Foto bij I 1.1 elKanta

De aankomst

Srry als het misschien verwarrend is maar ik zie het als een nieuwe start dus kan het karakter van Fall en de gebeurtenissen van de vorige hoofdstukken nog anders worden beschreven...

Ik hoop 1 keer per week te posten, waarschijnlijk rond het weekend dus tussen vrijdag en maandag ongeveer, ik heb nu geloof ik nog genoeg liggen voor ong. 3 maanden en hopelijk heb ik tegen die tijd weer genoeg geschreven om de voorraad op te vullen (:

Fall was zeeziek. Dat probeerde ze zich ten minste wijs te maken terwijl ze op de boeg van het schip de Varas in de golven staarde. Ze was zich er maar al te goed van bewust dat ze weerloos en alleen was in de vreemde, nieuwe wereld. Tot nu toe was ze nooit echt alleen geweest, altijd was er Peter geweest. Hij was haar verantwoordelijkheid geweest, zonder haar lieve broertje zou ze al die jaren niemand hebben gehad om veilig te houden, geen doel hebben gehad om haar keuzes te beïnvloeden. Nu was hij weg, en zonder lieve Peter had ze geen doel meer, niets om naar te streven. Na al haar inspanningen had ze hem moeten overdragen aan iemand die haar taak beter zou volbrengen. De man kon ze vertrouwen, hij sprak de waarheid en dat maakte het alleen maar erger. Ze was helemaal alleen, zelfs verlaten door bezorgdheid om Pete, omdat ze wist dat hij veilig was. Fall vond zeeziek een goede omschrijving.
Er was duidelijk een patroon te zien in hoe de golven voorbij raasden. Gek hoe iets dat er op het eerste gezicht zo onregelmatig uitzag zo voorspelbaar kon zijn. Voordat ze uit haar dorp gejaagd werd, had Fall zeker geweten dat de natuur iets onberekenbaars was, maar daar was ze niet zo zeker meer van. Iedere keer als ze ergens naar keek, kon ze zich tot in de puntjes voorstellen hoe dat object ervoor stond. Door enkel haar blik op een knoop die de mast verbond te richten, zag ze precies in hoe lang die het uit zou houden. Ze was er vrij zeker van dat ze het zich niet verbeeldde want het kwam zo overeen met logica dat het wel waar moest zijn. Alleen zag ze alles iets preciezer, hoorde ze net iets beter en voelde ze als nooit tevoren in alle detail hoe de wereld in elkaar zat. Nu ze het eenmaal opgemerkt had zou het waarschijnlijk een tijdje duren voordat ze eraan gewend was.
"Goede avond passagiers, hier spreekt uw kapitein. We zullen in enkele uren arriveren op onze eindbestemming, wij wensen u nog een prettige reis verder en adviseren u voor uw vertrek nog even een kijkje te nemen bij ons uniek winkelcentrum op het topdeck." klonk een zakelijke mannenstem uit de luidsprekers. Fall kon zich niet voorstellen dat mensen interesse hadden in de ongelooflijk dure goederen die ze op het schip verkochten. Het irriteerde haar wel dat de kapitein geen duidelijke tijdsduur door had gegeven voor de rest van de reis, want veel langer zou ze het op de Varas niet uithouden.

Het land kwam in zicht, Fall had nooit veel aandacht besteed aan aardrijkskunde dus ze had geen flauw idee welk eiland er voor haar lag. Het was vrij groot en dicht begroeid, haar intuïtie vertelde haar ook dat het er waarschijnlijk nooit echt koud zou zijn, al was het duidelijk te zien dat het geen tropisch gebied was. Niets zoals thuis, maar Fall stond open voor nieuwe dingen.
De andere mensen op het schip leken het eiland nog niet te kunnen onderscheiden aan de horizon, er zou wel iets mis zijn geweest met hun zicht. Fall was niet verrast toen de kapiteins stem uit de luidsprekers klonk en nog voordat hij het zei wist ze al dat ze binnen ongeveer anderhalf uur het land zouden bereiken. Waarschijnlijk zou het dan, aan de late middagzon te zien, al bijna zijn begonnen met schemeren. Rustig liep Fall de trap af die naar het centrum van de boot leidde en was binnen een mum van tijd klaar om van het schip te stappen. Toen ze met al haar spullen buiten de deur stond gokte ze dat ze nog een uur en een paar minuten de tijd zou moeten vullen voordat ze het schip kon verlaten.
Als eerste ging ze iets te eten halen in het restaurant. Met het geld dat ze van Tabor had gekregen kocht ze een gewone maaltijd en ging aan een tafeltje bij de grote ramen van het schip zitten om in alle rust haar eten op te eten. Ze maakte zich geen zorgen om het geld, want gek genoeg had de man, die ze nauwelijks kende, haar met veel meer dan nodig was geweest opgezadeld. Hij had eerst gezegd dat ze er maar drie dagen van hoefde te leven, vervolgens had hij haar een zak geld gegeven waarmee ze een maand zou kunnen doen. Het had haar achterdocht niet eens gewekt want ze voelde dat hij te vertrouwen was. In de afgelopen dagen had ze uitgevonden dat die nieuwgevonden intuïtie haar meestal op het juiste pad bracht, al leek een deel van haar brein dat te willen kunnen ontkennen.
Voor Fall het wist stond ze op de kade van haar "tijdelijke verblijfplaats" zoals Tabor het had beschreven. Wetend wat zijn definitie was van "om drie dagen van te leven" vroeg ze zich af hoe lang "tijdelijk" inhield. Ieder onderdeel van de reis was uitmuntend verlopen, en zodra Fall haar tas op de kade neerzette om de omgeving te bewonderen kwam er dan ook een jonge vrouw op haar af.
De omgeving was ongeveer het tegenovergestelde van haar thuisdorp. De temperatuur was onnatuurlijk hoog en de zon tintelde op Fall's huid. Terwijl ze gewend was aan de kale, koude, besneeuwde bergen stond ze hier midden in een zomerparadijs. Het leek niet tropisch, en er waren dan ook geen palmbomen of junglegebieden, gewoon een mooie plek, zoals een natuurpark. Alles was groen of felgekleurd met een geweldig assortiment aan mooie, warme kleuren. Het leek net een schilderij, met op de voorgrond de glimlachende vrouw die nu naar haar toe liep en daarachter een landschap waarvan Fall dacht dat hij alleen op ansichtskaarten bestond. De vrouw zelf had kuiltjes in haar wangen en een licht gebruinde huid, haar gezicht was rond en haar ogen stonden vriendelijk. Fall kon het niet laten zich af te vragen wat voor gedachten er scholen achter die glimlach.
'Goede avond juffrouw Kalaan, ik ben uw voorlopige begeleider, noem me maar Mara.' zei Mara de begeleider met een glimlach, ze wachtte niet op een reactie, 'Alles word je binnen kort uitgelegd, al weet ik er de details niet van, ik zal je eerst maar eens even rondleiden.' Fall lette niet echt op tijdens de rondleiding, in plaats daarvan bereidde ze zich voor op wat haar te wachten stond.
Iedereen bleef haar maar "Kalaan" noemen, Tabor had ook iets gezegd over dat ze bij een of ander volk hoorde. Fall was vrij zeker dat haar achternaam de afgelopen 14 jaar niet "Kalaan" was geweest. Dat betekende óf dat Kalaan haar ware achternaam was, en ze toebehoorde aan een andere familie óf dat dit allemaal een spelletje was om haar in de val te lokken, maar dat was wel erg vergezocht.
Fall werd zenuwachtig van het idee dat ergens een nieuw paar ouders op haar wachten. Theoretisch gezien had ze wel ouders, maar die gaven net zoveel om haar als om een lappe pop. Het idee van iemand die haar leerde hoe ze zich moest gedragen maakte haar misselijk. Het idee van mensen die voor haar zorgden omdat ze van haar hielden gaf haar een beklemmend gevoel in haar keel. Het idee van iemand die ze zou teleurstellen door haar acties, die wat dan ook van haar zou houden al was ze een mislukkeling in hun ogen gaf haar zo'n bekeken en schuldig gevoel dat haar gedachten snel afdwaalden naar een ander onderwerp.
Dit alles moest wel iets te maken hebben met de bovennatuurlijke intuïtie die ze had verkregen twee dagen voor Tabor's verschijning. Ze was wakker geworden van een droom waarin ze een kreet hoorde, zoals het huilen van een wolf of het zingen van een nachtegaal maar dan in de vorm van het kraaien van een haan. Zuiver en puur, melodieus en toch simpel, een heel muziekstuk bestaande uit een lange toon. Het had zo natuurlijk geklonken dat Fall zich niet voor kon stellen dat ze nog nooit zoiets gehoord had, een hele nieuwe betekenis van mooi. Fall zou er heel veel voor over hebben om het nog een enkele keer te horen.
'Bij de kade varen regelmatig schepen naar en van het eiland, daarnaast ligt aan beide kanten strand waar de leerlingen van je nieuwe school vaak zullen rondhangen. De tuinen bevinden zich tussen het schoolgebouw en het winkelcentrum, er word geen druk en onrespectvol gedrag getolereerd in de tuinen.' Mara maakte even oogcontact en ging toen weer verder met haar verhaal. 'Verder is daar links het winkelcentrum en rechts zijn de verblijfplaatsen, de school bevind zich achter de huizen en verder dan dat worden leerlingen niet geacht te komen.' Ze maakte weer oogcontact en liep vervolgens al pratend richting de huizen. 'Zolang je je aan de regels houd zal je niets overkomen en er word dan ook maar zelden straf uitgedeeld zolang je je gedraagt, begrepen.' Fall glimlachte en knikte terwijl ze zwijgend zuchtte en zich voorstelde hoeveel problemen ze wel niet zou veroorzaken hier. Fall was niet zo goed met regels.

Reageer (5)

  • PorkPieHat

    Bladwijzer, verhaal lijkt me super!

    1 decennium geleden
  • Morgenster

    Ik blijf nog vaak herhalen dat je goed schrijft.
    Ik ga snel verder lezen, want ben nu toch wel heel erg nieuwsgierig naar de rest.

    1 decennium geleden
  • DecemberRain

    haha sorry volgens mij is er iets mis ,met mijn comp ofzo, ik kreeg dit bericht van een nieuw hoofdstuk pas gister avond, beetje gekkig maar okey super nice suus!

    1 decennium geleden
  • Smeerkaas

    wauw, owkeej =)
    voor mij maakt het niet uit hoor, ik hou van je schrijfsels, mag ik die tekeningen dan ook es zien? Curious!
    leuk geschreven!!

    1 decennium geleden
  • FlyingMinds

    Mooi geschreven stukje!
    Ik vind het alleen wel jammer dat je gestopt bent met die vorige verhaallijn, ik vond het namelijk erg goed :(

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen