004
De grote dag is aangebroken zei mijn tante toen ze me had wakker gemaakt. Ik sprong uit mijn bed en trok mijn kleren aan. Daarna kamde ik mijn haren en poetste mijn tanden. Als laatste maakte ik mezelf op. Ik rende naar beneden propte wat eten in mijn mond. Mijn oom haalde mijn koffer en zette hem in de auto. Ik rende naar buiten en stapte in. Vijf minuten later stapte mijn tante eindelijk in. Toen we wegreden voelde ik kriebels in mijn buik. Ben je zenuwachtig? Ja tuurlijk ik kan amper toveren en ik ben twee weken te laat! Zei ik bijna schreeuwend. Rustig alles komt wel goed. Beloofd? Beloofd! Opeens parkeerde mijn oom de auto en riep we zijn op het station. Ik een mijn tante stapten uit. Mijn oom pakte de koffer en sleepte hem achter zich aan. Mijn tante nam mijn grote tas mee en ik hield een klein tasje vast. We liepen met zijn drieën het station binnen. Mijn tante pakte een karretje en legde mijn koffer en tas er in. Zelf had ik nog steeds mijn tasje vast en was niet van plan hem los te laten. Tante waar is perron 9 3/4? We lopen door de muur tussen perron 9 en 10. Door een muur lopen klinkt gestoord. Kijk dreuzels mogen niet weten dat heksen en tovenaars bestaan. Daarom lopen wij door de muur tussen perron 9 en 10. Dreuzels kunnen daar niet doorheen. Wacht even! Wat zijn dreuzels? Mensen liefje. O. Neem maar gauw afscheid van je oom want hij kan er niet doorheen. En jij wel? Mijn ouders en zus waren toch tovenaars? Ja. Daarom kan ik er wel doorheen. Nou op naar perron 9 3/4. Ik gaf mijn oom een knuffel en volgde mijn tante. Toen we bij de muur waren liepen we er gauw doorheen. Ik zag allemaal tovenaars en heksen afscheid nemen. Dus nam ik afscheid van mijn tante. Daarna stapte ik in de trein en zocht een lege coupe. Ik ging zitten en maakte mijn tasje open. Ik pakte de brief van roos mijn nichtje. Ik vouwde hem open en begon te lezen.
Mijn liefste nicht Lucy
Ik weet wat je je af vraagt ik ben geen heks
Ik wil zeggen dat het me spijt dat ik verdween
En dat ik er nu niet meer ben.
Maar op Zweinstein zul je er meer over te weten komen.
Nu wil ik iets belangrijks zeggen:
Ik hou van jou
Met heel mijn hart
Het spijt me dat ik moest gaan.
Maar wat er ook gebeurd blijf jezelf
Blijf sterk
Jij hebt zoveel kracht
Laat je niet beheersen door anderen
Je was net een zus voor mij
ik wilde je niet in gevaar brengen
Het spijt me
Je nichtje roos
Na het lezen liet ik een traan los. Opeens klopte er iemand op de deur van de coupe. Ik deed open en zag dat er twee jongens en meisje stonden. Hoi, kunnen we bij jou zitten? Vroeg het meisje. Tuurlijk. Ze gingen zitten en het meisje stelde zich zelf voor als Hermelien Griffel. De jongen met rood haar hete Ron Wemel. En jij bent zei ik tegen de jongen met zwart haar en het zelfde litteken als ik. Ik ben Harry Potter zei hij. Aangenaam ik ben Lucy Lewin.
Er zijn nog geen reacties.