xx

Meteen als we aankomen stormen de ambulanciers de ziekenwagen uit en recht naar Niall die naast ons ligt op de brancard. Ik wil meelopen, maar Liam houdt me tegen. “Wat wil je dan doen?” vraagt hij. Een vraag waarop ik natuurlijk geen antwoord heb, dus dan maar begin te ijsberen. We vragen aan de receptie of alles gaat lukken maar zij weten daar natuurlijk niets van. Ik bedoel, zij zitten daar gewoon en ontvangen mensen, ze zijn geen dokters of zo. Ik spring overactief rond. Ik moet gewoon weten of alles in orde is! Logisch toch! Liam probeert me te kalmeren, maar dat lukt niet zo goed. Zo zitten we daar ongeveer 2 uur. Op van de zenuwen. Moe tot en met. Maar aan slapen denken we geen van beiden. Alleszins, ik toch niet. Ik leg mijn hoofd op Liams schouder en hij streelt geruststellend over mijn haar. Mijn ogen vallen bijna dicht, maar ik dwing mezelf wakker te blijven.

Plots zie ik een dokter uit een gang komen. De gang“Intensive care”. Ik veer recht en trek Liam mee. Ik verwed er al mijn posters op dat hij nieuws over Niall heeft! Met een ernstig gezicht komt hij op ons af. “Jullie zijn familie van Niall Horan?” vraagt hij ons. Ik schud mijn hoofd. “Vrienden” zeg ik. “Beste vrienden” verbetert Liam me, met de nadruk op ‘beste’, waarop ik knik. Ik ken hem nog niet zo goed, maar als Liam het zegt… De dokter knikt. “Ik ben dokter Hopemanch en ik verzorg Niall.” Ik knik. Zijn naam boeit me niet, ik wil enkel weten hoe het met Niall gaat! “Jullie mogen mij volgen naar mijn kantoor” zegt hij en hij wenkt ons hem te volgen. Nu weet ik nog steeds niet of het goed of slecht gaat met hem. Liam lijkt mijn gedachten te lezen want hij vraagt aan de dokter “Dokter Hopemanch –hij had zelfs zijn naam nog onthouden! Ik was die al lang vergeten!- gaat het goed of slecht met onze vriend?” Ik kijk die Hopegedoe zenuwachtig aan, maar het enige wat hij doet is omkijken, zijn wenkbrauwen fronsen en terug voor zich kijken. 'Ja, negeer ons anders!’ wil ik geïrriteerd roepen, maar ik hou dan toch mijn mond. “Hier is mijn kantoor” zegt de dokter terwijl hij op een klein kamertje wijst. Op het naamkaartje zie ik ‘G. Hopemanch’ staan. Aha, zo noemde hij! Moet ik onthouden. Over het kamertje kan ik niet zoveel zeggen. Buiten dat het mini is. Gezellig is anders maar ik stap dan toch naar binnen. Eenmaal binnen zoeken mijn ogen meteen die van Liam. Als ik ze gevonden heb, kijkt hij me geruststellend aan en kalmeert het me toch een beetje. Een beetje. Een heel klein beetje.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen