Gewoontes en geloof

In de middeleeuwen was geloof belangrijk. Dit bracht steun aan de mensen en ze wisten niet beter. Natuurlijk heb je ook ongelovige maar deze worden gezien als buitenstaanders, boosdoeners. Bijgeloof is ook een groot gedeelte wat bij de middeleeuwen hoort.
In Walachije zijn mensen ook erg gelovig, mensen die niet geloven vooral oude vrouwen worden als heksen gezien. Iedereen leeft zoveel als het kan volgens de regels van de kerk, roddelen (ondanks dat het een zonde is) wordt veel gedaan ivm sociale controle.

Bijgeloof:
- Hoef ijzer aan de deur

- Een kat is slecht
- bloedzuigers helpen tegen ziektes
- Zondag is rust dag, men gaat naar de kerk en blijft vooral binnen in huis.
- zuivel op zuivel is werk van de duivel

Gewoontes:
- na zonsondergang gaan de meeste mensen niet naar buiten, gezien de nacht met demonen wordt gelinkt. Dronkenlappen en criminelen gaan dan op pad om hun slag te slaan.
- Meestal sliepen ze 2x 4 uur, want hierin tussen zat een gebed.
- Iedereen doet aan sociale controle, degene die dit niet doen zijn meestal buitenstaanders.
- De kerk is belangrijk, (als je vloekt let op 'Bij God's handen wat heeft dit te betekenen?' of 'God's tenen hoe kun je dit doen!')
- Mannen waren de baas, het kon er soms hardhandig aan toe gaan als de man zijn zin niet kreeg
- Vrouwen leerde van kleins af aan al dat ze moesten kunnen koken, huishouden en kinderen opvoeden.
- Eten word gedaan met een lepel en een steekmes.

Eten:
- Brood is het hoofdvoedsel, graanproducten als pasta en pap staan als tweede op de lijst.
- Vlees is voor het kasteel, varken, kip en gevogelte wordt als voorstaand gegeten
- Bier is er meer dan water, melk/amandel melk en wijn was alleen voor de adel
- twee maaltijden per dag, hoewel harde werkers meestal tussendoor kleine hapjes aten (mocht niet van de kerk ivm gulzigheid)
- Vrouwen (in de adel) aten apart samen met haar hofdames, gezien reinheid belangrijk was en ze dus niet uitgebreid kan genieten van haar avondmaal anders gaat haar imago van netheid naar de knoppen.

Het eten in de middeleeuwen:
Ontbijt: Restjes oud brood van de vorige dag, bier met weinig alcohol. De kinderen
dronken ook altijd bier.
Avondmaal: Brood, en boter (met beleg), meestal pap en wat restjes van de middagmaal.
Bier werd er ook weer bij gedronken. De rijke mensen hadden vleesschotels hierbij werd
wijn gedronken.