Razendsnel ren ik weg door het zand, maar de Tijgers hun tempo ligt veel hoger dan de onze.
Ik zie hoe Ramon het snelste van ons allemaal weg is, wat behoorlijk raar is.
Vulcan, de beste loper onder ons , houd op met sprinten.
'We moeten omkeren en vechten!' roept hij.
Iedereen gehoorzaamd meteen, behalve Ramon, de eigenwijze jongen uit 4.
De Vissersjongen draait even zijn hoofd om, maar besluit om door te rennen.
Vulcan trekt zijn vlijmscherp zwaard, en stormt op de beesten af.
De oranje pels van deze dieren schittert in het zonlicht, en hun scherpe tanden blinken heel hard.
Ik grijp mijn bijl, en spring op een tijger, ik hak door en zonder na te denken vermoord ik al een tweede roofdier.
Vulcan doorboord met zijn zwaard een beest.
Lia schiet pijl na pijl af, waardoor ze ons helpt met ze te verwonden.
En dan heb je Edmund, die met zijn speren genadeloos beesten neerwerpt.
alles lijkt goed te verlopen, behalve het moment dat alle tijgers zich op Ed storten.
Dit is hem fataal, zijn speer valt uit zijn hand, maar hij vecht worstelend door.
Lia schiet wanhopig op de oranjekleurige dieren,
Vulcan en Ik hakken er op in.
Er blijven nog twee over, die weglopen.
In de Verte zie ik Ramon over een rots struikelen, en met een harde klap op de grond terechtkomen.
De Tijgers sprinten zijn richting in.
'Moeten we hem helpen?' vraagt Lia.
'Nee, laat hem maar aan zijn lot over' zeggen Vulcan.
'De kans is groot dat als ze hem vermoorden terug naar ons zouden komen' bemerkt Edmund.
'Misschien is het toch beter om hem te helpen' geeft Vulcan toe, terwijl Lia een paar pijlen in de richting van de tijgers schiet.
Eentje is dood, de andere loopt weg.
'Hé, lafferik' grap ik met een glimlach.
Woedend kijkt hij ons aan. 'Je mag blij zijn dat we je nu niet vermoorden' snauwt Vulcan, terwijl hij zijn spullen pakt en doorloopt.
'Lia, zie je die grote piekrotsen in de verte?' vraag ik.
'Ja, waarom vraag je dat?'
'Ik denk dat daarachter de woestijn ophoud, en er een nieuw soort Arena begint.'
'Hoezo?'
'De spelmakers wouden ons terugjagen met de Tijgers, dat is het teken dat het daar toch veel beter moet zijn dan hier?'
'Goed gevonden, ik zal het Vulcan even zeggen' antwoord het meisje uit 2.
Vulcan stemt in op mijn voorstel, en dus berijken we na lang zwoegen en ploeteren de rotsen.
'Ik ruik bloed' merkt Edmund op.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen