Foto bij Emily - 2

‘Waar is mam?’ Yasmine en Lucas zaten op de bank, met hun blik eerder nog op de televisie gericht maar nu naar mij. ‘Op het werk denk ik,’ antwoordde Yasmine. Ik knikte. Logisch ook eigenlijk, het was maandagmiddag.
‘En pap is ook weer aan het werk, natuurlijk, heb ik weer,’ mompelde ik. Yasmine keek alweer naar de televisie, maar Lucas keek naar het wiskundeboek dat ik vast had. ‘Moderne Wiskunde,’ las hij hardop voor. Ik knikte. ‘Heb je huiswerk?’
Weer knikte ik. ‘Ja, alleen wiskunde en ik gaan niet zo goed samen, we snappen elkaar niet echt,’ vertelde ik. Lucas lachte even. ‘Kan jij haar niet helpen Luuk?’vroeg mijn zus slijmerig. Ze legde haar hand op zijn schouder en keek hem vragend aan. ‘Lucas is een architect, hij kan je vast wel helpen,’ legde mijn zus aan mij uit. Lucas haalde zijn schouders op. ‘Ik kan het altijd proberen.’
Een kwartiertje later was hij druk aan het uitleggen over hyper- en parabolen en allerlei andere grafieken en bijbehorende formules. Wonder boven wonder snapte ik tot nu toe alles.
‘Ik ben even naar de winkel om eten te halen,’ zei mijn zus. Die met jas en schoenen al bij de deur stond. ‘Is goed, tot zo!’ zei Lucas. Hij schoof de leesbril met een zwart, dik montuur – die hij voor hij met de uitleg begon had opgezet – van zijn neus af. ‘Ik vind dat we wel even pauze kunnen nemen.’
‘Dat vind ik een ontzettend goed idee,’ zei ik lachend. Ik stond op en liep naar de koelkast toe, waar ik voor ons beide een blikje cola pakte. Mijn ouders kochten altijd blikjes, zodat zij na het werk niet met stapels afwas opgescheept zaten. Het was eigenlijk wel slim bedacht.
‘Ik snap niet dat ik dat al die tijd zo moeilijk heb gevonden,’ merkte ik op, terwijl ik het lipje van het blikje opentrok. Er spoot wat cola uit, waardoor Lucas moest lachen. We dronken een tijdje zwijgend van onze cola..
‘Dus,’ mompelde ik, ‘hoe zit het nou precies tussen mijn zus en jij?’
Lucas leek een beetje in de war door mijn vraag, maar gaf toch antwoord. ‘Het is een beetje ingewikkeld. Zoals je misschien wel weet vindt jouw zus mij leuk, maar ik ben er nog niet zo zeker van. Begrijp me niet verkeerd, je zus is een leuke meid, maar ik voel niets als ik bij haar in de buurt ben of als ik aan haar denk. Snap je?’ Ik knikte. ‘Ze weet ook dat ik niets voel, dat heb ik haar laatst verteld, maar ze zei dat het gevoel vanzelf wel zou komen. Ze stond er op dat we het moesten proberen. Als je zus iets wilt, dan blijft ze ook wel vechten tot ze het krijgt,’ zei hij met een lachje. Ik moest ook even lachen. Het klonk wel precies als Yasmine.
‘Ik heb hetzelfde probleem,’ vertelde ik. ‘Er is een jongen die mij leuk vindt, maar ik zie hem niet op dezelfde manier. Ik zie hem gewoon als een normale vriend, iemand waarbij ik me fijn voel en waar ik graag mee om ga, maar waar ik alleen vriendschappelijke dingen mee wil doen. Ik weet alleen nog niet hoe ik het hem moet gaan vertellen.’
Lucas knikte begrijpelijk. ‘Sommige mensen zeggen toch dat liefde groeit, dat liefde op het eerste gezicht niet bestaat? Misschien hebben ze wel gelijk. Misschien verschilt het per persoon hoe lang ze er over doen om ‘de liefde te voelen’. De één weet al meteen dat het goed zit, maar de ander twijfelt nog. Wie weet, misschien word ik straks wel jouw zwager, omdat cupido zijn pijl wel op mij had geschoten, maar dat het met een omweg is gekomen,’ zei Lucas. Er zat misschien wel een kern van waarheid in. ‘Weet je zeker dat je architect bent, ben je niet stiekem een filosoof?’ vroeg ik lachend. Lucas moest ook lachen.
‘Ik heb ook eigenlijk geen haast, die liefdespijl mag wat mij betreft nog wel een paar jaar onder weg zijn.’
‘Liefde moet je niet overhaasten.’ Lucas nam nog een slok cola en zette toen zijn leesbril weer op. ‘Nou hup, we gaan weer verder.’
Niet veel later – terwijl ik bezig was met het oplossen van een vergelijking en Lucas vanaf de andere kant van de tafel mee keel – kwam mijn zus terug van de winkels. Ze zette de volle – en waarschijnlijk zware – boodschappentas op de tafel en keek Lucas en mij aan. ‘Lukt het een beetje?’ vroeg ze, terwijl ze een krop sla uit de tas haalde en hem op de tafel legde. Ik knikte.
‘Ze begint het te begrijpen,’ antwoordde Lucas.’Mooi zo.’
Yasmine haalde de rest van de boodschappen ook uit de tas, met behulp van Lucas, en stalde ze uit op de tafel. Ik had nog net genoeg ruimte om mijn vergelijking op te lossen.
‘Yasmine,’ hoorde ik Lucas zeggen. Ik keek op en zag de twee aan het hoofdeind van de tafel staan. Yasmine keek vragend. ‘We zouden binnenkort toch gaan bowlen?’
Mijn zus knikte. ‘Misschien willen Emily en…’ Lucas keek mij vragend aan. ‘Sjors,’ hielp ik hem. ‘Juist, Sjors. Misschien willen Emily en Sjors ook wel mee? Als jij dat goed vindt tenminste.’ Mijn zus keek eerst nog een beetje bedenkelijk, maar knikte dan toch. ‘Ja, dat is goed. Als Sjors en Emily het ook goed vinden?’ Yasmine keek mijn kant op. ‘Ik vind het goed, ik zal het aan Sjors vragen.’
‘Dat is dan geregeld,’ concludeerde Lucas. Mijn zus zette een geforceerde glimlach op. Waarschijnlijk vond ze het helemaal niet zo’n goed idee, ze had waarschijnlijk een leuk avondje met zijn tweetjes in gedachten voor haar en Lucas. ‘Jazeker.’

Vier dagen en een heleboel omgegooide kegels later, zaten we bij de bowlingbaan. Precies een week geleden zat ik hier ook, met Sjors. Nu zat ik naast Lucas. Sjors was voor ons allemaal wat te drinken aan het halen en mijn zus was even naar het toilet, maar aangezien zij aan de beurt was, moesten Lucas en ik wachten. Spotlights in allerlei verschillende kleuren schoten door de kamer en uit de speakers knalde één of andere Nederlandstalige carnavalshit, op vrijdagavond was er altijd disco bowlen.
‘Sjors is een leuke jongen,’ merkte Lucas op. ‘Dat is hij inderdaad, maar ik weet niet of hij nou wel mijn type is,’ zei ik. Lucas zweeg even. ‘En ik wil hem niet met een kluitje in het riet gooien. Ik wil hem niet het idee geven dat ik hem leuk vind, als ik dat niet doe. Snap je?’ Lucas knikte.
‘Maar aan de andere kant is het misschien het proberen wel waard, je weet maar nooit.’ Ik zuchtte.
‘Als er dan toch geen chemie blijkt te zijn, heb je hem alsnog met een kluitje in het riet gestuurd,’zei Lucas. Daar had hij gelijk in.
‘Maar kijk nou naar hem, hij is zo knap.’ Ik keek naar Sjors, die iets verder op bij de bar stond en even glimlachte toen hij zag dat ik naar hem keek. Ik glimlachte terug en keek Lucas vervolgens weer aan, die mij op zijn beurt met een afkeurende blik aankeek. ‘Als er één ding is wat ik in mijn vele jaren ervaring heb opgestoken, is het wel dat uiterlijk er niet toe doet,’ zei hij. Ik haalde mijn schouders op. ‘Maar het is wel een fijne bijkomstigheid,’ stelde ik vast. Lucas knikte nu. Ook al zij hij het niet hardop, hij vond waarschijnlijk toch dat ik wel gelijk had.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen