Foto bij 31. Sunset and starry sky

Ik kon het niet laten elke drie seconde op de grote verlichtte kerkklok te kijken. Ik was tien minuten te vroeg gekomen omdat ik Tyler niet wilde laten wachten en eigenlijk ook om een beetje minder gespannen te worden. De klok vertelde me dat ik pas twee minuten tegen mijn Chevrolet (waar ik eindelijk de reserve sleutel van had gevonden) aangeleund niet probeerde mijn nagels kapot te bijten, maar dat wantrouwde ik sterk. Ik leek elke tik bij te houden en te horen, en na een tiktak of drie kwam er een grijze pick-up truck de verlaten parkeerplaats op gereden. Ik zou grote afkeer jegens die auto hebben gehad als ik niet had gezien wie er in zat. Mijn gezicht straalde toen hij uitstapte. “He, vroege vogel!” Begroette hij me.
“Ik had er gewoon veel zin in.” Zei ik, mijn schouders ophalend. Hij grijnsde en omhelsde me.
“Je ziet er mooi uit.” Zei hij, nog steeds in de omhelzing.
“Bedankt.” Antwoordde ik verlegen. Ik voelde mijn wangen rood worden. Ik was blij dat hij het mooi vond, want het had me echt uren werk gekost. Uiteindelijk koos ik voor mijn sleehakken, die niet al te hoog waren, een korte spijkerbroek met een gerafeld uiteinde en een wijd, wit hemdje , met de toepasselijke ets van een wolvenkop. Het zou voor erg veel gelegenheden kunnen, aangezien ik nog steeds geen flauw idee had van wat we gingen doen. Ik nam me voor deze outfit mee te nemen naar Villa Wolfe. Toen Tyler me losliet, drukte hij een geurig boeket vol rode rozen in mijn hand. Met open mond keek ik ernaar, waarna een brede glimlach op mijn gezicht verscheen. Ik had nog nooit bloemen van een jongen gekregen. Volgens mij had ik überhaupt nooit bloemen gekregen, hoewel ik ze viel liever had gekregen dan een of andere dure ketting uit Parijs, die als goedmakertje voor pa's langdurige zakenreis diende. “Oh... Bedankt!” Was het enige wat ik uit kon brengen. Voor ik het wist, lagen mijn armen weer om hem heen in een omhelzing. Zo stonden we een tijdje, totdat hij me losliet en zei; “Misschien moet ik je niet langer in spanning laten.” Ik schudde heftig en gretig en zenuwachtig tegelijkertijd mijn hoofd. Dat moest hij inderdaad niet, wilde hij voorkomen dat zijn date knapte van de zenuwen. Hij grijnsde naar me en opende toen het bijrijdersportier van de pick-up voor me. “Stapt u in.” Bood hij me aan. Verbaasd keek ik hem aan. Waarom hadden we hier afgesproken als we toch weer gingen rijden? “Je zult het wel zien.” Lachte hij, bij het peilen van mijn blik. Even bleef ik staan, maar toen ik zijn gezichtsuitdrukking zag, die hem tot een klein, schattig jongetje maakte, droeg ik automatisch weer die glimlach die hij me altijd bezorgde. Ik stapte in, terwijl zij zachte, warme maar tegelijkertijd sterke hand mijn heup ondersteunde als een echte heer. We reden een klein stukje over de weg, zwijgend, maar plotseling sloeg hij een onopvallend en veel te smal bospaadje in. “Rustig maar.” Zei hij, toen hij merkte dat ik me dood was geschrokken. Hij legde zijn hand op mijn ontblote schouder, maar richtte zijn blik -tot mijn grote opluchtig- op het pad. Hij draaide een open plek op en sloeg de motor af. Het werd doodstil. “We zijn precies op tijd.” Zei hij, opgewekt. Nog voordat ik kon uitstappen, had hij de deur al voor me opengehouden, wat me ernstig verlegen maakte. Het was nog licht, dus kon ik goed zien waar we waren. Een gigantische plek, midden in het bos, waar de bomen stopten met groeien en aan de andere kant weer verder gingen. Daartussenin maakten ze plaats voor een prachtig blauw en uitgestrekt meer. “Wauw...” Fluisterde ik. Gefascineerd door het water, merkte ik pas wat Tyler deed toen hij mijn schouder nog eens voorzichtig en teder aanraakte. Ik draaide me om, naar een blauw kleed, met een (nam ik aan) zelf bereidde maaltijd erop en tientallen kaarsjes eromheen. “Die zullen we straks nodig hebben.” Zei hij, doelend op de kaarsen. Hij wees naar de andere kant van het meer, waar de zon steeds dieper wegzakte achter de heuvels, een prachtig reliëf van verschillende tinten in de lucht achterlatend. Lachend schudde ik mijn hoofd en ging op het kleed zitten. Het kon dus toch. De avond kon nog beter worden dan die al was. “Het ziet er verrukkelijk uit!” Bracht ik uit. Tyler's grijns werd nog breder dan die al was. “Ik hoop dat je van lasagne houdt?” Ik knikte heftig op zijn vraag. Ik was dol op lasagne, maar kon, zoals gewoonlijk begon te worden, nu echt alles eten wat ik tegen zou komen. “Water?” Vroeg hij, terwijl hij me een gevulde karaf voorhield. “Graag.” Ik hief mijn glas, waarna ik het in volle staat tegen de zijn stootte.
“Op nog heel veel van dit soort momenten.” Ik herhaalde de woorden van zijn toost en hoopte ze oprecht. We aten ons eten op, zijgen, terwijl de zon volgde, tot die achter de bergen verdween. “Dat was echt heerlijk.” Zei ik, en stapelde mijn lege bord op het zijne. “Engels recept.” Knipoogde hij. Ik bloosde en hoopte dat in de schemering niet te zien was. Weer waren we stil. Ik vond het heerlijk dat ongemak die stiltes niet belemmerde, voor mij tenminste niet, want woorden schoten me op dit moment te kort om te omschrijven hoe gelukzalig ik me voelde. Hij zette onze borden en de schaal, die we helemaal leeg hadden gegeten, op het gras, zodat het de ruimte tussen ons in niet hinderde. Ik kreeg nog een glas water van hem ingeschonken en ik had niet in de gaten dat hij dichterbij was komen zitten, dus het was echt geheel per ongeluk dat onze handen elkaar raakten toen ik ging verzitten. Alweer werden mijn wangen rood. Hij leek totaal geen moeite te hebben met onze aanraking en verstrengelde zijn vingers met de mijne. Ik haalde inwendig mijn schouders los en maakte geen aanstalten om onze vingers van elkaar los te maken. Zo bleven we dus zitten, kijkend hoe de sterren een voor een verschenen en de nacht ons overspoelde, terwijl de krekels ons hun eigen, romantische lied toezongen. Zonder ook maar een woord te zeggen, werd deze date de volmaaktste van mijn leven.
Toen de maan aan de hemel stond, nieuw en trots, gooide ik er plotseling uit; “Het is triest eigenlijk, hoe de zon en de maan elkaar achterna zitten, zonder dat ze het van elkaar weten en zonder dat ze elkaar ooit zien.” Geschrokken van mijn eigen openheid, beet ik op mijn lip, om te voorkomen dat ik nog meer stomme dingen zou zeggen waar ik later spijt van kreeg. Maar hij knikte instemmend. Misschien omdat het ons perfect omschreef; Hij, de zon die mij, de maan, altijd licht kon laten geven, zelfs in donkere tijden. We hadden gevoelens voor elkaar, zonder dat we het van elkaar wisten en toen we het wisten, werd de maan van de zon gescheiden, en voor haar gevoel naar de andere kant van de wereld. Het is zo dat de zon en de maan elkaar soms zien, heel even, als de maan stiekem uit huis is geglipt, om een volmaakt moment lang bij elkaar te kunnen zijn. Ik had al dat mijn lippen over willen laten komen en het met hem willen delen. Uiteindelijk zei ik enkel; “Ze lijken op ons.” Zacht, alsof ik bang was dat de worden zouden breken. Weer knikte hij alleen maar. Het duurde een lange tijd voordat hij weer sprak. “Alleen is er tussen ons en hen een klein verschil.”
“Wat dan?” Fluisterde ik ademloos. Hij kwam dichterbij en bij elke millimeter afstand die hij overbrugde, sloeg mijn hart meer slagen. Hij bracht zijn mond naar mijn oor en fluisterde nog zachter; “Wij zullen elkaar wel voor altijd blijven zien.” Mijn ademhaling versnelde ook, en elke keer dat ik het naar buiten blies, veranderde het in een klein, wit wolkje. Ik knikte, net als hij had gedaan. Ik wist niet of hij bedoelde dat we elkaar bleven zien in de villa of als stel, maar zijn antwoord kwam snel genoeg. Tylers lippen verplaatsten zich de zijkant van mijn gezicht en bleven voor mijn lippen hangen. Mijn hart bonkte mijn kas uit, maar op een manier die ook wel iets prettigs had. Hij aarzelde, alsof hij wachtte op mijn goedkeuring. Dei ik hem gaf, door de afstand die nog tussen onze gezichten zweefde, te overbruggen. Ik wist niet wat me bezielde, maar ik kon me gewoon niet bedwingen. Ik legde mijn hand in zijn nek, streelde zijn haar. Toen, alsof dat een teken was geweest, bracht hij zijn lippen naar de mijne, maar nu raakten ze elkaar echt. Zijn lippen waren warm en zacht en smaakten naar hem. Smaakten naar meer. Hij trok zijn gezicht terug. Nee, ik wilde niet dat dit afliep! Hij kuste me nog eens, op dezelfde manier als hij net had gedaan. Ik haalde mijn arm onder ons vandaan, wat ons de enige steun had geboden. We viel verstrengeld neer op het kleed. Het geluid van de krekels leek in mijn oren af te zwakken en alles om ons heen vervaagde en vervloog. Ik wilde niets anders proeven, ruiken, horen, zien en bovenal voelen, behalve hem. Weer lieten zijn lippen mijn mond los. Zijn helder blauwe ogen keken me aandachtig aan, leken 'weet je het zeker?' te vragen. “Alleen als jij...” Begon ik, maar dat was genoeg voor hem om me te onderbreken door onze lippen als de zon en de maan te herenigen. Deze keer had onze kus een nieuwe dimensie en ik opende mijn mond, gaf me aan hem, -ons- over. De band van Tylers auto, waar we zonder het te merken tegenaan gebotst waren, verbrak ons magische moment en herinnerde ons eraan hoe laat het al moest zijn. We stopten, moesten onszelf van elkaar losmaken, beide met tegenzin. Terwijl ik opstond en de kaarsen een voor een uitblies, vouwde Tyler het kleed op. Toen we alles weer in de laadbak van de pick-up hadden geruimd, liep ik naar het water. Op het moment dat mijn vingertoppen het aanraakte, verschenen er kringen die het spiegelbeeld van mij vervormden en uiteindelijk weer straktrokken. Zo was het net of ik haar kon aanraken, het onbereikbare meisje dat zo vreselijk verdacht veel op mij leek.
Ik schrok op van Tyler, die naast me kwam staan. Hij was zo geruisloos aangekomen, of ik was zo diep in gedachten geweest dat hij gewoon ineens naast me verscheen, tot aan onze knieën in het water. Tot over onze oren verliefd. Tot... Hij me weer kuste, in het water. Een tinteling schoot door mijn lichaam. Zonder er bij na te denken trok ik hem verder het water in, hem geen moment loslatend. Veel te bang hem los te laten en hem nooit meer te zien, door een meteoriet uit balans gebracht te worden en uit mijn baan om hem heen te raken. Ik duwde die gedachten uit mijn hoofd en concentreerde me op hem. Toen ik het water door mijn hemd heen voelde sijpelen, trok ik het over mijn hoofd en gooide het moeiteloos aan de kant. Ik liet hem geen moment los, daar in het water, hoewel we er ongemerkt steeds dieper ingingen. Ik wist niet wat er allemaal gebeurde, het enige wat ik besefte was dat ik bij hem wilde zijn, hem niet zou loslaten, wat er ook mocht gebeuren. Een grote hoeveelheid water, deed me onze kus onderbreken voor een hevige hoestbui. Ik realiseerde me dat onze voeten de bodem nauwelijks nog konden raken, waarbij hij me van zich losmaakte en onze inmiddels bekende betovering uiteenspatte.
Tyler reed me weer terug naar de kerk, die er nog wijzer uitzag in het donker. “Tyler?” Fluisterde ik voor we uitstapten. Hij keek me vragend aan. “Bedankt. Het was echt een geweldige avond.” Zijn 'graag gedaan' bestond uit een laatste kus.
“Ik ga je missen.” Zei hij, voordat hij me weer losliet. “Ik ga je missen als de zon de maan.”
“En ik jou als de maan de zon.” Ook al resteerde mijn proefperiode nog maar een paar dagen, ik zou hem toch vreselijk missen. Mijn hoofd zat zo vol met Tyler dat ik aan niets anders kon denken. Helder kon denken. Ik glimlachte, legde mijn hand even op zijn gezicht en stapte toen met mijn bos rozen de auto uit. Ik zwaaide naar hem terwijl ik de straat uit reed en hem meteen al begon te missen.
De hele weg lang dacht ik aan de perfectie van de avond, onze kus, hem... Eigenlijk had het slecht moeten voelen dat onze kus zo snel was gekomen, maar dat voelde het niet. Ik kon het niet eens over mijn hart verkrijgen dat te voelen. Integendeel. Het was alleen maar perfect geweest en ik kon niet stoppen met daaraan denken. Mijn lippen tintelde nog steeds en voor het eerst sinds weerwolven een belangrijke rol in mijn leven waren gaan spelen had ik niet het gevoel dat ik dagen en nachten achter elkaar zou willen slapen. Ik was dat ik me een slet zou moeten voelen, maar dat lukte me gewoon echt niet, hoe hard ik het ook wenste. Tyler was te... Te lief, te leuk, te schattig... Misschien was 'perfect' alweer het woord wat ik zocht. Of eerder 'zon'. Mijn zon, die ik niemand uit mijn sterrenstelsel zou laten slaan.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen