Geel - 1 dag - moord/ontvoering

Vrijdag 14 Maart 2014, 15.22: Het einde van de standaard vergadering, waarin de week doorgenomen wordt. Daarna nog koffiedrinken tot 16:00 en dan gaat iedereen naar huis. Het donkere zwarte busje met de afgeplakte nummerplaten staat in steeg, waarin ook één enkele fiets staat. Precies op de verwachtte tijd kunnen ze toeslaan. De kleinste zit achter het stuur, de drie andere mannen pakken het slachtoffer. Een perfect geplande ontvoering, waar niks tegen te doen is. Er is maar een kleine kans dat de politie het mysterie zal oplossen voor het gevraagde bedrag uitbetaald moet worden: Vijftien miljoen euro. Zelfs geen simpele waarschuwingsgil kan ontsnappen. Niemand heeft het gezien en niemand heeft het gehoord. Het doekje met Chloroform doet precies wat hij moet doen.

Voor de zoveelste keer deed ik mijn ogen weer open. Het werkte niet. De slaap wilde gewoon niet komen, zelfs niet nu ik alles nogmaals had doorgenomen en mij had bedacht dat gillen en schreeuwen echt niet mogelijk was en ook niet veel zou uithalen. Dit hield mij namelijk hiervoor nog bezig.
Een reis naar dromenland kon ik in ieder geval wel vergeten. Hoe laat het was? Ik had geen idee. Secondes leken uren en minuten leken dagen. Vlak nadat ze mij hierin hadden opgesloten, had ik nog geteld. Eén... ademhaling... twee.... ademhaling... Ergens rond de vierentwintighonderdvijftig was ik de tel kwijtgeraakt. Het had mij nog verbaasd hoelang ik dat had volgehouden. Mijn concentratieniveau lag meestal zo laag dat ik bij schaapjestellen niet verder dan tien kwam. Hier was echter niks dat mij af kon leiden. Duisternis omhulde mij, er was maar één klein geel lichtstreepje dat door het sleutelgat van de deur kwam. Een klein straaltje hoop moest het voorstellen, zodat je niet compleet doordraaide. Zelfs onder de deur kwam geen licht door. Wat dat betreft was het goed uitgedacht, maar nu ik hier zo lag, zorgde het er alleen maar voor dat ik mij naar voelde. Wie wilde er nou dagen lang opgesloten zitten in een kamer met één streepje geel, één streepje hoop? Het alternatief was natuurlijk erger, maar oké.
Er klonk een zucht door de stilte en in eerste instantie ging ik ervan uit dat hij van mijzelf was. Het duurde een paar tellen voor ik besefte dat hij niet van mij kwam. Geschrokken schoot ik overeind en keek om mij heen. Zinloos, want de kamer bestond alleen uit een matras en mij. Het kwam van de gang, waar ook het gele licht vandaan kwam. Muisstil verliet ik het matras en ging op mijn knieën voor de deur zitten om te kijken of ik een gestalte kon onderscheiden. Misschien was het voorbij! Misschien mocht ik eruit! Ik voelde de adrenaline door mijn aderen stromen, rondgepompt door hetzelfde hart dat ik mijn keel voelde kloppen.
Gespannen keek ik toe, maar ik zag niks. Er was niemand. Geen lichaam en geen gestalte. Ik kon zelfs geen schaduwen onderscheiden. Waarschijnlijk had ik het mij gewoon verbeeld, bedacht ik mij. Langzaam kroop ik weer terug naar het matras en maakte het mijzelf weer gemakkelijk, voor zover dat kon. Het lag namelijk niet bepaald geweldig. Eigenlijk zou daar wat aan gedaan moeten worden. Dan zou het minder lang lijken, gezien de slaap dan misschien wel kwam.

Er waren weer een aantal uren -voor zover ik dat in kon schatten- verstreken voor er weer teken van leven was aan de andere kant van de deur. Ik nam dit keer echter niet de moeite om overeind te komen en te gaan kijken, ik bleef rustig liggen. Toch voelde ik mijn hartslag weer versnellen, toen het geluid van voetstappen steeds dichterbij de deur klonk. Iemand liep ernaartoe! Was het nu dan wel over? Mocht ik er nu dan wel uit? Voorzichtig kwam ik overeind en keek ingespannen naar de deur, waarvandaan het gele licht kwam. Het geluid was inmiddels opgehouden, wat betekende dat de persoon nu stil stond. Plots verdween het licht. Nu was de hoop, het geel, vervlogen...
Met een krakend geluid werd de deur geopend door Axel. Hij was een man van weinig woorden, maar zijn blik zat altijd vol emotie en nu was hij overduidelijk verbaasd. Na een constatering van wat er aan de hand was, sloeg deze verbazing om in iets wat ik waarschijnlijk het best leedvermaak kon noemen. Zijn lippen vormden een brede grijns.
'Zo zo, spijt van het aanbod om te checken of het wel een dagje uit te houden is in de cel, Jacky?' vroeg hij lachend. 'De dag is trouwens voorbij, dus je mag eruit.' Vlug stond ik op en klopte mijn kleren af. Ik was niet van plan om zwakte te tonen in zijn buurt. In de buurt van geen van de anderen overigens. Ze waren allemaal nog rotter dan ik vanbinnen en dat zei heel wat, gezien dit alles mijn plan was. De ontvoering, de gevraagde hoeveelheid geld en de moord die erna plaats zou vinden, gevolgd door onze verdwijning. Je zou het misschien niet zeggen, maar ik was het meesterbrein. De jongens die het plan uit zouden voeren, waren echter allemaal een kop groter dan ik en een stukje ouder dan ik en daar maakten ze graag misbruik van.
'Nee, spijt zeker niet. Leg er nog maar een matras op. Dan is er tenminste nog kans dat ze kan slapen en dus haar kop houdt.' Ik liep langs de man, voor ik mij omdraaide en hem met een minachtende blik aankeek. 'En mijn naam is Jack, weet je nog? Degene die jou rijk gaat maken.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen