Foto bij Zwaardmeester - 19

“Ik zou haast gaan geloven dat God er de hand in heeft…” De prinses keek naar Wout alsof ze wilde beoordelen of hij een of ander wonder was. Wout schoof ongemakkelijk heen en weer. Hij wist niet wat hij liever had, dat ze dachten dat hij een bedrieger was of een soort engel.
“U kwam in ieder geval als door de hemel gezonden”, zei de prinses.
“Wat denkt u zelf?” vroeg de koning aan Wout.
“Euh… ik heb er nog niet echt over nagedacht. Het is wel waar dat ik er op het juiste moment was… maar euh… ik voel me maar een gewone jongen.”
“Een gewone jongen… Dat brengt ons weer terug bij uw afkomst.”
“Ondanks dat, heeft hij het hele land gered en mij in het bijzonder. Ik wil er niet aan denken dat Nandono mij gedwongen had om met hem te trouwen, ook al is die wel van hoge geboorte.” De koning keek naar zijn dochter.
“Dat is waar, maar het blijft een misdrijf dat Wout zelfs maar een schildknaap werd.”
“Mijn koning, dat was enkel en alleen mijn fout. Het enige dat Wout te verwijten valt is dat hij u land van Nandono gered heeft.”
“Daar ben ik me van bewust en ik weet ook dat ik mijn woord gegeven heb dat hij daarvoor de hand van mijn dochter zou krijgen. Ik vind het echter geen leuke gedachte dat een boerenzoon mij moet opvolgen.”
“Mijn koning, ik heb Wout in een paar weken geleerd om ridder te zijn. Hij heeft nog tijd om zich het koningschap eigen te maken.”
“Er is ook niemand anders vader, iedereen in het land gaat ervan uit dat ik met hem trouw.”
“Jullie hebben me met jullie openhartigheid in een lastige positie gebracht, maar dat heb ik nog altijd liever dan leugens. Moed, rechtsgevoel, hoffelijkheid en eerlijkheid zijn belangrijke eigenschappen voor een vorst en ik denk dat u die de afgelopen weken wel hebt laten zien, heer Wout.”
“Dank u, voor uw vertrouwen, majesteit.”
“Het zal niet gemakkelijk worden, maar ik geloof dat u het wel aan zal kunnen.”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen