Foto bij #2 - The Doctor and Elisabeth Daniels.

Terwijl ze samen met een aantal ruimte militairen vechten tegen een groep aliens op een ruimteschip voor leven of dood, wordt de Doctor ineens weg gezapt, naar de aarde, alleen. Hij zou Elisabeth nooit meer zien.

Ineens was hij op een strand. Waar was hij? Net was hij op een ruimteschip aan het vechten met aliens en nu op een strand. Soms was ruimte techonologie vervelend. Hij keek opzij, waar was Liz?
"Liz?" Geen antwoord. Liz was achtergebleven, in het gevecht, nee toch. Hij was haar kwijt en dat idee maakte hem gek. Hij zou haar nooit meer zou zien en hij zou zichzelf het zich nooit vergeven als er wat met haar gebeurt zou zijn. Met zijn handen in zijn haar ijsbeerde hij over het strand. Hij was daarheen gezapt en Elisabeth was achter gebleven en hij kon niet terug. Zijn onderlip trilde een beetje en zijn ogen waren waterig. Hij was haar kwijt. Kwijt voor het leven. Het was allemaal zijn schuld. Hij wreef met zijn hand over zijn gezicht en langs zijn mond en keek om zich heen. Er was nergens iemand te bekennen. Hij schudde zijn hoofd alsof hij het niet kon geloven en er vormden tranen in zijn ogen. De aliens wilde Liz en zouden haar niet meer laten gaan. Dat hadden ze letterlijk gezegd. Ze hadden haar nodig. Waarvoor had de Doctor niet begrepen, maar daar ging het niet om. Met tranen in zijn ogen draaide hij een rondje om zijn as. Hij had zich nog nooit zo wanhopig gevoeld, nog nooit in zijn leven en hij ging al belachelijk lang mee. Maar hij had ook nog nooit zulke sterke gevoelens gehad voor een meisje en nu was ze weg, voor altijd. Zonder dat hij het haar ooit had kunnen zeggen. Hij zakte door zijn benen en landen met zijn knieën in het zand. Snikken kwamen er uit zijn mond.
"LIIIIIZZ." Schreeuwde hij dramatisch, zoals in films vaker gebeurde, maar zo voelde hij zich ook. Hij verborg zijn hoofd in zijn handen en snikte luid. Gevoelloos werd hij vaker genoemd, men moest hem eens zien, huilend over een aardsmeisje, midden op een verlaten strand. Hij wist niet hoelang hij daar had gezeten, maar zijn gesnotter en gehuil stopte maar niet. Op een gegeven moment ging hij langzaam weer staan en begon langzaam langs de branding te lopen, terwijl er een aantal tranen over zijn wangen liepen. Zijn rode ogen keken naar de golven die op de kant kwamen en de zachte wind blies in zijn gezicht. In zijn brein speelde elk moment wat hij met Elisabeth had gehad af en hij deed moeite om niet opnieuw in te storten. Na bijna een uur over het strand geslenterd te hebben met veel gesnotter en een redelijk groot aantal tranen, gebeurde er wat. Het begon harder te waaien en langzaam begon het te regenen en dat steeds harder en harder en voordat hij het wist een lichtflits. Geen gewone lichtflits, nee het was rood en bliksem was niet rood. Een harde klap en een harde windvlaag, waarna ineens het weer weer omsloeg naar hoe het eerst was. De Doctor hoestte en wreef wat zand uit zijn gezicht en van zijn kleren. Toen zag hij haar weer. Zijn harten sloegen een paar slagen over en hij kon niet geloven dat ze het echt was en andersom ook niet. Ook zei had gedacht dat ze hem niet meer zou zien. 'Je kunt dat proberen, maar de kans is erg klein dat je nog leeft als je aankomt en de kans is nog kleiner dat hij er ook daadwerkelijk is' had men tegen haar gezegd. Het had haar niet uitgemaakt. Ze wilde naar huis, ze wilde naar de Doctor toe.
"Doctor?" zei ze twijfelend, niet zeker van haar zaak, maar het was de Doctor. Hij begon langzaam te lopen in haar richting, zij ook in de zijne, hij begon te rennen, zij ook.
"Doctor!" riep ze toen van blijdschap toen hij dichterbij kwam.
"Elisabeth!" riep de Doctor, opnieuw met tranen in zijn ogen en ze renden bijna tegen elkaar op. Ze vlogen elkaar in de armen en de Doctor tilde Elisabeth op in hun omhelzinge terwijl ze rond draaiden. De Doctor pakte haar achterhoofd weer vast in hun knuffel zoals vaak mensen doen bij een baby die hen dierbaar is. Liz is hem dierbaar. Hij keek alsof hij het niet kon geloven dat ze er toch nog was, dat ze hem gevonden had en zijn handen pakte eerst haar haar vast, toen haar armen, toen haar schouders en toen haar wangen en hij glimlachte van blijdschap erg breed. Elisabeth had hem vast om zijn nek.
"Oh Liz, ik dacht dat ik je voor altijd kwijt was." zei de Doctor hees en Elisabeth kreeg tranen in haar ogen en glimlachte toen ook en er ontsnapte een lachje uit haar mond.
"Ik dacht precies hetzelfde.." zei ze zachtjes en ze beet op haar lip om haar tranen tegen te houden, maar ze maakte een snik geluid, waarna de tranen over haar wangen begonnen te stromen, waardoor de Doctor ook brak. Hij sloeg snel zijn armen om haar middel heen, trok haar dichter naar hem toe en zette zijn handen op haar rug waarna hij vol lust zijn lippen op de hare duwde. Vuurwerk. Hij dacht er niet bij na, het was impulsief, maar zij beantwoorde de zoen die ze beide al een eeuwigheid wilde. Haar handen wreven door zijn haar en over zijn bovenrug terwijl de Doctor haar een beetje optilde en zelf vooroverboog omdat Elisabeth kleiner was. Vol lust zoende ze elkaar, als geliefden die elkaar voor het eerst sinds maanden weer zien. Zo voelde het ook. Beide personen waren gloeiend van binnen en wilden elkaar niet los laten en verdiepte de kus waar ze al zo lang op hebben gewacht. Hun tongen raakten elkaar en het leek net alsof er een vonk was terwijl hun lippen synchroon bewogen. Een vonk, vuurwerk, zo cliché, maar toch de waarheid, hun eerste kus, vol lust en vol chemie. Ze hielden elkaar vast alsof dat wanneer ze elkaar los zouden laten dat de andere zou verdwijnen, zo zoende ze. De kus waarop ze zo lang hebben moeten wachten, maar het was het wachten waard.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen