De volgende dag is aangebroken. heel even denk ik dat ik terug ben in district 12, en dat ik weer aan mijn doodgewone leventje mag beginnen.
Houthakken, voedsel verzamelen, verkopen, lol maken, slapen.
Maar vandaag ben ik hier in het Capitool, klaar om aan mijn tweede Trainingsdag te beginnen.
Ik sta op en ontbijt vlug samen met mijn team. Dan moeten we weer naar het Trainingscentrum.
Ik loop naar Jordan. 'Hey' zeg ik. 'Hye' antwoord ze. 'Ik wil je iets zeggen' besluit ik.
Jordan kijkt me even vragend aan, maar daarna is haar blik rustig, en ze kijkt alsof ze weet wat ik ga zeggen.
'Ik kan er best mee leven dat je je bij de Beroeps aansluit, maar beschouw ze alsjeblieft niet als je vrienden, op een dag zullen ze je dan tegen jou keren.'
zeg ik vriendelijk. 'Ik wil niet dat je doodgaat. Daarom geef ik te veel om jou.' zeg ik kortjes. Jordan staart emotieloos voor zich uit.
'Oké' zegt ze droogjes. 'Bedankt voor de tip' voegt ze er nog aan toe wanneer ze een beetje verdrietig wegstapt.
Ik beeld me in dat we in de Arena zitten, dat ik geluk heb dat ik bij de laatste 8 zit, en dat ik dan tegen de beroeps moet vechten, met Jordan erbij.
En dan het moment wanneer de jongen uit 1 haar vermoordt. plots zet ik de gedachte uit mijn hoofd, en ga naar het trainingscentrum.

De tributen verzamelen zich in een halve kring rond Atala. 'Tributen, vandenamiddag wordt er een speciale looptest gehouden. Je bent verplicht om er allemaal aan mee te doen, in de rest van de tijd kan je nog gewoon trainen.' zegt ze. Dus we kunnen aan de slag, en ik zoek even oogcontact met Jordan.
Ik glimlach naar haar, en zij glimlacht ook naar mij. Daardoor wordt mijn lach nog district versterkt, en ik zie dat het beroepsmeisje uit 2 Jordan iets grappig zegt, want daarna wordt haar glimlach ook breder. Ik besluit om te gaan trainen aan de vuurmaakplaats. even loop ik de schietbanen langs en dan zie ik de kleine florian recht in de roos schieten. ik vraag me af waar hij mee bezig is. als Hij van geluk spreekt dat er een boog bij de hoorn des overvloeds ligt, is de kans nog altijd zeer groot dat hij door in van de wrede jongens van de beroeps hem afmaakt voor hij kan ontsnappen. deze jongen maakt geen enkele kans bij de hoorn.

Dan kijk ik voor me uit, en concentreer ik me op het vuurmaken. het lukt me aardig, want thuis doe ik dat ook altijd.
Ik sla wat vuursteen tegen een andere steen, en zo ontstaan er vonkjes, met behulp van wat gras en takjes wakkert mijn vuurtje al aan.
Op dat moment komt er een magere jongen van amper 12 jaar bij mij zitten. 'Hallo, kan je mij leren vuurmaken?' vraagt hij.
Zijn bruine onschuldige oogjes kijken me vragend aan. 'Tuurlijk' antwoord ik. Er verschijnt een lach op de jongen met donkere huidskleur zijn hoofd.
'Wat is je naam?' vraag ik. 'Casim., wat is jouw naam?' antwoord hij.
Ik zeg mijn naam en ik toon hem hoe je op een snelle mannier vuur kan maken.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen