Foto bij 045

Die vrijdag om kwart voor vijf stond Sam op het vliegveld bij gang vier. Zijn vliegtuig zou om vijf over half vijf landen, dus Zayn zou er zo aankomen. Ietwat zenuwachtig keek ze om zich heen. Een hele horde mensen had zich verzameld om familie en vrienden op te wachten. Groepjes mensen waren met elkaar aan het praten, terwijl zij naar de gate staarde. Wachtend op het moment dat hij eruit zou komen lopen. Tot nu toe was er nog niemand doorheen gekomen. Ze sloeg haar armen over elkaar en stapte van haar ene voet op haar andere. Ze had Robert gewoon eerlijk verteld dat ze haar vriendje van het vliegveld op wou halen. Ze vond dat ze hem nu wel haar vriendje mocht noemen. Robert had haar laten gaan. Zoals ze al had gedacht: omdat ze toch achteraan stond. Chloe had de afgelopen week niks tegen haar gezegd. Ze glimlachte wel is naar haar, maar had nog geen opmerking gemaakt. Zelfs niet tijdens de trainingen voor het Zwanenmeer, die overigens goed verliepen. Sam had het zo ver weten te krijgen dat Roberts mond zowat openviel, iets waar ze Zayn nog steeds voor moest bedanken. Haar ogen gleden naar de vloer, maar keken weer op toen ze geluid uit de gate hoorde komen. Er kwam een groepje mensen uit lopen. Vol verwachting bestudeerde ze de gezichten, maar ze kon hem niet vinden. De mensen werden omhelst door hun familie en vele gesprekken kwamen op gang. Het drong niet tot Sam door. Ze bleef maar naar de gate kijken. Ze hoorde één iemand. Het was alsof ze het aan zijn manier van lopen kon horen. Haar mondhoeken trokken omhoog. ‘Hey!’, riep ze enthousiast toen hij de gate uitliep. ‘Hi!’. Een brede glimlach sierde zijn lippen. Ze liep haastig naar hem toe en sloeg haar armen om zijn nek, waarbij zijn grijze beanie naar de grond viel. Ze voelde zijn armen om haar heen en drukte hem stevig tegen zich aan. De geur van rook en deodorant prikte in haar neus. ‘Ik heb je gemist’, zei ze, terwijl ze naar achter leunde en hem aankeek. Hij glimlachte naar haar. ‘Ik jou ook’. Voor een kort moment drukte hij een kus op haar lippen. Ze glimlachte naar hem. ‘Kom, dan gaan we’. Ze liet hem los en raapte zijn beanie op van de grond. Hij pakte hem uit haar hand en zette hem haastig weer op zijn hoofd. ‘Hoe was je vlucht?’, vroeg Sam. Ze pakte zijn hand en trok hem mee, tussen alle mensen door. Ze zag hoe een paar mensen hen aanstaarden, maar probeerde het te negeren. ‘Goed, we waren om zes uur in Amerika dus-‘. ‘Zes uur al?’. Met grote ogen keek Sam naar hem om. Hij lachte. ‘Ja, om zes uur al, dus toen ben ik eerst met Liam mee geweest naar Scarlett’, vertelde hij. ‘Dus je hebt heel Amerika al gezien?’. Nu was het haar beurt om te lachen. Toen ze de laatste groep mensen voorbij waren, kwam hij naast haar lopen. ‘Ja, dat was heel raar, want in Phoenix was het wel vijfentwintig graden, in Minnesota sneeuwde het en hier zit het er tussenin’. Hij keek door de grote, glazen ramen langs de brede gangen naar buiten. ‘Ja, alle sneeuw is vorige week weggeregend’. Ze keek naar hem op. ‘Heb je nu geen enorme jetlag van al die tijdsverschillen?’. ‘Nee, dat komt vanavond denk ik pas’. Hij glimlachte naar Sam. Ze had geen idee wat hij voor die avond gepland had, maar aan zijn geamuseerde blik te zien ging het wel leuk worden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen