Met een zwaar drukkende arm en een kloppend hart, liepen Briz, Lea en ik door de gangen op zoek naar de gevangenissen. Even waren we bijna tegen een bewaker op gelopen, maar toen hij me zag, reageerde hij alsof ik een van hen was.
Daarbij nam ik de kans om met de meisjes een andere gang door te lopen als ik een oude trap naar beneden zag lopen. Ik wees naar een donkere ruimte en naar beneden.
'Wacht daar, ik ga naar beneden als ik nog niet terug ben ga je ervandoor zonder ons,' fluisterde ik en de ogen van de meisjes waren groot van schrik. Ze waren bang dat zag ik maar ik moest mijn nee, hun vrienden redden.
Ik nam afscheid en rende de trap af naar beneden de enorme trap af naar de gevangissen. Onder aan de trap was het verstikkend, het stonk naar uitwerpselen en schimmel. Ik schoof voetje voor voetje, tastend in het donker de weg. Ik kon redelijk zien in het donker, maar niet genoeg om de details te zien.
Ik vond een lichtschakelaar en haalde de hendel omhoog en keek in een lege ruimte.
'Luke, Hyperion waar zijn jullie?' riep ik en ik kreeg eerst geen antwoord, maar niet langer dan een minuut hoorde ik een zacht fluisternd geluid. 'Sam, kom hier niet in de buurt,' zei de fluister stem.
Ik liep de ruimte in en zocht naar de stem. 'Waar zit je?' vroeg ik, maar ik had het antwoord al gevonden ik zag de ogen van Luke die doodbang om zich heen keken.
Ik liep rustig naar de jongen en zakte neer tot zijn hoogte.
'Ik was bang, dat je dood was Sam, ik wist niet wat ik anders zou moeten doen,' kermde hij en ik had medelijden met hem. Ik pakte hem bij zijn schouders, trok hem stevig naar me toe en sloeg mijn armen om zijn lichaam.
'Sst, het komt goed,' suste ik en ik voelde het schokkende lichaam. Hij huilde.
Ik stak mijn nagels in het sleutelgat en begon ze open te breken. 'Ik bevreid je en dan gaan we naar huis,' zei ik en hoorde een harde klik van het breken van de kettingen.
Ik stond op, en hielp Luke overeind om vervolgens hem naar de uitgang te leiden. 'Loop zo zacht mogelijk naar boven, daar vind je Lea en Briz, blijf bij hun ik ga Hyperion bevreiden.' Ik hoorde een opgewonden kreet. 'Lea, mijn zusje is ze veilig?' vroeg hij. 'Lea is veilig,' zei ik en Luke liep ongewonden naar boven.
Ik besloot om weer terug naar de andere hoek te lopen als ik door iets recht in me ziel werd geraakt. Ik kon me niet meer bewegen. Al mijn gedachtes waren uitgeschakeld.
Ik liep naar de zijkant van de grot waar het bewusteloze lichaam van Hyperion lag. Zijn hele been was paars opgezwollen, waar een klein straaltje bloed uit liep.
Ik brak zo snel mogelijk de kettingen, trok het lichaam over mijn schouder en liep richting de uitgang.
De trappen waren zwaar met het lichaam en ik hoopte dat hij nog leefde. Ik kwam bovenaan de trap, waar de meiden en Luke stonden. 'We hoorde je al komen, we gaan,' zei Lea die op haar benen stond.
Briz kwam naar me toe gelopen. 'Cain gezien?' vroeg ze en ik schudde mijn hoofd. 'Nee ik heb niets meer gezien, ik hoop niet dat er iets ergs is gebeurd met hem,' zei ik en liep met het lichaam achter mijn metgezellen na.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen