Foto bij 004.

En weer één van mijn vooruit geschreven stukjes die ik ietsjes aangepast heb (:

Ik voelde de koets tot stilstand komen en veerde snel overeind.
Net op tijd want Guil deed de deur al open. “Koninklijke hoogheden en..” Waarschijnlijk wou hij dienstmeid zeggen maar bedacht zich snel aangezien hij mij daarmee zou beledigen.
“…Vriendin.” Voegde hij er dus snel achteraan, maakte een reverence en deed een stap opzij om ons door te laten.
Ik moest lachen toen ik de ogen van Lillian groot zag worden toen ze het uitzicht in zich opnam.
We waren gestopt op een prachtig veld vol met bloeiende wilde bloemen in alle kleuren van de regenboog.
We renden met z’n drieën richting het veld, hand in hand.
“Ik ben nog nooit in deze streek van het land geweest.” Zuchtte Lillian toen we na een tijdje even stil hielden.
Ik grinnikte. “Je bent er nu toch?” Waarna ik de prachtige lach van Dimitri hoorde.
We draaiden ons naar hem om en onze ogen ontmoeten elkaar weer.
Hij kwam galant naar me toe lopen.
“Wie als eerst bij die boom is.” Fluisterde hij voordat hij er met een brede glimlach vandoor ging.
Ik zette snel de achtervolging in, en door mijn vleugels kon ik me iets makkelijker voortduwen dan Lillian en al snel rende ik naast Dimitri.
Hij keek me geamuseerd maar verbaast aan.
Ik beantwoorde zijn glimlach en versnelde mijn pas waardoor ik makkelijk op een voorsprong kwam.
Ik was bijna bij de boom, ik strekte mijn hand uit, nog een meter en mijn vingers zouden over de hobbelige schors strijken.
Ik voelde een hand om mijn middel, en ik werd opzij getrokken.
Ondanks mijn vleugels verloor ik mijn evenwicht, ik viel achterover, maar een paar armen vingen me op en ik voelde diegene samen met mij vallen.
Met een dreun kwamen we op de grond terecht.
Ik deed mijn ogen open die ik waarschijnlijk in een reflex dicht had geknepen en keek wie mijn belager en redder was.
Maar natuurlijk ik had het kunnen weten.
Ik lag boven op Dimitri, die me met bezorgde en schuldige ogen aan keek.
“Het spijt me, ik had beter moeten weten.” Fluisterde hij net hoorbaar, ik zag in zijn ooghoeken iets blinken, is dat een traan?
Ik veegde de traan die inderdaad in zijn ooghoek hing weg. “Het geeft niet, ik weet dat je het niet zo hard bedoelde.” Ik streek met mijn hand troostend langs zijn gezicht.
Hij moest weer enig sinds glimlachen. “Je begint snel te worden.”fluisterde hij nu.
Ik liet me van hem af rollen en bleef naast hem in het gras vallen.
“Dan ben ik tenminste nog ergens goed in.” Zei ik quasi nonchalant, maar waarschijnlijk hoorde hij net het harde randje eraan.
Hij draaide zich op zijn zij naar me toe. “Je moet niet zo negatief over jezelf denken Nehynana.”
Zijn ogen boorden zich zorglijk in de mijne.
Ik haalde mijn schouders op. “Er word van mij verwacht dat ik een voorbeeldige prinses ben, tot nu toe pik ik alles wat ze me proberen aan te leren, maar ik weet niet hoelang ik daar nog mee door kan gaan Dimitri.” Ik sloot mijn ogen en liet mijn hoofd dieper in het gras zakken.
Er viel een schaduw over mijn gezicht heen en ik voelde hoe twee warme handen allebei de weerkanten van mijn gezicht vastpakten, zijn handen bleven daar troosten op mijn huid liggen.
Ik deed mijn ogen open en keek recht in de ogen van Dimitri die over me heen gebogen zat.
“Nog een paar dagen wachten lief zusje van me, als je achttien bent kan je meer doen naar je eigen zin, dan hebben ze niets meer over je te zeggen, dan ben je eindelijk volwassen.”
Hij boog zich voorover en drukte een kus op mijn voorhoofd.
“Je moet je niet zo druk maken Nana.” Hij lachte toen hij me een beetje ineen zag krimpen en hielp me toen overeind.
Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat Lillian nu pas bij de boom aankwam, waren Dimitri en ik echt zo snel geweest? Ze leek niets meegekregen te hebben wat er allemaal tussen Dimitri en mij was voorgevallen.
Hoe kon ze ook? het gras is zo hoog.
Een beetje slungelig stond ik op en liep weer naar haar toe.
“Wel, het is wel duidelijk dat Allyssee deze race gewonnen heeft.” Hoorde ik Dimitri achter me vrolijk roepen en Lilian lachte spontaan mee.
Weer haakte ik mijn armen door de armen van mijn twee metgezellen en huppelde verder het veld in.
“Aan de andere kant van deze heuvel is een klein maar heel mooi dorpje met de naam Nofynia.
de bewoners zijn er aardig en niet zo opdringerig en het zijn ook niet zulke roddelaars als die mensen bij de poort.”
Dimitri stootte me aan. “Nog even en ik denk dat jij hier nog een huisje gaat bouwen.”
Ik haalde mijn schouders op. “Misschien doe ik dat ooit nog wel.” Waarop ik stralend naar hem glimlachte terwijl ik mijn vleugels strekte waardoor ze de vleugels van Dimitri overschaduwden, die veel groter zijn dan de mijne.
De eerste daken doemden al snel op naarmate we de top bereikten.
Hier en daar waren veedieren te vinden, kuddes koeien en schapen stonden om ons heen te loeien en te blaten maar we liepen lachend verder zonder er echt acht op te slaan.
De mensen die we tegenkwamen maakten een lichte buiging en ik was blij als altijd dat ze er geen hele poespas van maakten.
Het centrum van het stadje werd omringt met een twee en een halve meter hoge,oude muur, maar het bood een prima bescherming voor de kinderen tegen wolven en andere buitenstaanders.
Boven de muur kon je nog net de karakteristieke daken zien, sommigen bedekt met stro de andere met bijzondere stenen die kleurrijk verspreid lagen over het dak.
Torentjes vormden ook een karakteristiek aanbeeld van het dorpje.
Na een tijdje langs de dorpsmuur te hebben gelopen kwamen we uit bij de prachtige poort die als één van de twee ingangen gelde.
We werden vrolijk begroet door de poortwachters die ons spontaan vroegen of we misschien zin hadden in een lekker glaasje Twinkelwijn -de locale specialiteit- in de herberg verderop.
Dimitri had bijna toegezegd, maar ik porde hem tussen zijn ribben en zei dat we spijtig genoeg iets anders te doen hadden, waarna de poortwachter een respectvolle buiging maakte en zich weer op zijn taken richtte.
“Ik weet dat je dol bent op Twinkelwijn, maar is het daar niet nog een beetje te vroeg voor?” lachte ik naar hem.
“Het is nooit te vroeg of the laat voor een goed glaasje Twinkelwijn en ik weet dat jij er ook dol op bent.” Dit keer porde hij mij terug waardoor ik ook moest lachen en zuchten tegelijkertijd.
“Je hebt gelijk, ik moet toegeven dat ik inderdaad verzot ben op Twinkelwijn.”
Dimitri draaide om zijn as en bleef voor me stil staan. “Wat is er dan zo dringend dat wij ons verzot op ons moeten laten wachten?”
Ik glimlachte geheimzinnig naar hem. “Ik wil mevrouw Gildewaun bezoeken.”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen