Foto bij 52. Let's train the Korean way, syn.: 'dying' ~ form of: 'to die'

Please look forward to my next chapter

“Seven!” riep de leerkracht na een vermoeide zucht me naar voren.
“Ja?” vroeg ik zachtjes. Ik wist al wat ik verkeerd had gedaan, maar zweeg toch maar sinds het anders als betweterig en onbeleefd overkwam.
“Ik ben het beu! Iedereen is perfect mee met de choreografie, behalve jij. Je loopt steeds achter met minstens een halve seconde,” sprak de leerkracht me nijdig toe. “De meesten zullen zich misschien afvragen: Waarom kan ze niet goed volgen als ze zelf zo goed is in dansen?
Omdat ze gewoon is om op zichzelf te dansen,” veranderde mijn mannelijke dansleraar mijn fout in een educatieve opmerking. “Omdat ze gewoon is alleen te dansen, voelt ze zich ongemakkelijk in een groep met andere dansers die het misschien wel veel beter dan haar kunnen!
Het antwoord is: nee. Maar door deze onzekerheid en nervositeit verdwijnt het gevoel en het enige wat nog door het hoofd spookt is: ‘Ik moet het goed doen. Ik moet de pasjes kunnen volgen’.
Dit heeft als gevolg het omgekeerde effect van het denken. Juist omdat je te veel denkt, gaat je lichamelijke actie eronder lijden. Hier kan ik moeilijk zeggen wat je fout doet. Je moet zelf je vertrouwen opbouwen zodat je de volgende keren fatsoenlijk kunt dansen.
Onthoud, dit is voor iedereen, dat zelfvertrouwen een heel belangrijke factor is voor een idool!” Hij wierp een blik op mij en knikte dan naar de achterste rij met de slechtste dansers. “Probeer te volgen, denk niet te hard en zorg dat je vorderingen maakt. Volgende les doe je deze dans voor de hele klas en dan wil ik geen enkele fout zien!”
Ik knikte als ik zijn zware taak op mezelf nam. Dansen was geen probleem als het mijn eigen dans en gevoel was, sinds het echt van mij was, maar iemand anders zijn dans…? Ik ademde diep in als de muziek weer startte en bestudeerde elke pas tot in detail, probeerde alles als een lint van gevoelens te krijgen dat ik alleen maar moest aanvoelen.
Later (vrije training ’s avonds laat)
Ik zweette van top tot teen. Mijn haar, hoewel ik het als voorzorg vastgebonden had, hing in kleverige slierten langs mijn hoofd, mijn lichaam stond in vuur en vlam, elke spier voelde ik. Ik rekte me uit en verschillende pijnscheuten schoten door mijn lichaam. Sinds er een paar lesuren waren weggevallen, danste ik al urenlang zonder enige onderbreking.
Mijn beenspieren trilden en deden pijn, alsof ik mijn bot beschadigd had. Ik wist evengoed dat dat niet kon, maar zo voelde het wel aan.
Ik schrok me dood als ik ineens het hoofd van één van de leerkrachten zag. “Het is tijd om naar huis te gaan. We gaan de school zo meteen sluiten,” gebood de man me subtiel het gebouw te verlaten.
“Ah, ja,” knikte ik terwijl ik strompelend mijn spullen bij elkaar zocht en nog onder het toezicht van de leraar de studio en zachtjes de traineeschool verliet. Hoewel ik al die tijd – ik keek even op mijn klok – voor die vijf uur had zitten trainen, voelde ik me nog altijd niet voldaan voor vandaag. Ik had te veel gegeten en dat moest ik nog allemaal wegwerken, dan pas mocht ik gaan slapen van mezelf.
Eenmaal buiten zette ik het op een lopen, letterlijk. Het maakte me niet uit dat mijn benen zoveel pijn deden dat er bij elke stap een pijnscheut door hen heen vloog, zelfs als ik stapte, en zette door. Het enige wat ik nog opmerkte was hoeveel pijn mijn benen wel niet deden, hoe mijn hart abnormaal snel bloed rondpompte en mijn eigen onstabiele ademhaling. De muziek in mijn oren leek er zelfs niet te zijn, zo oorverdovend waren de anderen gedachten en geluiden.
Na een heel park doorgejogd te hebben, belandde ik terug in de bewoonde wereld. Ik negeerde de starende gezichten als ik in het metrostation jogde – het was echt te ver om de afstand te voet af te leggen, dat moest zelfs ik toegeven.
Ik had gedacht dat stil staan een opluchting zou zijn geweest, maar dat bleek uit te draaien als juist het omgekeerde. Stil staan was de hel. Mijn benen trilden van jewelste en zoveel steken schoten door hen mijn lichaam in dat als ik me niet overeind had kunnen houden aan dat paaltje, waarschijnlijk nu op de grond had liggen creperen.
Ik keek met grote ogen naar beneden, terwijl de rest van mijn gezicht in pijn vertrokken was. Wat was er mis? Ik wist dat ik hard had gewerkt, misschien zelfs overwerkt, maar zelfs dan…? Ik verschoof mijn gewicht weer naar mijn benen, gelovend dat het voorval van daarjuist niet meer was geweest dan een ‘voorval’.
Ik was fout, goed fout. Ik verloor mijn evenwicht, mijn benen konden me niet dragen. Ik kneep hard mijn ogen dicht in verwachting de koude en harde vloer van de metro zo onder me te voelen, tot een stem me verstoorde: “Was je van plan om zomaar te vallen en jezelf nog meer te blesseren?”

[NEXT TIME ON: ‘I CAME FROM NOTHING TO BECOME EVERYTHING’]
Ik opende mijn ogen, een nijdige blik wachtte om zich te uitten en keek recht in Kyuhyun’s donkere, spottende ogen. “Jij weer…”

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen