Foto bij Breakup fic: versie C

Oliver zat al op de bank toen Percy zijn appartementje binnenkwam. “Hallo,” zei hij, verbaasd dat Oliver gebruik had gemaakt van de sleutel die hij hem maanden geleden had gegeven. Dat had hij nog nooit eerder gedaan.
      “Hoi,” antwoordde Oliver. Hij klonk bij lange na niet zo opgewekt als anders, en opeens wist Percy waarom Oliver het zo belangrijk vond hem te zien dat hij hem zelfs in zijn eigen huis had opgewacht.
      Hij wendde zijn blik onmiddellijk af. Hij had dit al een lange tijd aan voelen komen, maar hij was er niet klaar voor. Hij zou er nooit klaar voor zijn. “Ik moet dit opbergen,” zei hij, terwijl hij de volle boodschappentas die hij droeg even omhoog hield.
      Oliver knikte, dus Percy vluchtte naar de keuken. Hij liet de tas op de grond vallen, plantte zijn beide handen op het aanrecht en probeerde de paniekaanval die op kwam borrelen te onderdrukken. Dat was niet wat hij nodig had. Als wat hij vermoedde echt stond te gebeuren, moest hij er tenminste als een volwassene mee om kunnen gaan.
      Hij trok wat willekeurige keukenkastjes open en propte er zo veel mogelijk in. Hij zou zich later wel zorgen maken om het feit dat de Earl Grey niet naast het schoonmaakazijn hoorde te staan, want hij kon op dat moment de rust niet vinden om na te denken over de juiste plaats voor theezakjes. Het leek allemaal zo vreselijk onbenullig. Wie kon het nou wat schelen hoe boodschappen in de keuken waren opgeborgen? Het leek ondenkbaar dat mensen zich daar druk over konden maken terwijl er ook altijd grotere, oneindig meer duistere zaken op de achtergrond lagen te sluimeren. Hoe had hij het zelf ooit voor elkaar gekregen om zijn keuken netjes op te ruimen? Hoe had hij ooit dingen kunnen doen zonder te hyperventileren bij de gedachte dat het altijd mogelijk was dat de enige persoon waar hij nog iets om gaf hem zou verlaten? Hij zou helemaal in zijn eentje tegenover de wereld staan. Hij wist dat hij de afgelopen tijd heel veel verkeerde beslissingen en inschattingsfouten had gemaakt, maar zijn hoofd was niet zo verrot dat hij niet besefte dat dit belangrijk was, en hoe.
      Het liefst was hij zelf ook in een van de keukenkastjes gaan zitten. Hij zou zich er kunnen verstoppen voor al zijn verantwoordelijkheden en zich verbergen wanneer Oliver hem na een tijdje kwam zoeken. Oliver zou hem niet vinden en verward weggaan, en hij zou met de deur dicht in het kastje kunnen blijven zitten en nergens aan hoeven te denken. Nog nooit had een vooruitzicht aantrekkelijker geklonken dan dat.
      Maar dat kon hij niet doen. Hij was heel veel dingen - een betweter, een strever, een man die zijn familie in de steek had gelaten, een verdwaalde jongen die te trots was om toe te geven dat hij naar een knuffel van zijn moeder verlangde - maar hij was in zijn hart geen lafaard. Hij voelde zich vaak zo, en hij zou het graag zijn, maar hij had er te veel eergevoel voor. Als hij al in de zure appel moest bijten, zou hij dat met opgeven hoofd doen en op zijn eigen voorwaarden.
      Opeens wist hij wat hij zou moeten doen. Hij had het gevoel dat iemand een ijsklontje in zijn hart had laten vallen, net als Fred en George vroeger sneeuw in zijn kraag gooiden, zodat het in zijn jas terecht zou komen en langzaam langs zijn rug naar beneden zou glijden en smelten. Het enige verschil was dat er dit keer niets gleed of smolt; zijn lichaamswarmte had geen schijn van kans tegen de scherpe kou die door zijn aderen gepompt werd. Hij rilde.
      Oliver zat nog steeds op de bank toen Percy weer binnenkwam. Hij draaide zijn hoofd niet, maar hij scheen de deur gehoord te hebben, want hij sprak wel. “Percy, we moeten praten.”
      Percy knikte, als was het onzichtbaar voor Oliver zolang hij achter hem stond. “Laat mij dan eerst.”
      “Jou?” Nu draaide Oliver zich wel om op de bank. Hij volgde Percy met zijn ogen terwijl Percy om de bank heen liep en naast hem kwam zitten. “Waar wil je het over hebben?”
      “Ik denk-” Percy’s stem wilde niet meer en hij moest even slikken voordat hij opnieuw kon beginnen. Hij kon dit wel, maar dan moest hij het doen voordat Oliver de kans kreeg. Op zijn eigen voorwaarden. “Ik denk dat het tijd is voor een volgende fase in ons leven,” zei hij. Dit keer kwamen de woorden er wel uit. “Het is tijd om onze eigen wegen in te slaan.”
      Hij waagde een blik in Olivers richting. Oliver stak een hand uit en wilde de zijne pakken, een warme, zachte steun die gezien de situatie bijna neerbuigend overkwam, maar Percy deinsde terug alsof Olivers aanraking hem zou verbranden, en misschien was dat ook wel zo. Hij was van ijs. Hij zou smelten.
      “Dat is bijna hetzelfde als wat ik wilde zeggen,” gaf Oliver zacht toe. “Het is niet voor altijd, maar het lijkt me op dit moment beter zo. We moeten wat afstand nemen.”
      “Goed,” zei Percy. Hij was zich er niet zeker van of hij nog echt wist wat dat woord betekende. “Dan zijn we het eens.” Hij merkte verward dat zijn zicht wazig aan het worden was. Merlin, dit was geen volwassen of bedaarde manier om zich te gedragen. Er was maar één ding dat hij had moeten doen, één taak die hij had moeten volbrengen - dit rustig afhandelen, op de manier die het minst pijnlijk zou zijn voor Oliver - en zelfs dat had hij verprutst. Hij kon niets.
      “Jawel,” mompelde Oliver. Percy concludeerde dat hij een deel van zijn gedachten blijkbaar onbewust hardop had uitgesproken. Het was goed dat hij niet nog meer ontsteld kon zijn over zijn eigen gebrek aan discipline, want anders zou hij er waarschijnlijk van zijn flauwgevallen.
      “Percy.” Oliver klonk hees, alsof het huilen hem ook nader stond dan het lachen. “Percy, kijk me aan.”
      Hij had geen andere keuze. Als hij zich al zo vreselijk gedroeg, was dit wel het minste wat hij voor Oliver kon doen, zelfs al dacht hij dat hij zelf misschien zou sterven als hij Oliver te lang aan moest kijken. Hij wilde krimpen en krimpen tot hij zo klein zou zijn dat hij Olivers blik vol medelijden niet meer op zich gericht kon voelen. Hij kromp niet, maar er deed zich wel een andere oplossing voor toen Oliver Percy naar zich toe trok. Niet hardhandig, maar wel met dwang. Percy hoefde echter helemaal niet overtuigd te worden, want hij zou wel gek zijn als hij zich verzette. Als hij zijn ogen sloot, zijn gezicht tegen Olivers schouder verborg en Olivers geur diep inademde, kon hij zichzelf nog even voor de gek houden.
      “Je bent niet niemand, Percy.” Olivers stem was zo zacht dat Percy niet zeker wist of er echt tegen hem gepraat werd of dat Oliver gewoon tegen zichzelf mompelde. “Je bent niet slecht. Je bent een goed mens, maar je hebt stomme beslissingen genomen. Ik wil je wel vergeven - ik heb je vergeven, voor een groot deel - maar er is nog zoveel waar we over moeten praten.”
      Oliver stopte even, en Percy dacht dat dat misschien het einde was. Hij was verscheurd tussen teleurstelling en opluchting, maar hij was er nog steeds niet over uit wat hij voelde toen de stilte weer werd doorbroken.
      “Het is niet simpel,” vervolgde Oliver fluisterend. “Het is godverdomme een vreselijke rotzooi en het gaat tijd en moeite kosten om daar iets van te maken wat niet meteen weer in vlammen zal opgaan. Ik kan dit allemaal nu gewoon niet. Niet op dit moment, niet terwijl er een oorlog gaande is, niet terwijl ik zij aan zij vecht met je broers en net moet doen alsof ik je niet ken. Ik wil niet nog meer kanten moeten kiezen dan absoluut noodzakelijk. Het spijt me, Percy. Het spijt me. Het is beter zo. Het komt wel goed, het komt allemaal goed, alleen niet nu.”
      Olivers monoloog dwaalde af tot het alleen nog maar wat geruststellende woorden waren die hij voortdurend herhaalde. Percy hoorde steeds opnieuw en opnieuw hetzelfde, vlak naast zijn oor. Het komt allemaal wel goed, alleen niet nu. Het nu kon hem gestolen blijven, net als ‘goed’. Het enige wat hij wilde hebben was wat hij juist niet kon krijgen; ze stonden in een olievlek en als ze niet uitkeken zou alles in vlammen opgaan, zoals Oliver had gezegd. Het kon niet, niet nu, en het was stom, maar juist daarom trok Percy Oliver nog dichter tegen zich aan. Hij wilde smelten.

Hier. Hier heb je je breakup fic, Dooddoenervo. I HOPE YOU'RE HAPPY. (cat)

Reageer (8)

  • Butterflygirl

    Wow wow wow what happened why do they break up though. Wat voor fouten heeft percy gemaakt.

    7 jaar geleden
  • Wiarda

    Oké, hier gaan we dan. Ik pluk hier nogal wat uit elkaar en zeg (zoals gewoonlijk) weer dingen die je waarschijnlijk allang weet, omdat je het zelf geschreven hebt, maar hopelijk is het toch nog een beetje interessant om te lezen. :'D

    Hoe had hij ooit dingen kunnen doen zonder te hyperventileren bij de gedachte dat het altijd mogelijk was dat de enige persoon waar hij nog iets om gaf hem zou verlaten? Hij zou helemaal in zijn eentje tegenover de wereld staan. Hij wist dat hij de afgelopen tijd heel veel verkeerde beslissingen en inschattingsfouten had gemaakt, maar zijn hoofd was niet zo verrot dat hij niet besefte dat dit belangrijk was, en hoe.

    Dit was het deel waar ik al een beetje aan mijn deken begon te klauwen, want het is zo goed en zo compleet fout tegelijkertijd. Goed van jouw kant, fout van die van Percy. Ik geloof er namelijk geen zak van dat Oliver de enige persoon is waar hij nog iets om geeft. Hallo, verdwaalde jongen die stiekem verlangt naar een knuffel van zijn moeder. Als zijn familie hem niets meer kan schelen, ben ik Sinterklaas. Bullshit, jongen. Bullshit. De reden dat jij nu staat te shaken en te hyperventileren is omdat je bang bent dat de enige persoon waarvan je denkt dat hij nog een zak om jou geeft, op het punt staat om je te laten vallen na die stomme, stomme fouten die je hebt gemaakt. Jouw hoofd is daardoor helemaal niet verrot geworden; sterker nog, ik denk dat je je, na het inzien van die fouten, zo bewust bent geworden van het verlies wat je geleden hebt door die beslissingen, dat het je je er tien keer bewuster van bent geworden. Je zag het tenslotte al van mijlenver aankomen. Poor thing.
    En dan komt een deel waar ik persoonlijk echt helemaal gek op ben, want het klopt gewoon. Misschien dat Percy dat niet helemaal doorheeft, omdat zijn verwoording nou eenmaal niet helemaal klopt (of misschien wel, maar goed, dit is mijn eigen interpretering en daar heeft hij wel wat mee te maken, maar niet op die manier), maar het is wel waar. Want stel je eens voor dat je al zoveel mensen kwijt denkt te zijn en je weet dat de laatste persoon waarvan je hoopte dat hij je het kon vergeven op het punt staat om het tegendeel te bewijzen. Hoe zou dat voelen? Niet alleen eenzaam, denk ik. Ik denk dat, zeker nu Percy zich er enorm bewust van is wat voor een prutje hij ervan gemaakt heeft, het voelt alsof zijn laatste tussenbarrière, zijn laatste beschermlaag, plots doorbroken is en hij keihard met zijn neus op de feiten wordt gedrukt. Hij heeft het verkloot. Hij heeft het verkloot en hij gaat het zien, want Oliver staat op het punt uit zijn blikveld te stappen.
    Ik kan me zomaar voorstellen dat dat voelt alsof die donkere wereld op je af gaat stormen. Geen wonder dat hij zich wil verstoppen.

    En dan heb je natuurlijk nog de break-up zelf. Naast het feit dat het natuurlijk enorm pijnlijk is, is het ook zo prachtig woordeloos. De lichaamstaal spreekt boekdelen, terwijl het helemaal niet direct beschreven wordt. Dat Oliver Percy twee maal moet aanspreken en expliciet moet zeggen om hem aan te kijken zegt echt bizar veel over Percy's hele houding, instelling en onderliggende gedachtegang. Ik weet niet eens wat ik er verder over moet zeggen, behalve dat ik het prachtig vind. Het hele einde, eigenlijk. En Olivers gevloek. Ik weet niet precies waarom, maar ik vond het heel, héél nodig om dat ook nog even te zeggen. Ik kan ook best inzien dat scheldwoorden meestal niet zoveel toevoegen, op een zekere hint van onbeleefdheid na, maar nu komt het gewoon tien keer zo sterk over. Yay scheldende Oliver. Pro-scheldende Oliver.

    Tl;dr: Ik houd heeeeel erg veel van deze one-shot. :'D

    1 decennium geleden
  • Necessity

    aaaaaaah :'(
    you made me cry!!!!
    PERCIVER FOREVER!!! denk daaraan!!
    ze mogen niet uit elkaar!!

    1 decennium geleden
  • Wiarda

    Intense emotie, te weinig energie om alles op te schrijven (plus de kans gesnapt te worden op mijn laptop nadat ik al een uur 'slaap'). Ik weet wat mij morgenochtend te doen staat.

    1 decennium geleden
  • SPECS

    Meh, poor Perce. Poor Olie.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen