Foto bij 26.

This chapter is in honor of Philip Seymour Hoffman, the actor of Plutarch Heavensbee.
R.I.P.

Zonder dat ik het doorheb, stromen de tranen over mijn wangen. De kleine lieve Sarah uit 10, dood. Ik heb geen zin om nu met de andere beroeps te praten, ik wil ze niet zien. Ik haat ze. Ik haat ze allemaal. Voor het rustig toekijken hoe een 12-jarige werd vermoord, voor het vermoorden van andere tributen, voor nergens een probleem mee te hebben en maar gewoon doen wat het Capitool hun vraagt en er nog blij mee zijn. Want ik haat het Capitool nog meer. Zij zijn de schuld van alles wat er hier gebeurt is en wat er nog gaat gebeuren. Zij dwingen jongeren om anderen te doden. Zij hebben Sarah vermoord.
Maar diep in mijn hart weet ik dat ik de persoon ben die Sarah van haar laatste adem heeft beroofd.
'Annie, kom je?'
Matthew komt zachtjes op me aflopen, maar ik wel hem ook niet zien. Hij is net zo slecht als de anderen. Onwillekeurig bal ik mijn handen tot vuisten.
'We gaan jagen. Ga je mee of wil je hier blijven en voor wat avondeten zorgen?'
Jagen. Hij zegt het zo normaal, alsof ze een paar dieren gaan doden. Maar ik weet dat ze op jacht gaan om de andere tributen zo snel mogelijk uit te moorden.
'Ik blijf hier wel.' antwoord ik koud, zonder hem aan te kijken. Ik wrijf snel over mijn wangen om mijn tranen niet te laten zien. 'Ik zal wel als jullie dienstmeid wat gaan vissen en zorgen dat jullie vanavond niet verhongeren.'
Matthew kijkt me even kwaad aan en loopt zonder wat te zeggen weg. Het kan mij ook allemaal niets meer schelen. Ik luister hoe de anderen weggaan en doe alsof ik het te druk heb met naar de rivier kijken. Alleen Pearl roept gedag en even later zijn ze allemaal verdwenen. Ze vertrouwen me blijkbaar genoeg om me alleen achter te laten met bijna alle spullen. Het enige wat ze mee hebben genomen zijn hun wapens en misschien één rugzak. De rest ligt allemaal rustig op hun hoop en het idee om de spullen te verstoppen of te vernietigen ontstaat. Maar toch doe ik het niet. Het zijn namelijk ook mijn spullen en misschien heb ik ze ooit nog nodig.
Wat opvallend is, is dat er dit jaar geen eten bij de Hoorn lag. Ze dwingen ons blijkbaar om zelf ons voedsel te vinden. Wat ben ik op dit moment blij dat ik kan vissen en me daar in elk geval geen zorgen over hoef te maken. Misschien kan ik zelfs tegenover de anderen wel liegen over mijn vangst en zelf het grootste gedeelte verstoppen, zodat zij het moeten doen met weinig eten en ik genoeg heb. Maar misschien kan ik Sky toch maar beter niet kwaad maken.
Terwijl ik lange grasstengels pluk, om een net van te maken, bedenk ik allemaal plannetjes om Sky en de anderen zo veel mogelijk dwars te zitten. Maar ik weet toch al dat ik ze nooit durf uit te voeren.
Het vlechten van het net is rustgevend en zorgt ervoor dat ik weer beter tot mezelf kom. De zon schijnt fel op mijn huid, maar ik bungel met mijn voeten in het water voor de nodige afkoeling. Een paar visjes zwemmen nieuwsgierig tegen mijn voeten aan en die doorboor ik snel met mijn drietand, net zoals ik thuis in district 4 zou doen. Hoe zou het nu in district 4 zijn? Waarschijnlijk zit iedereen op het plein te kijken naar de Spelen en is het vissen gestaakt. Ik zie al voor me hoe mijn ouders naar mij kijken via de grote schermen. Zullen ze opgelucht en trots op me zijn dat ik nog steeds leef? Hebben ze hun tranen gelaten over Sarah of heeft het hun niks uitgemaakt? Misschien zal ik de antwoorden wel nooit weten. Mijn vriendinnen zullen waarschijnlijk de hele tijd gebiologeerd naar het scherm zitten staren, zonder wat te zeggen. Hopend dat ik het zal overleven. Ik hoop tenminste dat ze me niet vergeten zijn.
Maar de persoon die ik het allermeeste mis is Finnick. Hij zou precies weten hoe hij me zou moeten helpen. Hij weet precies hoe ik me voel. Maar ik heb me niet echt aan Finnick's plannen gehouden. In plaats van vrienden heb ik veel vijanden gemaakt. Het hele Capitool denkt dat ik zwak ben, sinds Sky me gedwongen heeft Sarah te vermoorden en populair ben ik allerminst. Het gaat echt totaal niet volgens plan en de reden dat ik nog leef is waarschijnlijk stom geluk. Ik zucht even en masseer mijn polsen, die pijn doen van het vlechten. De wond op mijn arm is knalrood en brandt verschrikkelijk, waardoor het vlechten langzaam gaat. Ik weet niets van wonden, maar ik weet wel dat dit niet goed is. De snee gaat geïnfecteerd worden als ik niet snel beter hygiëne vind of behandeld word. Een kreun verlaat mijn mond en ik voel me een beetje duizelig, totdat mijn aandacht wordt getrokken door een zilveren parachute die op een steen naast me landt,

Reageer (3)

  • xLittleBirdx

    Mooi dat je nog even iets zegt over Philip Seymour Hoffman. Rest in peace.

    En trouwens ook een mooi hoofdstukje!

    1 decennium geleden
  • Klaar

    Rest in peace, Philip Seymour Hoffman, je bent een groot verlies (H)
    En dit verhaal is een grote toevoeging aan de schrijverswereld.

    1 decennium geleden
  • LearnToPlay

    r.i.p Philip Seymour Hoffman

    snel verder! =)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen