Lieve Mary Ann

Het zijn enkele helse weken geweest, vol herinneringen aan hoe het was. Gek toch eigenlijk, niet? Hoe je zo gemakkelijk van het dagelijkse leven naar iets kan gaan dat je zo veel schrik inboezemt. Dat je hart sneller doet slaan bij de gedachte, en een golf emoties over je heen stuurt, die niet alleen maar goed zijn. Geen enkel mens heeft enkel goede herinneringen en ik moet dat accepteren, maar als nu eens alleen de goede zouden terugkomen, zou dat niet goed zijn? Nee?

Vandaag is het alweer een verschrikkelijk jaar later, de winter is gevallen en sneeuw bedekt de grond als en deken, opnieuw. Alles gebeurt opnieuw en opnieuw zonder ophouden, terwijl je eigen wereld zo voelt alsof alles nog steeds met dat laagje ijs bedekt is, alsof er niets is veranderd, alsof er tijdens de zomer geen warmte was, alles in december bleef. Vandaag, drie december is de dag dat we hem voor de eerste keer zijn oogjes zagen openen. Het was zo’n lief zicht en ik kan het me nog steeds zo gemakkelijk voor de ogen halen, hoe het allemaal begonnen was.

Op dit moment lag hij al een week en half in het ziekenhuis, in het kleine bedje dat zijn naam droeg, en waar je hem amper zag liggen. Zijn kleine borstkas toonde tekens van zijn zachte ademhaling, die enorm geholpen werd door de machines rond zijn bed die me de hele tijd een kleine hartaanval bezorgden als ze weer eens van zich lieten horen. De dokters hadden misschien wel gezegd dat het meestal niets was als ze piepten, dat we ons geen zorgen moesten maken. Wel, het was duidelijk dat we dat wel elke keer deden. Ik en David gingen elke keer door een mini crisis.

Gabriel. Dat was de naam die we voor hem kozen terwijl we bij zijn bedje zaten en hoorden hoe er in een van de kamers naast de NICU een baby geboren werd die zijn keel openzette. Ik was jaloers op die vrouw, hoe vreemd het ook klinken mag. Terwijl wij een baby in de NICU hadden door het ongeluk, zat zij daar met een gezonde pasgeboren baby die lachend bij zijn moeder in haar armen lag en zich lekker vol zoog met zijn moeders zoete moedermelk. Zij kreeg de kans om haar zoon of dochter aan haar borst te voelen drinken terwijl ik mijn melk moest afkolven omdat hij de zuigreflex nog niet had en via een tube recht naar zijn maag gevoed moest worden.

De woede die ik toen voelde die tijd, de haat naar de jonge bestuurder van de wagen die frontaal op de onze inreed en ervoor zorgde dat mijn baby in nood raakte terwijl ik nog maar vijfentwintig weken zwanger was. We hadden nog maar net vijf weken door dat het een jongen zou worden, we hadden net een bedje besteld in mahoniehout en de ruzieden nog over de kleur van de muren in zijn kamer. Ik wilde geen blauw, dat werd te vaak gedaan, elke jongen had bijna een blauwe kamer. Ik wilde groen en dinosaurussen, maar daar was David het niet mee eens. Als de jongen niet dronken geweest was, zou het misschien gemakkelijker geweest zijn om hem te vergeven, maar hij was het, dronken. Zo dronken had hij niet eens meer zijn ogen wilde openen. Later werd ons verteld dat hij een promille 1,9 had en veel alcohol in zijn bloed. Hoewel ze origineel dachten dat hij op een stuk ijs was uitgegleden en niet meer kon stoppen, maar nee, hij was dronken geweest en hoewel het raar leek, maakte dat alles zo veel erger.

Gabriel kreeg nooit de kans om lang te leven. Hoewel hij het goed deed, kreeg hij een infectie op een gegeven moment en plots kregen we telefoon om zeven uur ’s morgens, toen David zich net klaar maakte om zijn eerste dag weer te gaan werken na wat er allemaal gebeurd was, met de melding dat hij niet lang meer te leven had en dat we misschien beter langs kwamen om afscheid te nemen van hem.

Hoewel ik ergens weet dat het erger is om het ziekenhuis in de te gaan met een bewuste gedachte dat je baby dood zal zijn wanneer hij je lichaam verlaat, voelde het aan alsof mijn leven plotseling op zijn kop gezet werd. In mijn hoofd ging ik alle herinneringen na, de eerste keer dat hij op mijn borst gelegd werd omdat de dokters er zeker van waren dat kinderen er beter van worden als ze contact hebben met hun moeder, de eerste keer dat hij zijn oogjes, kraalblauw, opendeed en de eerste keer dat hij verschrikkelijk huilde en huilde, tot ik binnenkwam en zachtjes tegen hem sprak, over zijn kale rugje wreef en hem beloofde dat alles goed kwam. Alles kwam voorbij. Een heel deel van die herinneringen hadden we ook op foto, het was nog zo iets dat de dokter had aangeraden, creëer herinneringen die je kan koesteren wanneer je naar huis gaat zonder je baby.
Die dag voelde het vele erger om het ziekenhuis weer buiten te lopen met zijn dekentje, zijn knuffeltje en zijn ziekenhuisbandje in mijn handen met het gevoel dat de wereld in een blok ijs was veranderd. Ik had hem nog een hele tijd in mijn armen gehouden, net zoals David. Wij waren de laatste personen geweest die hij gezien had.

Nu, één jaar later, voel ik me terug net zoals die laatste dag, hoewel het beter gaat. De winter die ons leven nu in zijn grip heeft is nog steeds niet weg, maar het is oké. We leren hoe te leven zonder de warmte.

- Eanna







Notitie voor na het lezen:
Een NICU is een gespecialiseerde afdeling in een ziekenhuis, waar de kinderen die te vroeg geboren worden of met aangeboren defecten aan het lichaam, zoals bijvoorbeeld hartproblemen terecht komen. Het is in principe een ICU, intensive care unit voor kleine kinderen.
Vanaf vierentwintig weken wordt een baby levensvatbaar beschouwd en kan die, mits een enorm lang verblijf in het ziekenhuis, overleven. Dit is de regel die in België gehanteerd wordt, maar dit kan van land tot land verschillen. In Nederland hanteren ze de zesentwintig weken regel, maar leggen ze kinderen die op vierentwintig tot vijfentwintig weken geboren worden wel aan de beademing, om te zien of ze uit zichzelf ademhalen. Doen ze dit, dan krijgen ook zij een volledige behandeling.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen