Foto bij 4.Afscheid

Hier is hoofdstuk 3, en nu begint het verhaal eigelijk pas échtxP

"Ik moet jullie iets vertellen."
Yara en Yindé keken verbaasd naar het sombere gezicht van hun vader.
"Wat dan?" zeiden ze in koor.
Hun vader keek even om zich heen, alsof hij zich ervan wou overtuigen dat ze alleen waren. "Dolf mag dit eigelijk nog niet horen, ik zal het hem later vertellen." fluisterde hij zenuwachtig. Yara keek naar het gezicht van haar vader en werd overvallen door een gevoel van verlies. Oppeens wist ze zeker dat hun vader hen zou verlaten, waarom wist ze niet. Ze keek naar Yindé en ook op haar gezicht was angst te lezen, blijkbaar had ook zij allebei een verschrikkelijk voorgevoel. Yara pakte Yindés hand en probeerde dapper naar haar vader te glimlachen.
"Wat is er dan, pap?"
Hun vader ademde even diep in en zei toen, zonder hen aan te kijken: "Ik ga weg. Ik ga mee met het leger tegen de Orlinsh vehten."
Yara voelde tot haar eigen verbazing hoe de tranen over haar wangen stroomde. Yindé haalde verschrikt adem en pakte toen haar vaders hand vast. "Papa, meen je dat echt? Ga je weg? Je kan dood gaan." Bij het woord dood schoot haar stem twee octaven hoger, en ze keek haar vader aan met zo'n grote wanhoop in haar ogen dat die zich onwillekeurig bijna schaamde. "Ja, ik wil niet nutteloos blijven thuiszitten." fluister hij, maar Yara zag aan zijn ogen dat hij het méénde, hij zou echt gaan vechten tegen de Orlinsh en zij konden hem niet tegenhouden. Verdrietig omhelsde ze haar vader en die pakte haar en Yindé vast, naast zich voelde Yara de schouders van Yindé schokken maar dat merkte ze nauwelijks op omdat ook zij niet kon stoppen met huilen.

Voor het eerst kwam er een scheiding tussen de gevoelens van de zusjes. Yindé voelde zich verlaten en verdrietig, maar ze was ook boos op hun vader omdat ze het gevoel had dat hij hen in de steek liet. Toen ze dit aan Yara vertelde, in de veronderstelling dat Yara het preccies met haar eens zou zijn zoals altijd, vond die dat echter harteloos en reageerde ze verontwaardigd.
"Ik snap best waarom hij het wil doen! Ik vind het vreselijk dat hij weg gaat maar ik snàp het wel." zei Yara boos, omdat Yindé niet scheen te begrijpen hoe belangrijk dit voor hun vader was.
"Oja?" vroeg Yindé geërgerd. "Wat snap jij er dan aan?"
Yara sloot haar ogen even terwijl ze aan de gebeurtenissen vijf jaar geleden dacht, die stonden nog altijd in haar geheugen gegrift.
"Weet je niet meer wat er gebeurd is na de geboorte van Dolf?" vroeg ze, nu met veel zachtere stem.
Ze zag Yindés gezicht betrekken maar aan hààr toon was niets veranderd, nog steeds geërgerd zei ze: "Wat heeft dat er nu mee te maken?"
"Het heeft er àlles mee te maken, en dat weet je best."
Ze zwegen allebei een tijdje, allebei verdrietig door het vertrek van hun vader en door de herinneringen aan vijf jaar geleden.
"Maar dan nog, zelf als hij nog steeds verdrietig is om haar dood, wat is dat dan voor reden om aan dat bloedbad mee te gaan doen?" zei Yindé opstandig.
"Hij is niet alleen verdrietig, hij is ook boos, hij wil wrààk." verklaarde Yara, en toen Yindé niets terug zei ging ze verder: "Ik snap hem wel, ik voel ook een verschrikkelijke haat voor de personen die onze moeder hebben vermoord."
"Maar dat valt toch niet op te lossen met wraak!" scheeuwde Yindé het oppeens uit, de tranen stroomden nu weer over haar wangen en woedend veegde ze ze weg. Even leek ze er nog iets aan toe te willen voegen maar toen liep ze boos de kamer uit.
Yara bleef verdrietig achter, terwijl haar gedachte naar haar ouders gingen. Ze was nu veertien, dus waren zij en Yindé negen toen Dolf geboren werd. Ze herinnerde zich nog hoe gelukkig ze waren met hun kleine broertje, en hun ouders, Gianna en Arthis, waren gelukkig met hun alledrie. Drié maanden, drie maand had hun geluk geduurt. Ze sloot haar ogen en dacht aan die fatale dag.

Gianna lachte terwijl ze naar haar drie kinderen keek. Ze streek haar lichtblonde haar uit haar gezicht en pakte de hand van haar man Arthis vast. Allebei keken ze vol liefde naar het tafereeltje voor hun: Yara en Yindé hadden Dolf in het gras neergelegd en kietelde hem. Zijn hoge, vrolijke baby lach schelde door het park. Hier en daar keken mensen om en sommige keken vertederd naar de baby. De oorlog leek iets ver weg, Xiré had weer aangevallen maar wat kon hen dat op dit momment schelen?
Het geluk van dat momment was nog zo echt dat Yara het nog in haar hart voelde nabonken.
Oppeens schrok Yara op van een luide knal, ze hoorde haar moeder gillen en zag haar vader overeind veren. Ze keek naar de plek waar de knal had geklonken en zag verschillende mensen weglopen, en ze zag ook dikke wolken rook. Toen hoorde ze nog een knal, deze keer nog dichterbij. Ze voelde hoe haar vader haar hand vastgreep, hoe hij haar, haar zusje en hun broertje overeind sleurde en hen meetrok naar de uitgang van het park.
In de angst van dat momment wist ze zeker dat ze iets vergaten, maar pas toen ze buiten waren wist ze het: hun moeder. Toen de rookgordijnen wegtrokken en ze het park terug inkonden lag Gianna dood op de grond.

Daarom zou zijn vader nu mee gaan met de oorlog, daarom zou zij hem nooit kunnen tegenhouden. In de vijf jaar was hij de moordenaars van zijn vrouw nooit vergeten, en nu was het tijd om zich te wreken.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen