Foto bij Zwaardmeester - 20

“Heer Wout, hoe zit het eigenlijk met uw familie?” vroeg prinses Cillia, “Waar is die?”
“Thuis, het leek ons niet verstandig om hen hierheen te laten komen, voor we alles hadden uitgepraat.”
“Ik geloof dat we dat nu gedaan hebben, ik zou hen graag willen ontmoeten.” De koning en de prinses maakten aanstalten om te vertrekken. In de deuropening bleef de koning echter staan.
“Bijna vergeten, ik wilde jullie mening nog weten over wat we met Boidin moeten doen.”
“Hij is de naam van ridder niet langer waardig”, zei Henric.
“Dat is helemaal waar. Wat doen we verder met hem? Hij kan niet eeuwig in de kerker blijven.”
“Hij is een verrader. Hij dient zwaar gestraft te worden.” Wout kende niet veel van rechtspraak, maar hij vermoedde dat de straf voor verraad de dood zou zijn. Na Nandono kon hij die gedachte echter niet verdragen.
“Zet hem het land uit. Dan zijn we van hem af.” De koning knikte.
“Dat zullen we doen en met zoveel mogelijk toeschouwers.”

Tot zijn vreugde mocht Wout uit bed om zijn familie te begroeten de dag voor het huwelijk. Ze hadden adellijke kledij gekregen. De rest van het kasteel hoefde niet te weten wat de afkomst was van hun toekomstige koning.
“Vader, moeder, welkom in ons nieuwe thuis.” Oswald trok aan zijn mouw.
“Wout, is hier nu al dat eten? Ik heb honger.” Wout lachte.
“Kun je nog even wachten? Dan stel ik je voor aan je nieuwe zus.” Hij nam zijn familie mee, naar de bovenkamer waar koning Florentius en prinses Cillia al op hen zaten te wachten. “Het officiële gedoe mogen jullie achterwege laten”, zei Wout nog snel. Het eerste contact verliep vlotter dan Wout had durven hopen. De prinses en de koning verwelkomden hen als gelijken en zijn familie leek redelijk snel te wennen aan dat idee. Dat was maar goed ook, want na morgen zouden ze dat ook zijn.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen