Foto bij Hoofdstuk 14

Thanks Melbourne! You’ve been amazing! Bye!’. Met een brede glimlach op haar gezicht zwaaide Maroon naar het publiek. Door de felle lichten die in haar gezicht schenen, kon ze niet zien of er mensen waren die ook terugzwaaiden, maar ze hoorde wel wat geschreeuw. Terwijl ze richting de zijkant van het podium liep, zwaaide ze nog een laatste keer, waarna ze het trapje af stapte. Onderaan de trap stond haar vader met een paar mannen van de techniek te wachten.
Opeens kwam er een vlaag van koelte over haar heen. ‘Hey, Maroon!’. ‘Super!’. ‘Echt geweldig!’. ‘Wauw!’. De stemmen klonken scherp in haar oren. Ineens kreeg ze het heel warm. Haar zicht werd ietwat waziger. ‘Nee...’, mompelde ze. Haastig liep ze de laatste traptreden af. Ze begon wat zwaarder te ademen. De geuren om haar heen werden sterker. Haar vader legde een hand op haar schouder. ‘Nee!’, riep ze, waarna ze zijn hand weg sloeg.
Het leek alsof alles op haar af kwam. Het geschreeuw van het publiek terwijl de jongens opkwamen, haar vader en de andere mannen die veel te dichtbij stonden. Ze voelde hoe ze begon te zweten. ‘Maroon, wat is er?’. Ze kreeg te weinig lucht binnen. Ze voelde hoe het gevoel in haar handen en voeten langzaam wegtrok. Wanhopig keek ze om zich heen, maar ze zag alleen de muren aan weerzijden van haar lichaam en de mensen voor zich. Haar microfoon viel op de grond. Het ding stond nog aan, wat ervoor zorgde dat er een luide knap klonk. Het deed pijn aan haar oren.
Zo voorzichtig als mogelijk was, liet ze zichzelf op de grond zakken, waarna ze op haar kont ging zitten. Terwijl ze zwaar ademde, bracht ze haar handen naar haar hals. Haar hartslag was veel hoger dan normaal. Het zweet liep over haar rug. Ze voelde hoe iemand dichterbij kwam. ‘Ga weg!’, riep ze. De persoon ging niet weg, het leek eerder alsof hij dichterbij kwam. ‘Weg!’. ‘Ga maar, ik zorg wel voor haar’, hoorde ze haar vader zeggen. Ze bracht haar handen naar haar oren. ‘Stop!’. Het leek alsof het ademen steeds moeilijker werd. Ze was nog bang dat ze dood ging.
‘Heb je medicijnen bij je?’, hoorde ze haar vader vragen. ‘... Tas...’, antwoordde ze zonder op te kijken. Ze probeerde uit alle macht te blijven ademen. ‘Waar is je tas?’. ‘... Kleed... Kleedkamer’. Ze bracht haar handen weer naar haar hals. Al wist ze dat er niemand meer om haar heen was, het voelde alsof de drukte maar niet weg ging. De scherpte geluiden in haar oor ook niet. Ze hoorde hakken tikken op de vloer, het publiek had ze nog nooit zo hard had horen schreeuwen en ze wist niet dat je de jongens vanaf hier zo goed kon horen zingen.
Ze voelde hoe iemand naast haar neer zakte. De persoon raakte haar niet aan. ‘Hier’, zei haar vader. Langzaam keek ze op. Haar vader zat op zijn knieën naast haar. Ineens was ze heel erg blij om hem te zien. Haar zwart leren tas stond naast hem en hij had een tabletje in zijn hand. Ze pakte hem aan, maar kon hem door het rare gevoel in haar handen niet zelf naar haar mond brengen, waar haar vader haar mee hielp. In zijn andere hand had hij een flesje water. Hij zette het aan haar mond en gulzig nam ze een slok, waarna ze weer diep in en uit ademde. Haar vader keek haar even na. Haar ademhaling en al helemaal haar hartslag ging niet omlaag.
Een enorme hoofdpijn overviel haar. Ze bracht haar handen naar haar hoofd. ‘… Meer…’, mompelde ze. Ze hoorde hoe haar vader in haar tas rommelde. ‘Je hebt nog twee potjes, klopt dat?’. Ze knikte, hopend dat hij haar niet meer zou vragen. Haar paniekaanvallen waren ondertussen zo erg, dat ze ze zonder medicijnen niet meer kon laten stoppen. Om haar hartslag te laten zakken, om haar ademhaling onder controle te krijgen en om rustig te worden. ‘Mond open…’. Ze bracht haar hoofd iets omhoog en deed maar gewoon wat hij zei. Hij zette het flesje water weer tegen haar mond en ze slikte beide pilletjes door. Ze ademde nog steeds zwaar. De hoofdpijn ging maar niet weg. Ze kneep haar ogen dicht. Haar vader bewoog niet.
Langzaam verdween de drukte. Het ademen ging weer wat makkelijker. Ze keek op. De geluiden werden minder sterk. Het gevoel in haar handen en voeten kwam terug. Doordat de adrenaline stopte, kreeg ze het ineens heel erg koud. Het klamme zweet op haar rug maakte het erger. Uiteindelijk ging ook de hoofdpijn weg.
Uit het niets kwamen er tranen in haar ogen. ‘Och, Maroon…’, mompelde haar vader. Hij kwam weer overeind en stak een hand naar haar uit. Een paar tranen liepen over haar wangen. Ze pakte zijn hand en ging weer staan. Rick sloeg zijn armen om haar heen, waarna ze haar tranen de vrije loop liet. ‘Het is… Het is zo… Zo eng…’, snikte ze. Ze klemde zich aan hem vast. ‘Ik weet het, meisje, ik weet het…’.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen