Foto bij ~ 5

Writen by SPECS.
Note: Sorry dat het even heeft geduurd, maar ik hoop dat dit hoofdstuk het wachten waard was!=)

Zonlicht viel door het raam de kamer in en kroop langzaam maar zeker richting Percy. Toen het zijn gesloten ogen raakte, begon hij te ontwaken. Een geluid van protest verliet zijn mond en hij draaide zich nog twee keer tevergeefs om voordat hij met tegenzin zijn ogen opende, iets wat hij beter nog even niet had kunnen doen. Met wilde armbewegingen viel Percy gevuld met schrik uit zijn bed en belandde met een harde knal op de grond. Een aantal vloekwoorden volgde, waarmee hij zijn pijn tot uiting bracht, voordat hij overeind ging zitten en over de rand van zijn bed heen gluurde.
      "Merlin, Oliver! Wat doe jij hier in... in mijn slaapkamer?" vroeg hij de Schot, wiens gezicht veel te dicht bij het zijne was geweest toen hij zijn ogen had geopend.
      Oliver had op het punt gestaan om te gaan kijken of Percy in orde was, maar zodra Percy's ogen boven zijn bedrand uitkwamen barstte hij in lachen uit. Verontwaardigd keek Percy hem aan.
      "Wat is er zo grappig?" vroeg hij lichtelijk geërgerd, terwijl hij overeind krabbelde en nog eens over zijn pijnlijke achterhoofd wreef.
      Oliver, die duidelijk moeite had met stoppen met lachen, schudde nog steeds lachend zijn hoofd en kwam daarna overeind van het bed. "Je had je reactie eens moeten zien, Perce," zei hij grijnzend tegen Percy, die eigenlijk nog steeds wachtte op een antwoord op zijn vraag.
      Percy rolde met zijn ogen. "Ja nou, het is blijkbaar reuze grappig als iemand zich pijn doet," antwoordde hij een tikkeltje gepikeerd. Daarna wendde de roodharige jongen zich tot zijn kledingkast en begon zijn outfit voor die dag uit te zoeken.
      Toen Percy zijn kleren bij elkaar had gezocht en zijn rug weer naar de kledingkast wendde, stond Oliver nog steeds in de kamer en staarde hem aan. Percy schraapte een beetje ongemakkelijk zijn keel, waardoor Oliver op leek te schrikken uit zijn gedachten.
      "Je mag in de woonkamer op me wachten." suggereerde Percy vriendelijk aan Oliver.
      Oliver knipperde een paar keer met zijn ogen en kuchte eventjes. "Ja... eh... natuurlijk," mompelde hij, en hij verliet de kamer.
      Tien minuten later verscheen Percy aangekleed en wel in de woonkamer, maar Oliver was nergens te bekennen. Echter leidde de lekkere geur die uit de keuken kwam hem al snel naar Oliver, die zichzelf had voorzien van een gebakken ei. Toen Percy de keuken in kwam, keek Oliver op en het ontging Percy niet dat Oliver kort zijn ogen over hem heen liet glijden.
      "Ik heb nog wat extra ei klaar gemaakt voor jou," zei Oliver met een knikje richting het bord dat onaangeroerd tegenover Oliver stond. Percy mompelde een verbaasd bedankje voordat hij aan de tafel aanschoof tegenover Oliver en licht angstig voor een voedselvergiftiging aan zijn eieren begon.
      Toen Percy klaar was legde hij zijn bestek neer en veegde zijn mond af met een servet. "Dat was..." Percy zocht even naar het goede woord en vervolgde toen verbaasd: "Heerlijk, Oliver."
      Oliver gniffelde om Percy's verbazing. "Kijk niet zo verbaasd Perce. Als Quidditch speler heb ik een druk schema en amper tijd om te koken, dus als ik niks afhaal of bestel, maak ik iets makkelijks: eieren." Dat verklaarde hoe Oliver zo goed in staat was om eieren te maken.

"Maar we kunnen toch ook gewoon vliegen?" stelde Percy voor. De twee mannen stonden te overleggen over hoe ze het beste de volgende ex op Percy's lijstje konden bereiken.
      "Merlin Percy, zelfs voor mij zou die opmerking stom zijn. We zitten in hartje Londen, denk aan alle Muggles die ons zouden zien!" zei Oliver, lichtelijk verward door zo'n voorstel van Percy. Er ontsnapte een zucht aan Percy's lippen voordat hij instemde om te reizen door middel van Apparition. Aangezien Percy, tot Olivers verbazing, niet de beste was in apparition, klemde Percy zich nogal stevig vast aan Oliver, iets wat Oliver zelf helemaal niet zo erg vond. Het volgende moment werd alles zwart en voelde het alsof de twee mannen door een smalle, onbuigbare pijp werden gedrukt, waardoor ademhalen haast onmogelijk leek.
      Toen de ze in een doorsnee straat met rijtjeshuizen weer tevoorschijn kwamen, was een van hen er minder goed aan toe. Percy was lijkbleek en leek elk moment over te kunnen gaan geven. Daarnaast wankelde hij beangstigend op zijn benen.
      "Perce?" zei Oliver, een tikkeltje bezorgd, terwijl Percy een ijzeren greep op zijn arm leek te leggen om zichzelf overeind te houden. "Percy?" herhaalde Oliver, ditmaal dringender en met een duidelijke bezorgdheid in zijn stem terwijl hij de roodharige man met zijn vrije arm zo goed mogelijk probeerde te ondersteunen. Het volgende moment begon Percy daadwerkelijk over te geven, maar Oliver deinsde niet terug voor het braaksel dat op de grond spatte en bleef Percy ondersteunen. Toen Percy klaar was hielp Oliver hem naar de rand van de stoep en plaatste hij Percy op de stoeprand, waarna Oliver naast hem ging zitten.
      "Je vroeg wat ik in je slaapkamer deed..." begon Oliver uit het niets over koetjes en kalfjes te praten. "Ik verveelde me en had niks te doen terwijl ik mijn laatste, eh... one night stand ontweek door me in jouw huis te verstoppen, dus toen ging ik kijken of je nog lag te slapen en toen ik je zo zag liggen vroeg ik me af hoeveel sproeten je in je gezicht had," brabbelde Oliver erop los. Het was een poging Percy af te leiden van de misselijk- en duizeligheid die hij ongetwijfeld moest voelen.
      "Hoeveel?" vroeg Percy met een bibberig lachje rond zijn bleke lippen. Oliver fronste verward.
      "Hoeveel wat?" vroeg hij, waarop Percy opkeek naar hem.
      "Hoeveel sproeten?" antwoordde Percy daar weer op, terwijl de kleur langzaam leek terug te keren in zijn gezicht.
      "Oh, dat," antwoordde Oliver met een onschuldig lachje rond zijn lippen. Hij krabde aan zijn achterhoofd en fronste terwijl hij sprak. "Eh... Ik ben tot de 57 gekomen, maar ik ben een paar keer de tel kwijtgeraakt omdat... eh... ik werd afgeleid," antwoordde Oliver, die lichtjes rood kleurde.
      Voordat Percy de kans kreeg om te reageren op Olivers woorden, was Oliver al opgestaan en reikte hij Percy zijn hand aan. Toen Percy weer stevig op zijn eigen voeten stond, trok Oliver zijn toverstok en richtte hem op Percy's gezicht. Percy trok verbaasd zijn wenkbrauwen op, maar voordat hij kon vragen wat Oliver van plan was mompelde deze al enkele woorden, waardoor een lichtroze licht op Percy begon te schijnen. Na enkele seconden stopte Oliver zijn toverstok weer weg.
      "Een spreuk tegen slechte adem," antwoordde Oliver toen hij Percy's vragende blik zag. "We willen immers niet je ex wegjagen met een slechte adem, of wel soms?" voegde Oliver daar aan toe.
      Percy staarde Oliver even aan voordat hij glimlachend zei: "Bedankt."
      Wat Oliver daarna deed, liet Percy's hart echter eventjes stil staan. Oliver boog zich voorover in zijn richting en even dacht Percy dat Oliver hem zou gaan kussen, maar toen haalde Oliver een zakdoek te voorschijn en veegde zacht langs Percy's mond. "Er hing nog wat aan je mond," zei Oliver met een glimlach, waarna hij zich omdraaide en verder de straat in begon te lopen, Percy voor een paar seconden in trans achterlatend voordat deze achter Oliver aan snelde.
      "Watson Street nummer... Welk nummer zei je ook al weer dat hij woonde?" vroeg Oliver aan Percy, terwijl hij naar de huizen keek.
      "Nummer 221B," antwoordde Percy.
      De twee mannen stopten voor een huis dat Percy maar al te bekend voorkwam. Zonder aarzelen drukte Percy de deurbel in, want hij had er geen zin in dat Oliver dit nogmaals voor hem zou doen en hij daardoor voor zijn gevoel totaal onvoorbereid zijn ex tegemoet zou moeten gaan. Toen de deur openging verscheen er een bruinharige jongeman in de opening. Randy's blik ging van neutraal naar verbaasd en daarna lichtten zijn ogen op alsof hij een beslissende Quidditch match had gewonnen.
      "Percy!" sprak hij enthousiast uit met een glimlach op zijn gelaat. "En..."
      "Oliver," stelde Percy Oliver voor. "Gewoon een vriend," voegde Percy er haastig aan toe, toen hij Randy lichtelijk jaloers richting de Schot zag kijken. Toen pas merkte Percy op dat Randy zijn jas aan had. "Ging je weg? We kunnen later terugkomen," stelde Percy voor.
      Randy fronste en schudde toen zijn hoofd. "Nee, nee, ik ben net thuis. Kom binnen," zei Randy. Later zouden Percy en Oliver erachter komen dat Randy inderdaad op het punt had gestaan om te vertrekken.
      Nadat Randy hen binnen had gelaten, liet hij Percy en Oliver achter in de woonkamer om thee te gaan zetten. "Thee?" herhaalde Oliver met opgetrokken wenkbrauwen zodra Randy buiten gehoorafstand was.
      Percy reageerde enkel door zijn schouders op te halen en bevestigend te zeggen: "Thee."
      Een kleine tien minuten later kwam Randy de woonkamer in gelopen. In zijn handen hield hij een dienblad met wit theeservies inclusief bloemenprint. Percy wierp Oliver een waarschuwende blik toe toen deze zijn lippen op elkaar perste in een poging niet te lachen.
      "Er is groene thee, maar ook verschillende fruitsmaken waar jullie uit mogen kiezen, en voel je vrij om de koekjes te proeven. Ze zijn net uit de oven," zei Randy toen hij het dienblad neerzette en op een stoel neerplofte tegenover Percy en Oliver. "Dus waar heb ik dit bezoek aan te danken?" vroeg hij, terwijl hij zijn zakje bosbessenthee in het kopje deed om vervolgens kokend water vanuit de theepot in het kopje te schenken.
      "Oh, we waren in de buurt, dus we dachten: we komen even langs," loog Percy vlotjes.
      De rest van de middag verbrachten de drie mannen pratend over van alles en nog wat, terwijl er af en toe oude herinneringen aan de relatie tussen Randy en Percy werden opgehaald.
      "Serieus Perce?" lachte Oliver nog wat na over een verhaal dat Randy zojuist had verteld over Percy. Percy stond op het punt om zichzelf te verdedigen toen er opeens een luide knal klonk vanuit de gang. Percy wilde net opstaan om te gaan kijken wat het was, toen de deur van de hal naar de woonkamer openvloog en twee zoenende jongens binnenvielen. Hun handen zaten overal en ze leken de rest van het gezelschap totaal niet op te merken, totdat een van hen zijn ogen opende zodat ze fatsoenlijk de trap op zouden komen. De jongen wiens uiterlijk identiek was aan dat van Randy verstijfde midden in een kus en duwde de andere jongen, die helemaal niks door te leek te hebben, van zich af zodra hij besefte dat ze zich in een kamer met andere mensen bevonden.
      "Percy?" kwam er geschokt uit de mond van de Randy kloon. Oliver was ondertussen verward tussen Randy en zijn kloon heen en weer aan het kijken en keek toen met een zo'n verwarde en vragende blik naar Percy dat Percy onder normale omstandigheden in de lach zou zijn geschoten.
      "Perce, wie is dat?" vroeg Oliver, maar dit was een van de weinige vragen waarbij Percy met zijn mond vol tanden stond en geen antwoord gaf.
      "Ja Randy, wie is dit?" herhaalde Percy Olivers vraag. Hij keek de bruinharige jongen met opgetrokken wenkbrauwen aan.
      Ondertussen hadden de Randy kloon en de onbekende jongen elkaar al losgelaten en stonden deze er nogal ongemakkelijk bij te kijken. "Dit, eh," begon Randy, en krabde aan zijn achterhoofd, "is mijn broer, Andy." Hij zei het even ongemakkelijk als de twee binnengevallen jongens eruit zagen. "En hij hoort hier helemaal niet te zijn," voegde Randy eraan toe met een vernietigende blik richting Andy. "Jij zou drie uur geleden weg gaan, naar de-"
      "Waarom weet ik niet dat jij een tweelingbroer hebt?" onderbrak Percy Andy's protest. Het volgende moment vielen zowel Randy als Andy helemaal stil en het duurde maar enkele seconden voordat het besef bij Percy binnenkwam als een bliksemslag bij heldere hemel.
      "Nee!" zei Percy geschokt, terwijl hij wit wegtrok en opsprong van de bank. Percy besefte eindelijk hoe het kwam dat Randy vaak 'stemmingswisselingen' had gehad en waarom hij soms een compleet ander persoon had geleken. "Zeg me dat het niet waar is!" sprak Percy, die langzaam misselijk werd.
"Percy, alsjeblieft, luister naar me," sprak Randy bijna smekend, terwijl hij overeind kwam en zijn hand uitstak naar Percy. Toen Percy achteruit deinsde, weg van hem, liet hij echter zijn hand slap langs zijn zij vallen.
      "Nee! Oliver, we gaan, nu!" sprak Percy dwingend. Hij pakte de totaal verwarde Oliver bij zijn pols en begon hem mee te sleuren.
      "Percy?" sprak Oliver, totaal verward terwijl hij half struikelde over zijn eigen voeten terwijl Percy hem mee sleurde het huis uit.
      "Niet nu Oliver!" kapte Percy hem af, niet in staat om hem direct een uitleg te geven.

Die avond lachte Oliver zich onder het genot van een Firewhiskey en in het gezelschap van Percy in een deuk.
      "Dus je bedoelt dat al die tijd dat je met Randy had, je eigenlijk ook met Andy een relatie had zonder dat je het wist?" vatte Oliver schaterlachend Percy's zojuist gegeven uitleg samen.
      Percy, die inmiddels afgekoeld en lichtelijk aangeschoten was, rolde met zijn ogen en nam een grote teug van zijn Firewhiskey, in de hoop dat hij deze dag zo snel mogelijk zou vergeten.

Reageer (5)

  • Muze

    Ooeeh, Watson street en 221B.. Dubbele referentie naar mijn favoriete serie. Zalig! Dat en er is een film waarin Sherlock erachter komt dat er een misdadiger was met een tweelingbroer die allebei een relatie hadden met dezelfde vrouw. Hahah, zalig!

    1 decennium geleden
  • Altaria

    221B!!! love it!!

    1 decennium geleden
  • Cresseyde

    Hier zaten echt awesome referenties in, en het is geweldig onverwacht!

    1 decennium geleden
  • Bellum

    221B! ;D

    1 decennium geleden
  • Phlegethon

    Ik vond her wel het wachten waard (:
    En dat adres doet me erg denken aan Sherlock..

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen