Foto bij 29.

Allereerst wil ik jullie allemaal bedanken voor het (nog steeds) lezen van mijn story! Jullie zijn echt geweldig en ik ben blij dat jullie het verhaal leuk vinden en steeds reacties plaatsen :D
Dus bedankt!

Na nog een laatste blik op de tweede dode lichamen te werpen ren ik weer door. Het spijt me echt voor de jongen en het meisje, maar ik moet Matthew vinden. Ik moet weten of hij nog leeft. Als hij dood is...., dan sta ik er helemaal alleen voor. Niemand meer van thuis. Niemand die me begrijpt. Nee, Matthew mag niet dood zijn. Hij kan niet dood zijn, hij kan veel beter vechten dan ik. En ik leef ook nog.
Ik heb geen idee welke kant ik op moet. Het geschreeuw is opgehouden en ik heb behalve de twee lijken geen aanknopingspunt meer. Verwoed blijf ik maar doorlopen, terwijl ik steeds blijf haken achter verschillende planten. Hoe verder ik loop, hoe dichter de planten tegen elkaar gegroeid zijn en hoe minder geluiden ik van buitenaf hoor. Een onheilspellend gevoel bekruipt mij en ik hen het gevoel dat ik in een val aan het lopen ben. Hier lijken geen tributen te zijn, maar je weet nooit wat het Capitool hier geplaatst heeft op een leuke spelen te hebben. Ik tuur nog een korte tijd in de verte, naar het donker beboste groen, maar besluit dan om terug te keren. Voor mijn gevoel loop ik al uren en ik heb nog steeds niemand gevonden. Geen levende mensen in elk geval.
De hoop om Matthew te vinden heb ik allang opgegeven, maar hoe kom ik terug bij de hoorn? En de derde onbekende dode blijft ook maar door mijn gedachten spelen. Wie is de derde? Wie is er nog meer dood? De wind steekt op en ik trek de rits van mijn jasje nog wat omhoog. Het is al redelijk donker en de grote bladeren laten eigenlijk geen zonlicht door. Het wordt avond en ik loop nog steeds door een onbekend gebied in de arena. En ik ben helemaal alleen.
Op dit moment kan ik me wel voor mijn kop slaan dat ik de laatste restjes vis niet heb meegenomen. Ik begin honger te krijgen en er is hier nergens een rivier waar ik zou kunnen vissen. Moe van het lopen zak ik neer op een boomstronk. Ik weet niet waar ik ben. Ik weet niet waar de anderen zijn. En helaas weet ik ook niet wat ik moet doen.
Ik giet wat water uit mijn flesje in mijn mond en ik strijk mijn haren uit mijn gezicht. Zouden de anderen denken dat ik expres de beroeps heb verlaten? Of zijn mijn bondgenoten zelf nog niet terug en dwalen ze hier ook nog ergens rond? Ik vrees nu niet alleen voor het leven van Matthew, maar ook voor mijn eigen leven. Ik ben verdwaald en heb geen idee hoe ik hier eten moet vinden. Waarschijnlijk zal ik verhongeren of vergiftigde bessen eten, als ik nog niet eerder door andere tributen ben vermoord. Waarom heb ik ook niet beter opgelet bij het onderdeel vergiftigde planten, tijdens de trainingssessie in het Capitool?
Na een tijdje voor me uit staren, besluit ik dat ik dan maar beter hier ergens een slaapplaats kan zoeken. Het is nacht en ik vind de hoorn toch nooit weer terug. Het maakt voor mij ook niet verschil of ik de wacht houd of niet, ik kan maar beter genoeg nachtrust krijgen. Langzaam kom ik overeind en probeer een handige slaapplaats te vinden. Het moet wel een beetje beschut zijn tegen het weer en dat niet elke tribuut me zomaar kan vinden.
Een boom met laaghangende takken is precies wat ik zoek. Ik ben nooit goed geweest in boom klimmen, dus ik besluit maar tegen de brede stam aan te liggen, onder één van de brede takken. Ik nestel me in mijn slaapzak, die ik gelukkig ook mee heb genomen, en probeer in slaap te vallen. Maar hoe moe ik ook ben, de slaap komt niet.
Het geluid van nachtdieren die tot leven komen maakt me bang en ook de kou houdt me wakker. De honger, waar ik totaal niet aan gewend ben, helpt natuurlijk ook niet mee. In District 4 had ik altijd eten, er waren altijd wel vissen. Morgen ga ik op zoek naar eten, houd ik mezelf voor. Maar eerst moet ik slapen. Een paar uren lang lig ik onder de boem in een halve slaap-wakker toestand. Ik ben niet echt helder en wakker, maar het lukt me ook niet om mijn gedachten af te sluiten en te slapen.
Totdat het volkslied van Panem door de hele arena heen schalt. Meteen open ik mijn ogen en kijk naar de donkere hemel, waar de doden van deze dag op geprojecteerd zullen worden. Nu zal ik er eindelijk achter komen wie de derde dode is. Laat het Matthew niet zij. Laat het Matthew niet zijn, denk ik zo hard als ik kan.
De eerste foto die in beeld komt, is het, toen nog vrolijk lachende, gezicht van Pearl.

Reageer (3)

  • Klaar

    You know what you are? En verschrikkelijk goede schrijfster.

    1 decennium geleden
  • xLittleBirdx

    Gosh, dit is zo spannend!

    1 decennium geleden
  • DreamLight

    Het is zo spannend, ga aub snel verder

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen