Happiness.
old routines
every day's the same
nothing's going to change
trust doesn't exist
but so does the problem
close your mouth
the truth is never coming out
Dat weekend is er niets gebeurd. De muren waren nog even 'wit' als voorheen. De keuken was nog een rotzooi, en jij zat op de bank. Te schelden dat je het druk hebt. Op mij, want op wie anders?
Ik telde weer tot 10, ruimde de keuken voor je op en begon aan mijn eigen kamer. Maar na 5 minuten lijkt de energie uit mijn lijf gezogen en moet ik blijven denken aan wat hij mij vertelde. Ik ging op bed zitten, drukte mijn nagels diep in mijn huid en beet op mijn lip. Hij moest is weten.
Die maandag vertrok hij weer vroeg van thuis naar zijn werk. Alles was weer achter gelaten zoals hij dat altijd deed. De opgeruimde keuken van zaterdag was weer overhoop gehaald. Ik zag het nut er niet meer van in om het vandaag weer netjes te maken. Ik zag het nut nergens meer van in. In mijn hoofd draaide het. Mijn gedachten waren op hol geslagen.
Hij kwam weer thuis. Hij van een lange dag werk, ik van een zware dag school. Daar ging hij weer. "De tuin ziet er niet uit, de zolder moet nog opgeruimd. Godverdomme, waarom heb je nou niet even de vaatwasser voor me uitgeruimd? Ik sta er alleen voor," stond hij weer scheldend voor me. "Maar... Maar," stotterde ik. Ik ademde diep in en bood mijn excuses aan. 'Het zal niet meer gebeuren,' fluisterde ik om de pijn in mijn stem niet te laten horen. Hij mompelde verder en begon aan het avond eten. Ik liep weer gefrustreerd naar boven. 'Ik probeer zoveel voor je, maar je lijkt nooit gelukkig. Hoe kan ik dan nog..' Snikte ik zacht. Ik was op bed gaan zitten met mijn handen in mijn haren. 'Als ik alleen maar luister, kan dat hem misschien opluchten,' fluisterde ik mezelf toe. Maar ik kon mijn eigen woorden niet geloven.
Het was die zelfde avond nog. Bij het avond eten weer ruzie. Zijn deprimerende woorden galmende nog na in mijn hoofd terwijl ik emotieloos voor me uit staarde in mijn kamer. Hij kwam binnen. Leek weer kalm. Maar ik rook het weer en zag het aan de manier hoe hij liep. Hij kwam naast me zitten en ik probeerde me niet weg te draaien.
Ik keek hem aan. Huilde hij nou? Hij was stil en slikte. "We gaan er weer wat van maken," zei hij zachtjes. Weer? Was het eerste wat er in me opkwam. Maar in plaats van het uitspreken, knikte ik alleen. "Vertrouw je mij?" Ik knikte, maar wist het nog niet zo zeker. Ik moest hier weg, voordat het hele idee van het hier zijn me opvrat van binnen. Was ik hier omdat ik het hier leuk had. Of was ik hier, omdat ik een soort van verplichting had hem gelukkig te maken. Ik denk het laatste. Maar het voelt als falen. Ik zal hem niet gelukkig krijgen. Hij wankelde mijn kamer uit en liet de deur zachtjes in het slot vallen. Ik stond op en liep weer naar het spiegelbeeld. Het was totaal vervreemd voor me. Net als alles. Ik voel me nergens thuis. Alles is veranderd. En niet geleidelijk, maar in een keer.
Weken er na zijn de routines nog steeds het zelfde. We praten wat meer, maar nog steeds niet over hét probleem. Zo lijkt het toch een beetje voor ons allebei alsof het niet bestaat, wat me overigens nog ongelukkiger gemaakt dan normaal. Ik weet dat ik niet verantwoordelijk ben voor zijn geluk, maar het voelt altijd nog beter het wel te proberen dan het niet te doen. En natuurlijk als ik het lef had, had ik allang mijn spullen ingepakt en was ik vertrokken naar het huis waar de rust makkelijker te vinden is. Maar nee, niet nu. Hoe tegendraads het ook is, ik zal hem nooit willen kwetsen. Want ik weet wat hier gebeurd, ook zeker niet zijn keuze was.
Er zijn nog geen reacties.