Foto bij Fear OO2

What would I do without your smiling mouth

Een poosje later zit ik eindelijk in de trein. Het is nog een heel gedoe voor mij om toch in een volle vervoersmiddel te gaan zitten, door alle drukte.
Ik weet gewoon dat ik elke keer er moeite mee zal hebben, en het zal blijven houden. Wanneer ik mijn koptelefoon opzet, galmt er een stem uit de speakers de cabine in. "Dames en heren, zo meteen arriveren we in station Amersfoort. Dit is ook meteen de eindbestemming van deze trein. U kunt hier overstappen op de richtingen-" De helft hoor ik al niet eens meer, doordat ik mijn muziek wat harder zet. De laatste dingen zijn toch nooit belangrijk voor mij, want ik weet naar welk perron ik straks moet als ik over moet stappen. En ja, ik vind het eng om weer in mijn eentje ergens heen te moeten. Voorlopig is het ook de laatste keer, want de volgende vakantie dat ik weer ga logeren zal pas de kerstvakantie worden. Abrupt stopt mijn muziek met spelen, en ik richt snel mijn blik op het scherm van mijn mobiel. Als ik zie dat ik gebeld word, haal ik het snoertje eruit en leg ik mijn mobiel tegen mijn oor aan.
"Met mij," wordt er gezegd, en dat herken ik meteen als de stem van mijn vader. "Wat is er?" vraag ik. Het is toch wel zo netjes om deze vraag te stellen, denk ik.
"Ik wil alleen even weten of alles goed gegaan is." Oh, juist. Dat heb ik kunnen weten. "Ja, ja. Alles is goed gegaan," zeg ik, en ik probeer zo normaal mogelijk over te komen, voor zo lang het duurt. Mijn gezichtsuitdrukking blijft hetzelfde als hij spontaan weer iets tegen me zegt. "Hoe laat stap je over?" vraagt hij, net als ik het een beetje vervelend begin te vinden. "Volgens mij heb ik vijf minuten om over te stappen, dus dat red ik wel, pap." Een zucht verlaat zijn mond, en dat terwijl ik dat hoor. "Je hoeft niet zo te zuchten, ik kan heus wel voor mezelf zorgen," zeg ik hem. "Ik begrijp het. Nou, dan hang ik nu op, dan kan jij nog even van de natuur genieten." Even begin ik in mezelf te grinniken, typisch weer een uitspraak van mijn vader. "Tot zo dan." Ik druk mijn telefoon uit, en stop het snoertje van mijn koptelefoon weer erin. In gedachten ben ik nu al thuis, liggend in mijn eigen bedje. Zonder aan school te denken. Ik weet dat er een tijd komt dat school weer begint, maar daar wil ik nu nog niet aan denken. Niet teveel. Het leventje gaat door, dat is ook zo. De trein nadert zijn eindpunt, Amersfoort. Ik vang voor de laatste keer nog een glimp op van de gebouwen, een klein stukje water, en nog meer gebouwen. Ik bestudeer mijn gezichtsuitdrukking in de ramen, en ik zie dat het onveranderd is. Nog steeds kijk ik een beetje bang, terwijl ik me eigenlijk ook wel bang voel van binnen. Het gevoel om straks weer over te moeten stappen, dat is eng. Vind ik nog steeds. "Dames en heren, we komen zo dadelijk aan in station Amersfoort. Dit is het eindpunt van deze trein."
Ik schrik op als deze woorden door de cabine heen schallen. Hier moet ik echt een keer iets aan gaan doen, want dit is niet normaal meer.

Met mijn koffer aan mijn zijde stap ik de overvolle trein uit. Als nog wil ik deze gevoelens onderdrukken, maar ik weet gewoon dat het niet gaat werken.
Het zal een deel van mijn leven blijven, wat er ook gebeurt. Ook al zou ik met tientallen mensen hierover in gesprek gaan, en huiswerk krijgen om ermee te oefenen, het lukte niet. En waar het aan ligt, weet geen mens. Maar ik geef niet zomaar op. Zo ben ik niet. Over een paar jaar ben ik zestien, hoe zou het dan gaan? Ik kan er geen twee keer over na denken, als ik mijn gedachten weer bij de trein heb. Ik moet nog overstappen. Vliegensvlug pak ik mijn koffer beet, en ren zo snel mogelijk naar de trein die ik moet hebben. Als ik zie dat hij er nog staat, zucht ik. Al snel loop ik naar binnen, en ga ik in mijn eentje in één van de stoelen zitten. Een opgeluchte zucht komt uit mijn mond wanneer we weg rijden. Net op tijd. Ik probeer zo blij mogelijk te zijn, maar zo voel ik me eigenlijk helemaal niet. Ik zou in tranen willen uitbarsten, en dat iemand me dan vast houdt. Een speciaal iemand. Iemand waar ik een goeie band mee heb.
Bestaat er maar zo'n iemand. Niet alleen lief, maar trouw. Zorgzaam, betrouwbaar. Iemand waar ik het liefste alles aan kwijt kan. Als er zo'n iemand bestaat..
Kan ik de hele wereld weer aan.

----
Stuk voor stuk zou ik jullie allemaal willen bedanken. De grootste rol in dit verhaal zijn mijn angsten.
Er zullen soms wel wat kleinere dingetjes bij komen, maar de grootste verhaallijn is en blijft mijn angsten.
En daar gaat iemand mij heel veel bij helpen. Maar wie?

Reageer (2)

  • Trager

    Zo ontzettend herkenbaar.. en dat jij zo'n iemand hebt gevonden geeft wel hoop!

    *virtuele knuffel*

    1 decennium geleden
  • Horlinson

    Zoals je op het einde beschrijft, voel ik me ook vaak ;c
    Dat jij blijkbaar zo iemand gevonden hebt, geeft me wel moed (flower)
    Ik hoop dat die persoon vlug in het verhaal voorkomt (:
    xoxo

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen