Foto bij De 100e Hongerspelen - 216

Katniss liet Adriënne en haar moeder bijna een uur bij elkaar, al bleef ze er steeds bij, maar liet hen tenslotte terug naar hun kamers brengen. Adriënne protesteerde even, maar Katniss was onverbiddelijk.
“Je kent de regels hier, Adriënne, gevangenen mogen niet bij elkaar. En tot je vader verslagen is, zijn jullie dat allebei.”
“En daarna?”
“Dat weet ik nog niet”, gaf Katniss toe. “We zullen niet meteen iedereen vrij kunnen laten.”
“Dacht ik al.” Adriënne zuchtte. “Katniss… Je vertrouwt me toch?”
“Natuurlijk, dat weet je.” Katniss liep naar Adriënne toe. “Maar met een opstand en hele machtsovername, is het moeilijk om zomaar tegen een heel land te zeggen dat iemand te vertrouwen is.”
“Goed dan”, zei Adriënne met een zucht.
“Adriënne, jij vertrouwt mij toch? Je weet toch dat ik doe wat ik kan?”
“Ja, natuurlijk. Ik… Het spijt me, ik wou niet moeilijk doen.”
“Nog een paar dagen en het ergste is voorbij”, beloofde Katniss. “En dan kunnen waarschijnlijk ook losser zijn in met anderen praten.”
“Oké.” Adriënne keek naar haar moeder en omhelsde haar. “Tot ziens, mam.”
“Dag lieverd, ik zie je snel weer.”

***

“Maar waarom heb je Romina dan aangevallen?”, vroeg Vania.
“Ik ben nog steeds een beroeps, ik ben getraind om te moorden”, zei Odette zacht. “Ik, ik wist niet dat ze bij jullie hoorde, tot ik die ene uit elf zag, maar dan was het te laat. En… Ik had geen keuze, Adan viel best mee, maar Jillana vertrouwde me niet en wou me vermoorden. Als ik op dat moment niets had gedaan, zou Adan het tegen Jillana gezegd hebben. Ze waren beste vrienden.” Odette zuchtte. “Maar daarna heb ik jullie wel proberen helpen. Adan was gewond, ik wist dat hij geen kans maakte. Maar hij was de enige zwakte van Jillana. Ik heb hem verzorgd, zijn pijn verminderd, hem in leven gehouden. Het hield ons op, er moest steeds iemand voor hem zorgen, nog maar drie beroeps konden verder, anderen aanvallen.”
“Tot hij stierf”, merkte Vania op.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen