Foto bij [Schrijf opdracht] Verboden woord.

Dahlia Peterson.

Opdracht 4
Deze mogen jullie zelf kiezen. Kies een emotie, waar je je hele verhaal over gaat schrijven. Het is echter verboden het woord zelf te gebruiken. Synoniemen mag je wel gebruiken, al staat vrolijk en blij natuurlijk wel erg dicht op elkaar. Daag jezelf uit om de emotie op mij over te brengen. Ik wil de emotie dan ook NIET van tevoren weten, maar zet het woord in een spoiler onder je verhaal, zodat ik toch kan kijken of ik de goede richting uit ben gegaan. Als je jezelf uitdaagt de emotie aan mij over te brengen, kun je extra punten scoren!

Stel je voor, je neemt de emotie verdrietig. Het woord verdriet wil ik dan niet in je verhaal zien, dat is je verboden woord. Als je jezelf dan wil uitdagen, zou ik bijvoorbeeld geen tranen laten voelen, want dat ligt erg dik op dat je de emotie verdriet heb gekozen.

Min. aantal woorden: 800
Max. aantal woorden: 1500

Kreunend liep ik over het grindpad richting de zee, het was zo dom geweest dat ik geen slippers aan wilde. Vermoeid klauterde ik op een rotsblok en masseerde mijn voeten. Het was nog een klein stukje tot aan het zand. Voorzichtig ging ik op de rots staan en bekeek mijn uitzicht.
Het was onvoorstelbaar mooi, zo vredig en zo kalm. De zon stond laag aan de hemel en een zacht briesje speelde met mijn haren. Zuchtend staarde ik in de verte, waarom was het leven zo moeilijk. Sinds de verhuizing was er alleen maar ruzie, alsof alle vreugde uit de wereld verdwenen was.
Mijn ouders ruzieden alleen maar, mijn zusje huilde constant. En ik, ik ontvluchte de boel. Soms werd het me allemaal te veel en was mijn enige uitweg hier, op het strand. Waar geen verplichtingen waren, quasi enthousiasme of een neppe glimlach. Nee hier kon ik mijzelf zijn.
12 maanden wist ik me staande te houden tegenover mijn ouders. Maar ik had zo'n verschrikkelijke heimwee naar huis. Naar mijn familie en vrienden. Naar mijn vrolijke ouders. Ik hield van ze, maar ze maakten me het aardig moeilijk. Het idee dat ik hier nog langer moest zijn maakte me paranoia, het lag niet aan het land. Het land was prachtig, de mensen waren vriendelijk. Maar wanneer ik thuis kwam sloeg de boel weer om.
Het voelde alsof ik vast zat in een droom, een droom die mooi begon maar eindige in een nachtmerrie. Dit leven leek op een gigantisch lange vakantie, waar geen einde aankwam. Een lange pijnlijke houvast waar ik niet uitkwam. Ik wist niet wat ik moest doen om mijn ouders terug naar mijn thuis land te krijgen.
Waarom hadden ze dan ook die baan aangenomen? Waarom die verhuizing? Ik wilde mijn oude leven terug.

Na een lange tijd piekeren besloot ik terug te lopen naar huis, de kiezel stenen grijnsden gemeen naar me toen ik mijn voet voorzichtig neerzette.
Eenmaal thuis zou ik gelijk naar bed gaan, hoe eerder ik ging slapen hoe sneller het morgen werd. Zo kwam ik misschien nog een keer uit deze nachtmerrie weg. Ik stak het sleutel in het slot en gooide de deur open. Ik hoorde hoe mijn ouders zachtjes aan het praten waren. Eindelijk.
Ik sneakte voorzichtig richting de trap, maar helaas werd ik opgemerkt.
"Waar ben jij geweest?" sneerde de hoge stem van mijn moeder langs mijn oren. "Het strand, mam."
"Jongedame, die toon staat me niet aan." Ik keek mijn moeder strak aan en liep zonder te zeggen langs haar heen.
Alles sloeg hier op hol, ik hoorde hoe mijn moeder mijn vader riep. Ze schreeuwden weer tegen elkaar. Ze waren zover van hun pad dat ze niet meer wisten wat goed of fout was. Er heerste hier een enorme chaos. Als een razende stampte ik naar boven. Voor het eerst in mijn leven zag ik het hier in huis niet meer zitten. Er hing hier een vloek in het huis, een vloek die snel verbroken moet worden voor dat het uit de hand loopt. Het moet nu echt veranderen anders kunnen mijn ouders er de donder opzeggen dat ik het eerste vliegtuig terug naar huis neem. Mijn ouders waren zo hypocriet.
Misschien was het het beste als ik een tijdje weg ging. Dan zou alles misschien tot rust komen.
Ik plofte op mijn bed en keek uit het raam. Ik wikkelde mezelf als een rolletje in de dekens. Ik vreesde voor het ergste.
Beneden was de sfeer weer aardig opgelopen en ik hoorde mijn zusje zachtjes huilen in de kamer naast mij. Ik stond op en openden de deur van haar kamer. Haar ogen waren vuur rood, het zag er naar uit dat ze al de hele tijd aan het huilen was. Ik schuifelde zachtjes haar kamer in en sloeg mijn armen om haar heen. Ze viel vermoeid tegen me aan en ik voelde hoe mijn schouder langzaam nat werd.
"Het komt niet meer goed." fluisterde Lana zachtjes terwijl ze haar tranen weg veegde. "Alles is verkeerd gegaan."
Nu begon ik ook te huilen, al de opgepropte tranen vloeiden langzaam langs mijn wangen naar beneden. Lana trok mij tegen haar aan, nu waren de rollen omgedraaid. Het kleine zusje troost de oudere. Het was best ironisch.
Een lange tijd zaten we samen tegen elkaar gedrukt tegen de muur. Ik hoorde voetstappen die zich naar boven leden.
Het was pap, dat kon je al gelijk herkennen aan zijn olifantsstappen. Ik keek Lana aan, we vreesde voor het ergste.
"Laan, zullen we samen terug naar huis gaan.." ze knikte zachtjes. "Ja, we gaan naar huis."
Ik stond op en veegde mijn gezicht af. Ik sloop naar mijn kamer en zag papa hopeloos op de trap zitten. Hij zag er vermoeid uit.
Zo snel mogelijk liep ik mijn kamer in en opende mijn kast. Onderin achter alle stapeltjes kleding vond ik een klein glazen potje. Ik had hem sinds ik klein was, mijn kleine spaarpot. Met een knal gooide ik hem op de grond en pakte de rolletjes geld tussen de glasscherven weg. Het verbaasde me niks dat niemand kwam kijken wat er was gebeurd. In totaal had ik 260 euro, het moest genoeg zijn om met de trein te reizen. Ik griste een tas van de grond en pakte de zo nodige dingen. Lana had precies het zelfde gedaan, ze had haar spaarpot opengebroken en haar kleding ingepakt.
"Het is tijd dat we gaan." zei ik standvastig. We konden niet via de trap dus besloten we via het balkon op mijn ouders kamer te gaan.
Ik trok de gordijnen van de muur en knoopte ze stevig aan elkaar vast.
"Ik ga eerst oke?" Lana knikte angstig en hield mijn hand stevig vast. Ik klom over het balkon heen en liet mezelf voorzichtig naar beneden glijden.
Ik haalde pas weer adem toen ik met zekerheid op de grond stond.
"Kom maar naar beneden, ik zal je nooit laten vallen, ik zal je vangen"


Verboden woord: Wanhoop

Reageer (1)

  • ninamadelief

    is dit jou schrijfwedstrijd?

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen