Foto bij Proloog

Even voorstellen:
Dit verhaal gaat over Eleanor, een prinses van Ëandor. Ze is deels dwerg, deels elf en deels shapeshifter. Haar vader is afkomstig van de elven, haar moeder was half dwerg en half shapeshifter. Haar moeder is een tijd terug overleden doordat ze vanuit haar verandering niet meer terug ging naar een persoon. Daardoor was haar vader genoodzaakt zijn eigen vrouw te vermoorden voordat ze het hele dorp uit ging moorden.
Doordat Eleanor deels elf is, heeft ze net zoals haar vader verschillende vaardigheden, ze is dankzij haar moeder ook deels dwerg waarvan ze een koppig maar zacht karakter van overgekregen heeft en ook is ze erg moedig en behulpzaam.
De rest zul je wel ontdekken in het verhaal, in Eleanor's verhaal.



Dit deel is de proloog, dus wat er zich voor het verhaal heeft plaats gevonden. Om het een beetje goed te kunnen uitleggen, heb ik dit deel dan ook extra lang gemaakt ;).

Samen met mijn hofdame en mijn nichtjes gaan we gaan zwemmen in het meer vlak bij ons dorp. Ëandor, een klein dorpje gelegen aan een meer, vlak voor de Misty Mountain. Mijn nichtjes hebben ongeveer dezelfde leeftijd als mij en elk zijn ze al verloofd. 'Eleanor, wie wordt jouw gelukkige man?' Vraagt Mira. Ze kijkt snel even naar haar eigen verlovingsring en giechelt kort. 'Dat weet ik nog niet, ik moet hem nog tegenkomen denk ik.' Zeg ik eerlijk. 'Je moet nu een man kiezen Eleanor, dat mooie gezichtje van je blijft niet voor altijd zo jong en knap hoor.' Vertel Miranda, mijn 1 jaar oudere nicht. Ik knik kort, maar negeer het verder. Ieder van hun zijn verloofd met knappe, stoere en sterke mannen. Maar elk van hun doen dat zonder liefde, aangezien ze moesten kiezen van hun vaders. Ik wil trouwen uit liefde, niet voor enorme schatten of uitgehuwelijkt worden. Mijn vader had mij al gezegd dat als ik eind van deze maand zelf niemand vind, ik zal uitgehuwelijkt worden aan de elfenprins Legolas van Mirkwood. Op zich geen slechte man eigenlijk aangezien hij een knap uiterlijk heeft, netjes opgevoed is, verschillende talen spreekt en ik met hem al een tijdje bevriend bent. Maar ik zie Legolas meer als een broer dan als mijn aanstaande verloofde.

Na een tijdje te hebben gezwommen, ga ik het water uit en doe mijn dikke mantel aan voor mezelf te beschermen tegen de kou. Terwijl de anderen nog wat zwemmen, ga ik een kleine wandeling maken langs het meer. Uiteindelijk komt het meer uit op een veel grotere geheel waar boten op kunnen varen en ik volg het pad gewoon mee. In de verte zie ik de Lonely Mountain staan, helemaal omhult door water. Erebor ligt daarginds in de berg, de thuisplaats van dwergen. Ik schrik op uit mijn gedachten doordat een boot langs me heen komt, een dwergenboot weliswaar. De boot gaat heel langzaam voorbij en een dwerg springt van de boot af, recht voor mij. 'Wat doet een jonge vrouw hier alleen in het bos?' Vraagt de man, die zelf ook niet oud uitziet. Verbaasd kijk ik hem aan, langzaam zet ik een paar stappen achteruit tot ik tegen een hele grote en brede boom aanbots. 'Wees niet bang alsjeblieft, ik doe je echt geen pijn hoor. Mijn naam is Thorin, zoon van Thráin.' Zegt hij vriendelijk. 'Ik ben Eleanor, dochter van Lojnär. Ik kom uit Ëandor.' Antwoord ik beleefd terug. 'Wel prinses, het is me een eer je te mogen ontmoeten.' Zegt hij glimlachend en neemt mijn hand vast op er een zacht kusje op te plaatsen. Ik giechel even, maar stop dan doordat er een luid gegil klinkt. Als ik me omdraai zie ik dat het Miranda is, die meteen een wachter naar me toe stuurt. Die pakt meteen zijn zwaard vast om zich vervolgens naar Thorin te begeven. Zo snel als ik kan, spring ik beschermend voor Thorin waardoor de wachter zich moet inhouden. 'Prinses Eleanor, zou u opzij willen gaan? Ik moet deze man in gevangenschap nemen omdat hij u lastig valt.' Zegt hij me. 'Nee dat doe ik niet, jij laat hem met rust. Hij is een goede kennis, ook al heb je hem nog nooit bij ons gezien. Je gaat hem met rust laten, hij is onze gast voor vandaag.' Beveel ik hem en meteen bergt hij zijn wapen terug op. 'Natuurlijk prinses, het spijt me ontzettend.' Zegt hij terwijl hij een kleine buiging maakt en gaat daarna terug op zijn wachtpost staan. 'Heb je honger?' Vraag ik aan Thorin. 'Wel ik zou wel wat kunnen eten, ja.' Antwoordt hij eerlijk op mijn vraag. 'Ben je hier alleen?' Vraag ik verder. Hij knikt enkel en gaat heel even terug op zijn boot. Hij haalt er een grote bindtouw uit en bevestigd zijn boot aan de boom, zodat deze niet ver kan afdwalen. 'Kom met me mee, dan bied ik je een heerlijke maaltijd aan.' Zegt ik vriendelijk en hij neemt het aanbod dankbaar aan. Samen met mijn hofdame en nichtjes stappen we richting het kasteel terug.

Na me omgekleed te hebben, heb ik mijn prachtige jurk terug aan. Thorin wacht natuurlijk net buiten de koninklijke zaal en van zodra ik naar beneden kom, ga ik naast hem staan. Als hij opzij kijkt, bekijkt hij me even sprakeloos aan waarna hij zich snel herstelt. 'Prins Thorin, wil je me vergezellen tijdens het diner?' Vraag ik hem half lachend. Ook hij begint wat te lachen en steekt zijn arm uitnodigend uit. 'Het genoege is geheel aan mijn kant, prinses.' Ik glimlach oprecht naar hem en leg mijn hand op zijn arm. Ik vind dat hij best groot is voor een dwerg, aangezien ik slechts 2 centimeters groter ben dan hem. Samen stappen we door de deur, op weg naar de grote tafel waar ik zoals gewoonlijk aan de rechterkant van mijn vader ga zitten. Zoals een echte heer schuift Thorin mijn stoel naar achteren zodat ik kan gaan zitten en als ik neerzit schuift hij zachtjes de stoel weer wat naar voren. Daarna neemt hij plaats aan mijn rechterzijde aan de tafel, waarbij velen hem aankijken. 'Vader, ik heb iemand uitgenodigd voor het diner. Ik hoop dat je dit niet erg vind.' Fluister ik hem toe. Mijn vader kijkt even op naar Thorin en wendt zich daarna tot mij. 'Zolang hij zijn manieren houdt en beleefd is, mag je van mijn part iedereen uitnodigen die je wilt. En net heeft hij wel bewezen dat hij welgemanierd is, dus vind ik dit niet erg nee.' Fluistert hij me terug, waarbij ik meteen glimlach. Iets nadien wordt het eten opgediend, een rijkelijk gevulde tafel staat er voor me en ik pak een klein beetje van alles zodat ik alles eerst kan proeven. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat Thorin het eten al lang heeft goedgekeurd en hij met veel smaak alles op eet wat op zijn bord ligt, maar natuurlijk eet hij wel met manieren en niet onbeleefd, zoals vele verhalen worden vertelt over dwergen.

Na het eten nodigt mijn vader Thorin uit om een paar nachten eerst bij ons uit te rusten voordat hij verder reist. 'Dat is heel erg vriendelijk, maar lang zal ik jullie niet storen aangezien mijn vader me zo snel mogelijk terug thuis verwacht. Maar ik dank u voor het lekkere eten en voor de overnachting, Koning Lojnär.' Zegt hij beleefd tegen mijn vader, die op zijn beurt glimlacht naar Thorin. 'Dat begrijp ik maar al te goed, blijf maar zolang je wilt prins Thorin.' Voegt er mijn vader nog bij, voor hij naar zijn kamer gaat. 'Kom mee, dan laat ik je de gastenkamer zien. Ik hoop dat het wat geschikt is, ik krijg normaal haast nooit bezoek.' Zeg ik tegen Thorin. 'Alles is goed voor mij, als ik maar ergens kan slapen ben ik al tevreden.' Zegt hij vriendelijk. Ik loop hem voor richting een kamer, die net iets kleiner is dan mijn eigen slaapkamer. 'Hier is jouw kamer, als er iets is waarmee ik kan helpen kan je me hier naast steeds vinden.' Zeg ik hem terwijl ik mijn kamer aanduid, rechts van de gastenkamer. 'Zal ik zeker doen, prinses. Ik wens je een goede nacht toe en tot morgen.' Zegt hij lief, waarna hij nog eens een kus drukt op mijn hand en daarna de gastenkamer in gaat zonder te wachten op antwoord. Verbaasd blijf ik een paar tellen staan, waarna ik naar mijn eigen slaapkamer vertrek en eenmaal de deur dicht is streel ik zachtjes mijn hand waar Thorin net nog een kus had opgedrukt. Thorin is een heel speciale man, dat kan ik nu al zeggen.

De volgende dag wordt ik gewekt door mijn hofdame, die me helpt met het vinden van gepaste kledij voor vandaag. 'Vandaag gaat de koning op jacht met het hof, maar heer Thorin heeft me gevraagd of u mee wou gaan vandaag voor een kleine rondleiding in ons dorp.' Stelt ze me voor wat Thorin haar had opgedragen. Ik knik goedkeurend en ga vervolgens naar beneden om te gaan ontbijten.
Na het ontbijt zeg ik gedag aan mijn vader die nu op jacht gaat op wat wilde dieren samen met het hof, zodat ze wat zaken ondertussen kunnen bespreken. In de verte hoor ik iemand naar me toe stappen, als ik me omdraai zie ik inderdaad dat Thorin mijn kant op komt. 'Prins Thorin, ..' Begin ik, maar meteen onderbreekt hij me. 'Alsjeblieft, zeg gewoon Thorin. Ik ben de benaming prins niet gewoon.' Zegt hij met een kleine glimlach en ik knik. 'Op voorwaarde dat jij me dan ook Eleanor gaat noemen in plaats van prinses.' Zegt ik hem en hij knikt goedkeurend. 'Wel Thorin, zin in een kleine rondleiding door het dorp?' Vraag ik hem en hij knikt enthousiast ja. Hij steekt zijn arm uit, die ik meteen aanneem door mijn hand erop te leggen en zo stappen we langzaam door het dorp waarbij ik verschillende dingen vertel.

Als we een tijd lang hebben door het dorp hebben gestapt, neem ik hem mee richting het meer. 'Nu zal ik je een heel bijzonder plekje laten zien, Thorin. Mijn plek om tot rust te komen.' Zeg ik hem en samen stappen we via het meer verder, zelfs voorbij zijn boot. Na even gestapt te hebben, komen we bij een stuk bos waar veel meer bomen staan en bij een enorme dikke en grote boom stop ik. Ik zet me neer op een van de stenen die voor de boom zijn geplaatst en leun met mijn rug tegen de boom. Thorin volgt mijn voorbeeld en komt net naast me zitten, op dezelfde steen. De zon staat al wat aan de lage kant, want aanduidt dat we een hele middag samen gespendeerd hebben aan een rondleiding, appels eten en verhalen vertellen. Van hieruit horen we de vogels vrolijk fluiten, de wind blaast zachtjes een aangename bries en de zon geeft nog warme stralen af. 'Ik begrijp heel goed waarom dit je rustplaatsje is, het is hier rustgevend en erg gezellig.' Zegt Thorin, die met ogen dicht tegen de boom aanleunt. Ik volg zijn voorbeeld en sluit even mijn ogen, om van de rustgevende omgevingsgeluiden te kunnen genieten. Ik vind het fijn dat Thorin mijn plekje leuk vind, meeste mensen lachen me meestal uit en enkel Legolas kan dit plekje ook waarderen, maar dat komt denk ik ook omdat hij zelf heel erg veel van bossen houdt. Als ik het gevoel heb dat ik aangestaard word, open ik mijn ogen en zie ik inderdaad dat Thorin me aanstaart. 'Weet je wat goed bij je zou staan?' Vraagt hij plotseling. Ik kijk hem vragend aan, als teken dat ik het niet weet. 'Vlechten, die typisch zijn bij dwergen. Vertrouw me heel even, ok?' Zegt hij tegen me en komt dichter naar me toe. Ik zet me rechtop en zachtjes begint hij wat aan mijn haar te prutsen. Hij legt mijn haar achter mijn schouders, maar twee kleine lokken laat hij liggen en daarvan maakt hij twee kleine vlechtjes. De vlechten zitten onder de rest van mijn haar, heel handig als ik naar een officiële vergadering moet. 'Ik heb ze onder je de rest van je haar gedaan, zodat je ze altijd kunt verstoppen voor belangrijke zaken. Het zijn er twee aangezien we steeds per twee vlechten werken, een voor het goede en een voor het slechte. De rechtse is voor het goede, om je te helpen de juiste beslissingen te maken en steeds het goede pad te kiezen. De linkse is voor het slechte te verbeteren, om slechte gewoonten te veranderen en als je van het pad afwijkt je terug op de goede baan te brengen.' Legt Thorin uit en geboeid luister ik naar hem, terwijl hij met twee kleine pareltjes mijn vlechten vasthoudt op hun plaats. Als ik besef hoe dicht hij wel bij me zit, voel ik mijn hart sneller slaag en even staar ik in zijn ogen. Als hij het door heeft dat ik zit te staren, kijk ik snel weg waarna een lichte blos mijn wangen siert. 'Dankjewel, ik vind ze erg leuk en de gedachte die erachter zit heel boeiend, die zal ik zeker onthouden.' Zeg ik iets wat verlegen terug en kijk naar de horizon, waar de zon langzaam naartoe gaat. Ik heb het wat koud van stil te zitten en als gevolg daarvan heb ik kleine rilling over mijn lichaam. Thorin kijkt me even aan en zet zich vervolgens wat rechter, om zich dichter tegen me te zetten en slaat een arm om me heen. Zijn jas doet hij langs ene kant wat open zodat ik er half onder lig en met mijn hoofd steun ik op zijn borstkas, waar ik zachtjes het getik hoor van zijn hart. 'Je voelt helemaal koud aan, moeten we anders terug gaan?' Vraagt Thorin bezorgt. 'Nee, ik wil graag nog even van het uitzicht genieten en ik lig nu trouwens wat warmer.' Antwoord ik zachtjes, waarna ik Thorin wat hoor lachen. 'Dan blijven we nog heel even.' Zegt hij lief en samen kijken we naar de zon die ondergaat.

Na het avondeten vertelt Thorin dat hij nog een nacht gaat blijven. ‘En morgen?’ Vraag ik hem. ‘Da zullen we dan wel zien, ik kan altijd wel een dag langer blijven natuurlijk.’ Zegt hij glimlachend en ik lach meteen mee. ‘Goed dan kunnen we nog iets leuks doen.’ Zeg ik blij. ‘Wat dan?’ Vraagt hij nieuwsgierig, met een wenkbrauw opgetrokken. ‘Verrassing!’ Zeg ik luid en lach daarna als ik zie dat hij probeert om verdrietig te kijken. We wensen elkaar vervolgens een goede nacht toe en gaan elk naar onze slaapkamers toe.

De dag erop word ik vroeg wakker, zelfs voor mijn hofdame mijn kamer binnen komt. Ik neem voor mezelf wat kleren klaar en doe deze dan snel aan, om vervolgens naar beneden te gaan. Aan de ontbijttafel zijn er nog maar enkele aanwezig, maar het lekkere eten staat al klaar om verorbert te worden. 'Goedemorgen Eleanor.' Hoor ik achter me iemand zeggen. Een nauw gevoel bekruipt op me en als ik me omdraai zie ik inderdaad heer Lanslo staan, een graaf die al meerdere malen om mijn hand heeft gevraagd bij mijn vader maar die heeft het steeds geweigerd. 'Lanslo, wat doe jij hier in het kasteel?' Vraag ik hem schuw. 'Iets ophalen dat me toebehoort.' Zegt hij en neemt mijn polsen stevig vast. Op datzelfde moment komt Thorin net de eetzaal binnen en verstart als hij ziet wat er gebeurt. Met een snelle beweging maak ik me los uit Lanslo's greep, pak een arm van hem vast en draai me om hem heen waarna ik zijn arm klem zet. Ik duw zijn arm op zijn rug wat naar ophoog en van pijn zakt hij op zijn knieën. 'Eleanor, je doet me pijn stop hiermee.' Jammert de man uit. Een grijns siert mijn gezicht en met een harde duw valt Lanslo op de grond. Als ik naar Thorin kijk, zie ik een grote grijns zijn gezicht versieren en meteen verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. 'Ik ben helemaal niet zo hulpeloos zoals vele denken.' Zeg ik, meer bedoelt voor Lanslo. Lanslo krabbelt snel recht en loopt zo snel als hij kan het kasteel uit. 'Laat je hem zomaar gaan?' Vraagt Thorin verbaast. 'Ooit wordt hij mijn raadsman, dus ik vrees dat ik geen andere keus heb dan hem te laten gaan.' Vertel ik Thorin. 'Kom, we gaan snel wat eten en daarna gaan we naar buiten.' Zeg ik hem en samen gaan we gezellig gaan ontbijten.

Verschillende dagen zijn verstreken sinds Thorin weg is gegaan, mijn hart voelt gebroken aan en graag wil ik hem gaan waarschuwen voor het aankomend gevaar, geleid door mijn vader. Maar om dat te voorkomen, heeft mijn vader mij opgesloten in de kerkers waar ik langzaam wegkwijn en heeft Azog de verschrikkelijke vrij spel om de dwergen te gaan uitmoorden. Nog steeds doet het ontzettend veel pijn over mijn hele lichaam en het bloed laat zich nog steeds zien op mijn kledij, blauwe plekken sieren mijn lichaam en zelfs ademen doet heel veel pijn. Was Thorin hier nu maar bij me, dan kon ik hem alles vertellen en zeggen hoeveel ik van hem hou.

Reageer (5)

  • Vibes

    wie aan de Dwergen komt, komt aan mij grrrrrr!

    1 decennium geleden
  • vampkitty

    heel mooi geschreven snel verder

    1 decennium geleden
  • Lucid

    Nooooo, das nie goe!
    En Thorin is echt een schatje (:
    Snel verder! xx

    1 decennium geleden
  • R3HAB

    Nieuwsgierig O.ó... Snel verder ^^

    1 decennium geleden
  • Ringwraith

    Nooh wat gaat er gebeuren? Snel verder!
    Het is trouwens bijzonder dat iemand eens over een vriendelijke Thorin schrijft. :')

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen