Sam.

De taal is gewoon in het nederlands.

Langzaam werd ik wakker door een luid geschraap op metaal. Ik had eerst niet in de gaten dat het er was, maar toen ik stilzwijgend bleef luisteren wist ik wel degelijk dat ik iets hoorde. Ik kroop met een hoop gekreun overeind en voelde elke spier protesteren. Alles draaide voor mijn ogen en had even te tijd nodig om de ruimte in me op te nemen. Mijn ogen die nog halfgesloten waren, opende ik nu voledig om de ruimte waar ik was te onderzoeken.
Het was een andere ruimte dan waar ik naartoe gebracht werd. Ik schrok van het geschraap op de grond en keek geschrokken naar beneden en zag dat mijn haar een stuk gegroeid was. Het kwam tot mijn middel en voorzichtig pakte ik een strook van het donkere haar.
Het was ruwer en steviger dan gewoon haar. Ineens besefte ik iets, ik liet mijn haar vallen en keek door de donkere ruimte heen dat niet veel donkerder was dan een kamer met een brandende kaars. Was mijn zicht verbeterd? Ik keek om me heen of ik een spiegel zag, maar er was alleen maar een lege ruimte van metaal. Ik kroop wat meer overeind en probeerde op mijn benen te staan die gelukkig nog wel normaal waren.
Ook dat was een teleurstelling toen ik volledig om mijn benen stond, voelde ik het getik van nageltjes op de vloer. Ik liep wat wankelend naar een van de muren en keek naar mijn weerspiegeling.
Alles was totaal veranderd, mijn ogen waren paars, maar mijn pupil was nergens te bekennen, ik was bleek en mager en tot mijn verbazing zag ik de hagedis achtige staart. Ik voelde al mijn moed in mijn schoenen zakken en zakte naar beneden op de grond en bleef voor me uit staren.
Langzaam voelde ik de eerste tranen over mijn wang stromen. Ik was geen mens, hoe kon mijn moeder het toch al die tijd voor me verborgen hebben gehouden, hoe kon het dat ze niks zei over mijn ware indentiteit. Was ik werkelijk een monster?
De deur achter me ging langzaam open en ik moest mijn ogen sluiten om de binnenkomende licht te vermijden. Twee bewakers stonden bij de deur en bleven daar staan.
'De leider wilt je spreken,' zei een van de bewakers en ik kwam moeizaam overeind en liep naar de andere kant van de ruimte, de breede gang ik. Achter me werd de deur gesloten en ik liep aarzelend de gang door met de twee bewakers achter me aan.

De gang was behoorlijk lang en het kwam uit in een enorme zaal dat aan weerzijde verlicht werd door donkere ramen. Het licht viel op een langwerpige tafel waar aan de andere kant, aan de kop een van de wezens zat.
Hij keek langzaam op toen iemand naast hem iets toe fluisterde. Hij stond op en nu kon ik beter zijn lange gedaante onderscheiden toen ik hem voor het eerst zag. Zijn lange gewaad, hing om zijn schouders en liep uiteen op de grond. Hij droeg mijn kap omhoog, zodat alleen zijn ogen te zien waren.
Hij liep rustig op me af, waarbij hij een meter voor me bleef staan.
Ik keek angstig weg, om hem niet verder aan te kijken, maar de wezen maakte een kuchend geluid en ik keek hem toch aan.
'Wij kijken niet weg voor een leider, ook al ben je mijn zoon,' zei hij in zijn taal. Ik kon hem duidelijk verstaan en mompelde wat terug. 'Sorry, heer.' De wezen trok zijn kap af en ik zag zijn bleke huid en zijn ogen zonder pupil.
Hij was voledig kaal met een visachtige kam naar acheren. Zijn kieuwen waren duidelijk in zijn nek te zien. Op zijn voorhoofd was een geloten oog te vinden, vast een derde oog. Voor de rest leek hij de bouw van een mens te hebben, altans zijn staart was niet te missen.
'Heer, mag ik u wat vragen,' zei ik met zekerheid. De leider knikte zachtjes. 'Waarom heeft u onze aarde overgenomen.'

Reageer (1)

  • XInnocenceX

    Aaaah zo zielig :(
    En omggg ik ben zo benieuwd!!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen