarde berekenend voor me uit. Ik zou hen moeten overtuigen om mij aan te nemen, maar ik was halfhartig. Ik wilde dat ik overtuigend kon zijn, maar dat kon ik helaas niet als mijn geweten niet op dezelfde golflengte zat als mijn gedachten.
Weer was die barrière daar. Deze keer geen taalbarrière, maar gewoon expressiebarrière. Ik had nooit echt mijn gedachten kunnen spreken, ik geloofde niet dat iemand die verstond of er zelfs interesse naar had. Ik besloot dan maar om iets uit te leggen dat heel belangrijk voor me was. “Ik heb er nog niet goed over nagedacht op die manier” – hoewel dat nu toch niets uitmaakte, ik had nu eenmaal geld nodig.
“Niet op de manier van levenspad.” Ik liet een lachje met een ironische tint erin horen en grijnsde een ijskoude grijns als ik de halve waarheid onthulde. “Maar zonder muziek was dat levenspad voor mij er ook niet geweest. Muziek was voor mij een vangnet dat mijn familie in Amerika niet was. Het heeft ervoor gezorgd dat ik me over bepaalde dingen kon zetten, me kon afleiden. Ik leef door en met muziek. Mijn hele dag omring ik me met muziek.”
Lee fronste. Begreep hij het? Waarschijnlijk niet. Ik wist het wel. Ik had mijn mond niet moeten opentrekken en het proberen uit te leggen, sinds ik een buitenaards, onverstaanbaar wezen was. “Leuke zinspeling,” merkte hij dan op met een klein lachje. “Je bedoelt ermee dat je nu normaal gezien dood was geweest, als er geen muziek was?”
Ik grimaste bij het confronteren van de gemakkelijkere versie van verbloemende woorden en knikte. “Daar komt het op neer.”
Lee bestudeerde me bedachtzaam, ik dook weg onder die doorgrondelijke blik. Even leek het erop alsof hij me daarover zou ondervragen, maar schudde dan zijn hoofd. Hij dwaalde dan te ver af, las ik zijn gedachten. “Dat bewijst dat er wel een passie is voor muziek, die door je dans wel te zien is, maar niet echt aanwezig in de vorm van ‘sterren’. Je vindt het leuk om te horen, niet om het te maken en te zingen, zeg ik dat juist?”
Ik ademde diep in. “Ik wil mijn best doen om dat te leren, maar ik heb er nooit eerder over gedacht.” Ik boog weer respectvol als ik dacht dat ik het moest doen.
“Je wilt ‘je best’ doen om daarin verandering te brengen?” hield director Lee het hoofd schuin, alsof hij niet zeker wist of hij dat wel goed had gehoord. “Hoe wil je dat juist klaarspelen. We kunnen je hier wel leren perfect te zingen voor publiek, je entertainend laten zijn, je leren hoe muziek te maken, maar die passie zorgt voor het harde werk. Als je dat ontbreekt, kan ik je weinig aanbieden hier.”
Ik knikte onder zijn harde woorden. Hij had meer dan gelijk. Mijn rationele gedachten gingen als een gek op zoek naar een oplossing, naar woorden die Lee van gedachten kon laten veranderen. Mijn geweten blokkeerde gewoon alles. Lee had gelijk. Ik hoorde hier niet, ik verdiende hun tijd zelfs niet.
“Waarom ben je hier?” vroeg director Lee. “Je wilt het duidelijk niet goed genoeg om het als gepassioneerde trainee aan te willen leren. Je lijkt steeds met jezelf te overleggen, voor je antwoord geeft. Een antwoord dat ineens weer duizend anderen vragen opbrengt. Eerlijk, waarom ben je hier?”
Ik zuchtte en keek dan richting hem, zoveel als ik kon onder die strenge blik van hem – hij was een heel andere, koudere persoon dan een paar dagen geleden toen hij me gretig om een auditie vroeg. “Ik heb geld nodig,” antwoordde ik dan maar. Ik was opgelucht dat het eruit was.
Lee’s wenkbrauwen schoten omhoog, waarna hij kort en sarcastisch lachte. “Je hebt geld nodig?!”
Ik knikte bevestigend. Geen excuses verzinnend voor de waarheid.
“Trainee zijn betaalt heel slecht,” antwoordde Lee dan, een beetje bekomen van mijn korte, maar schokkende antwoord. “Pas als je ster bent, breng je geld binnen en verdien je veel. Ben je bereid om eerst lang te trainen om daarna pas echt geld te verdienen? Trainee zijn kost ook wat geld. Residenties, voedsel…”
“Ik blijf niet in de residenties,” sprak ik dan vastbesloten. “Voedsel en andere levensvoorzieningen moeten ook niet voor me gekocht worden. Alleen maar de lessen. Daarbij zei u dat u snel iemand nodig had.” De woorden kwamen haastig uit mijn mond als een waterval. Mijn gedachten konden zich niet langer inhouden. Straks zou die kort oplevende droom die zich ondertussen in mijn hoofd genesteld had, compleet verwoest worden als ik nu niet opsprak.
“Jij durft,” knikte director Lee dan neerbuigend naar me.
Ik slikte en haalde diep adem. Ik had moed nodig. Pas nu voelde het aan alsof ik een eerlijke kans had gekregen, pas nu kon ik voor mezelf opkomen en mezelf promoten. “Ik wil de waarheid spreken. Ik heb het geld nodig, ja, maar ik wil het nu ook echt doen. Ik heb geen toekomst, geen plannen. Als ik een kans heb, wil ik die wagen.
Maar pas nu, nadat ik bekend heb dat ik geld nodig heb. Anders ben ik niet eerlijk en kom ik hier mogelijk onrechtvaardig binnen en pik ik iemand anders zijn plaats in.” Ik ademde weer diep in om nog wat moed bij elkaar te rapen. “Als u me nu de straat opstuurt, zal ik me voor de helft me gerechtvaardigd voelen, maar tegelijk zal ik me rot voelen omdat ik niet door ben geraakt.”
Director Lee staarde me alleen maar aan.
“Ik ben niets tegenover al die trainees en toekomstige trainees die allemaal ongelooflijk gepassioneerd zijn voor dit vak. Ik voel het als niet-eerlijke kansen aan. Dus dan laat ik nu de ‘eerlijke’ beslissing over aan u, zodat ik al niet met het geheim van mijn eigenlijke bedoeling op mijn schouders moet leven.”
“Dat is een heel vreemde denkwijze van je,” trok director Lee een wenkbrauw op. “Het lijkt erop dat je een heel sterk geweten hebt…?”
“Ik wil gewoon niet iemand anders zijn kansen afnemen,” antwoordde ik dan met een knikje.
Lee knikte en staarde dan naar mij, weer zo bedachtzaam. Wat dacht hij? Wist hij niet precies wat hij moest antwoorden? “Je wilt de kans niet voorbij laten schieten, maar toch is je geweten sterker dan je wilskracht? Betekent dat dat je uiteindelijk echt niet veel passie hebt of dat je gevoel van goed en kwaad zo diep in je geworteld is zodat je niet anders kan?”
Hij knikte tegen zichzelf voor ik kon antwoorden, beseffend, wetend wat mijn antwoord op die vraag zal zijn. Ik ging werken aan mijn passie, en ik wilde het ook, maar mijn geweten had bepaalde grenzen die het niet kon overschrijden. Ik wilde immers een eerlijke kans.
Aangezien hij het antwoord wist en toch niet nog meer kon doorvragen, sprong Lee over op een andere vraag. “Je vermeldde dat muziek je vangnet was in ‘moeilijke tijden’. Zonder muziek was je dood, dat zijn heel serieuze woorden – meen je die?”
Ik knikte eenvoudigweg en begon alweer een ingewikkelde uitleg, waarvan ik wist dat ik hem moest doen. Anders zou director Lee mogelijk alles verkeerd opvatten. “Zonder muziek zou ik inderdaad niet overleefd kunnen hebben. Het kon me afleiden als ik afleiding nodig had, bovendien gaf het me de bewegingsvrijheid van het dansen. Als ik gefrustreerd was en me opgesloten voelde, kon ik me altijd via muziek uitleven. Ik werd er moe van, het zorgde er dus ook voor dat ik ’s avonds gewoon kon slapen, ondanks alles.
Dans is mijn manier om met mijn frustraties en moeilijkheden om te gaan. En met muziek luisteren kon ik me van alles afsluiten en even gewoon rust hebben. Als die momenten er niet waren geweest, was ik inderdaad nu dood geweest, denk ik,” bedacht en mompelde ik eerder tegen mezelf dan tegen de director. Ineens beseffend dat ik echt heel veel te danken had aan die dierbare momenten dat ik gewoon naar het plafond staarde, rustig ademhaalde en muziek voor me uit fluisterde als het in mijn oren stroomde. Of die momenten dat ik onder die met algen begroeide brug stond, druk dansend in schaduw, zodat niemand me zou opmerken.
“Als je muziek als vangnet moest gebruiken, was er niemand anders waarop je kon vertrouwen,” constateerde director Lee. “Je hebt eerder ook al laten vallen dat je familie er niet voor je was. Wat is er gebeurd in je leven dat alles…zo verward is geraakt?” Ik had heel wat losgelaten. Meer dan dat ik in jaren had laten ontsnappen. Het kwam doordat ik dit wilde. Straks zouden ze waarschijnlijk denken dat ik expres met een zielig verhaal afkwam. “Ik ken mijn echte vader niet en ik en mijn moeder hebben niet echt een goede band,” drukte ik het zachtjes uit. Ik wilde niet nog meer drama creëren.
“Je vader, je moeder…kun je toch iets meer proberen vertellen?” drong hij aan, voor de eerste keer zag ik echt nieuwsgierigheid in zijn ogen blinken. “Uiteindelijk moeten we als je toekomstige entertainment weten waaraan we beginnen.”
Ik knikte begrijpend en probeerde mijn tegenstrijdige uitdrukking te verbergen. “Ik ben er sinds kort achter gekomen dat mijn echte vader Zuid-Koreaans is van oorsprong, daarom zie ik er niet helemaal Amerikaans uit. Mijn moeder dacht dat hij Chinees was…” Ik lachte even koud.
“Hoe dan ook, al voor dat ik geboren werd waren mijn ouders al uit elkaar. Mijn vader weet waarschijnlijk niet dat ik besta, net als mijn moeder waarschijnlijk niet wist dat ze zwanger was, tot het te laat was me weg te laten halen.”
Ik deed mijn best om mijn gezicht buiten de expressie onverschilligheid, uitdrukkingsloos te houden. “Ik ben dus ongewild én daarbij is er nog een hoge kans dat ik langs mijn vaderskant illegaal ben. En daardoor heb ik niet echt een goede relatie met mijn moeder, ze houdt niet zo van kinderen.”
“Ik kan me voorstellen dat dat heel wat negatieve gevoelens opwekt, ga je daar wel mee om kunnen?” vroeg director Lee haast ongevoelig. Hij geloofde me niet. Dan schoten zijn wenkbrauwen omhoog. “Misschien… Nee, dat kan toch niet? Je bent toch niet naar Zuid-Korea gekomen om je vader te ontmoeten?”

Reageer (2)

  • sailorm

    aaaaaah zo spannend!

    1 decennium geleden
  • Allysae

    oeeeeeeeeeeeeeeeeeee
    snel verder

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen