Foto bij Schrijfwedstrijd Dooddoenervo - Opdracht 3 - Angels in Hell

Opdracht 3: De briefing

In HP 7 wordt duidelijk dat de dooddoeners vaak samenkomen voor een briefing.(vergadering) Nu roept de heer van het duister jou op voor een vergadering! Wat wordt er besproken? Welke dooddoeners zijn er nog? Wat wordt er beslist? Dit leg jij uit in minimaal 500 woorden!
Extra: wederom moet ik de manier van schrijven zien van Rowling. Ook een titel zou leuk zijn. Maar dit keer krijg je een tijd. Heel het verhaal moet in de verleden tijd staan.
PS een cover = een bonuspunt.

Dooddoenervo: houden aan de opdrach o.a, juiste hoeveelheid woorden + originaliteit 10
Chocolata: grammatica 10
MistSnich: extra 10

Afgeven: zaterdag 12 october 00:00u
Uitstel vragen kan tot vrijdag 11 oktober 20:00u
Uiterlijk afgeven uitstel: dinsdag 15 oktober 00:00u

Conor wachtte al weken op bevelen van hogerop, maar toch was hij verbaasd toen Yaxley persoonlijk in zijn woonkamer verscheen om hem naar Malfoy Manor te brengen, de voorlopige thuisbasis van de Dark Lord en zijn meest trouwe volgelingen. Het verafschuwde Conor dat deze plek ervoor gekozen was. De Malfoys waren een van de oudste en rijkste tovenaarsfamilies, dus het gebouw en de uitgestrekte gronden eromheen waren beide indrukwekkend in het oog van de gemiddelde mens, maar desondanks was het eigenlijk te klein voor de grootheid die het huisvestte. Een legende hoorde trots op de troon in zin eigen kasteel te zitten, niet ondergedoken in de ouderwetse villa van een van zijn minder loyale onderdanen.
      Conor was nog nooit in Malfoy Manor geweest, maar zijn eerste indruk was dat het vooral uit lange, duistere gangen leek te bestaan, die slechts werden verlicht door een enkele kaars hier en daar. Het schijnsel gaf een vreemde glans aan het lichtblonde haar van Yaxley, die voor Conor uit liep. Het leek alsof hij een aureool om zijn hoofd had liggen, wat Conor minder ironisch voorkwam dan het ooit zou hebben gedaan. Ze waren immers engelen, in zekere zin - duistere, die soms bruut geweld moesten inzetten om de wereld te zuiveren van het onreine, maar desalniettemin machtige wezens die het juiste voorhadden met de mensheid. Dat hij zichzelf ooit bijna van deze zekerheden had laten afleiden maakte niet meer uit, want hij was weer terug op het juiste pad. Hij zou ervoor vechten om daar te blijven tot het bittere einde en zou daarvoor alles inzetten wat hij nog in zich had, zelfs al leek dat op sommige dagen bijzonder weinig te zijn.
      De laatste gang kwam uit in een halletje, waar een dunne en een wat meer mollige man met vrijwel identieke zwarte snorren zaten, die hij herkende als Blackwood en Cheney. Conor knikte naar hen en voor het eerst veroorloofde hij zichzelf een vraag.
      “Dit is een besloten vergadering?”
      “Er is geen sprake van een werkelijke vergadering,” bromde Yaxley. Hij knikte naar een dubbele deur. “Jullie zijn hier om een nieuwe taak toegewezen te krijgen. Hij wacht.”
      De deuren vlogen vanzelf open en een ruime, vierkante kamer werd zichtbaar. In een cirkel stonden verschillende stoelen en zetels, maar alleen de veruit meest rijk versierde was bezet. Cheney, altijd al een idioot, wilde zijn dikke achterkant neerlaten op een van de vrij zitplaatsen zodra hij de kamer betrad. Een onverwacht gesis van Nagini, die in de diepe schaduwen onder de stoel van haar meester verborgen had gelegen, zorgde ervoor dat hij onmiddellijk weer opsprong en verontschuldigingen begon te mompelen.
      “Stilte,” beval de Dark Lord. “Jullie zullen hier niet lang zijn, dus blijf staan.” Conor was zich er vrij zeker van dat Cheney zelfs stopte met ademhalen. Hij vroeg zich af of zijn eigen opgewonden kloppende hart niet te veel lawaai maakte.
      “Lord,” vroeg Blackwood na enkele lange, ijzige tellen, “mag ik vragen op welke manier wij u van dienst kunnen zijn?”
      De Dark Lord nam zijn tijd. Nagini kwam een eind onder de stoel vandaan en de Lord legde haast liefkozend een hand op het hoofd van het dier dat er bijna net zo angstaanjagend en indrukwekkend uitzag als hijzelf. Hij keek zijn drie Death Eaters niet aan terwijl hij sprak, maar zij hem ook niet, want ze hielden hun ogen neergeslagen. “Zoals jullie zullen hebben vernomen, is Yaxley bezig het Ministry te infiltreren. Om het proces te versnellen is een meer stevige basis nodig, dus hij zal jullie banen bezorgen in het Department dat onder zijn leiding staat.”
      Ineens was het niet meer Conors hart dat luid klopte, maar klonk het alsof er vlak naast zijn oren op een trommel werd gebonkt. Het Ministry was een plek waar dagelijks honderden tovenaars samenkwamen, terwijl hij er in jaren niet meer bijeen had gezien dan de helaas bescheiden groep resterende volgelingen van de Dark Lord. Er werkten mensen in dat instituut die hij had gekend, jaren geleden, in zijn jeugdig onbezonnen tijd met Fabian. Mensen zoals Arthur Weasley, die hem ongetwijfeld nog steeds zou herkennen en zou weten wat hij had gedaan.
      Het bloed gonsde door zijn lichaam en hij werd een beetje licht in zijn hoofd. Rationeel gezien wist hij dat hij een enorm risico zou lopen, en de Dark Lord moest het ook weten, maar hij was niet bang. Integendeel, hij keek er naar uit. In deze tijden was dit waarschijnlijk zo dicht als hij zou komen bij een zelfmoordmissie. Het zou de ultieme eer zijn om voor het goede doel te mogen sterven als martelaar. Hij was niet bang voor de dood, allang niet meer. Hij was immers reeds een engel.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen