Francisca

Voor alles is een eerste keer. En een laatste keer. Ik staar naar het plafon van mijn kleine cel. Ik wou dat ik de sterren en de maan kon zien. Ik ben nog nooit opgepakt, nog nooit. Maar ja, voor alles geldt een eerste keer. Ik glimlach en ga rechtovereind zitten. Ik voel me schuldig, ik heb meer gezegd dat Lorenzo me had opgedragen. Doe beroep op je zwijgrecht had hij me verteld, nadat hij het plan op tafel had gelegd. Niets mocht gezegd worden over het vuur, ik mocht niets zeggen. Laat staan dat ik Lorenzo mocht beschermen. Ik bijt op mijn nagels en kijk tegen de grijze muur aan. Vijf jaar geleden was ik nog normaal, denk ik bij mezelf. Een normaal meisje van dertien. Ik sluit mijn ogen en denk aan thuis, thuis waar mijn moeder in de keuken staat, waar de laarzen in de gang staan. Waar mijn vader zijn pijp rookt en waar mijn broers in de stallen bezig zijn. Thuis, waar mijn zusjes in de box zitten te spelen. Thuis, waar mijn zus met haar vriendje boven zit. Thuis, waar ik mijn hart heb achtergelaten.

‘Francisca?’ vraagt Anna. Haar ogen staan dit keer vriendelijker, ze vragen niet zoveel van me. De kringen onder haar ogen wijzen erop dat ze een slechte nacht heeft gehad. Ik vraag me af waarom. Ik ben degene die opgesloten zit, achter slot en grendel. Ik ben degene die geen buitenlucht mag ademen. Ik ben degene die aan deze tafel wordt ondervraagd. Toch wekt ze bij mij medelijden op. Onverschillig sla ik mijn armen over elkaar en ze kijkt me even aan, tot ze zucht. ‘Laten we de waarheid spreken, Francisca,’ zegt ze. Ik zeg niets terug, de waarheid zal ze nooit te weten komen. Dat was tenminste wat ik met Lorenzo heb afgesproken. Ik onderdruk een gevoel om hem te zien, hem vast te houden, te horen dat alles goed zal komen, net als grote broers horen te zeggen. Ze legt een foto op de tafel, en schuift die naar me toe. Mijn ogen worden groot als ik de foto bekijk. Ik sta erop, Lorenzo staat achter me en heeft zijn armen om me heen geslagen. Ik weet precies wanneer dit was. Hij had me net uit het huis gered, en had daarna zijn armen om me heen geslagen omdat hij bang was dat ik het huis weer in zou rennen, om er niet uit te komen. Ik had gegild, gekrijst en gehuild. Het lichaam, waar mijn hand naar reikt trekt mijn aandacht. Ik bijt op mijn wang en onderdruk een gevoel van onmacht. ‘Wie is dat?’ vraagt Anna en wijst naar de foto. Ze wijst naar het figuur dat naast ons ligt. Ik weet precies wie dat is, maar ik weet niet of ik Anna vertrouw en of ik haar de waarheid zal vertellen. ‘Je kan me vertrouwen, Francisca,’ zegt ze, en even lijken haar grijze ogen te smelten. Ik zie een ander persoon in haar, een die gebroken is. Ik bijt op mijn lip, ‘Het was onze butler, Simone.’

Reageer (1)

  • Creator

    Nouu beetje cliffhanger! :( Dit verhaal verdiend zo veel meer abo's!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! SRSLY!

    snel verderrxx

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen