Foto bij Season 1 Chapter 2

Hier is het tweede hoofdstukje van seizoen 1. Ik hoop dat het jullie al begint aan te spreken, de echte verhaallijn zal in het volgend hoofdstukje gaan starten :)

Met het briefje van 10 in mijn hand, liep ik terug door het bos. Voorlopig was ik het veiligst tussen de bomen bedekt met sneeuw. Ik bekeek het briefje en zag dat er een vrouw van een kroon van ijs op stond. Ze lachte vriendelijk en ik had het idee dat zij de baas was van dit gedeelte van de planeet.
Ik stopte bij een vijver en zag dat hij bevroren was. Ik boog me over de vijver en gebruikte het als een spiegel om mijn tekens weg te werken en om mijn lenzen in te doen. Toen ik opstond voelde ik me al een stuk beter, behalve het feit dat ik nog steeds witte kleding droeg, was ik in ieder geval een stuk minder opvallend. Aangezien er veel sneeuw lag, viel ik niet erg op met mijn witte kleren en mijn blonde haar. Koud had ik het ook niet, aangezien een ster koudbloedig was. Plotseling hoorde ik voetstappen mijn kant op komen. Ik klom zo snel mogelijk in een bom en verschuilde mezelf achter een tak. Een jongen en een meisje kwamen over het pad gelopen van het bos. Van een afstand kon je al zien dat het een tweeling was. Ook al waren het een jongen en een meisje, in hun gezichten leken ze sprekend op elkaar.
‘Ik kan niet geloven dat hij of zij weg is’ zei het meisje.
‘Waarschijnlijk is hij al meegenomen door jeweetwel’.
‘Vera, sneller dan dit hadden we niet bij hem of haar kunnen komen. De ster was bijna ons huis binnen geslagen’.
‘Ik ga het niet opgeven hoor, Liam!’ zei het meisje dat dus blijkbaar Vera heette. ‘Als hij of zij echt in handen is van de jeweetwel, is hij of zij in groot gevaar of erger nog, dan is het misschien al te laat!’
‘Of de ster wist gewoon dat hij of zij niet veilig is op deze planeet en dat hij of zij dus nu verstopt zit’ zei de jongen die dus Liam heette.
‘Zullen we er gewoon van uit gaan dat het een zij is’ zei Vera. ‘Ik ben dat hij of zij nu wel zat’. Het liefste wilde ik nu tevoorschijn springen om te laten zien dat ik weldegelijk een jongen was, maar de stem van de opperster bleef maar door mijn hoofd klinken. ‘Vertrouw niemand’. Maar deze twee hadden over het gevaar van deze planeet en ze noemden het ‘de jeweetwel’. Moest ik ze dan toch vertrouwen? Toen ze een stukje verder waren, besloot ik uit de boom te komen en ik zette de achtervolging in.

Liam en Vera liepen het dorp binnen en stopte meteen bij het eerste huis. Liam stak de sleutel in het slot en samen liepen ze naar binnen. Daar woonden ze dus. Ik besloot om terug te gaan naar de boom die toch best lekker lag en om daar de nacht door te gaan. Morgen zou ik Liam en Vera beter in de gaten houden. Ik liep terug naar de boom, klom erin en viel als een blok in slaap.
Ik werd wakker van geritsel dat onder mij vandaan kwam. Het was nog steeds nacht en ik keek naar beneden. Even dacht ik dat ik iets zag lopen. Mijn lenzen waren droog dus er zat een waas voor mijn ogen. Toen ik mijn lenzen weer vochtig geknipperd had, keek ik weer naar beneden. Jammer genoeg was er nu niets te zien. Ik dacht toch echt dat ik iets had zien lopen. Voor mijn gevoel was het iets grijs met een zwarte bult op zijn rug. Ik besloot het maar te laten voor wat het was en viel weer terug in slaap.

Toen ik wakker werd, was het licht en hoorde ik vogeltjes fluiten. Ik keek om me heen en zag dat de bomen nog steeds bedekt waren met sneeuw. Ik liet mezelf naar beneden glijden en liep weer richting het dorp. Onderweg voelde ik dat mijn maag ontzettend begon te knorren en ik realiseerde me dat ik al heel lang niets meer gegeten had. Aangezien ik nog 10 ijskronen overhad, liep ik naar de bakker en kocht twee broodjes voor 1 ijskroon. Terwijl ik de broodjes naar binnen werkte, liep ik langs een smederij. Voor de ramen hingen allerlei wapens. Ik bedacht dat het best handig zou zijn als ik een wapen zou hebben, zodat ik als het er echt op aan zou komen, mezelf goed zou kunnen verdedigen. Ik liep naar binnen en werd vriendelijk begroet door een oude man met een snor.
‘Kan ik iets voor u doen?’ vroeg hij. Met mijn broeders en zusters had ik altijd met boemerangs gespeeld en daar kon ik altijd goed mee overweg.
‘Verkoopt u toevallig boemerangs?’ vroeg ik.
‘Jazeker’ zei de smid en hij liep naar een tafel waar verschillende boemerangs op lagen.
‘Hoeveel zijn ze per stuk?’ vroeg ik.
’20 ijskronen’ zei de smid.
Ik wist dat ik geen twintig ijskronen meer had. Toen ineens voelde ik het meteoriet weer in mijn zak zitten.
‘En hoeveel kost het om een boemerang te laten maken als ik zelf het materiaal er al voor heb?’
‘Dan vraag ik er 10 ijskronen voor’.
‘En als ik dan ook nog is zelf mee help? Ik heb namelijk nog maar 9 ijskronen over’ zei ik eerlijk.
‘Dan doe ik het voor jou voor 9 ijskronen’ lachte de smid. ‘Je mag je materiaal in de emmer doen boven het vuur. Dan pak ik even de gietvorm voor een boemerang’.
De smid liep naar achter en ik liep naar de kachel toe en stopte het meteoriet in de emmer. Het gesteente begon meteen te smelten door de hoge temperatuur en de smid kwam terug gelopen met de giet vorm. Hij goot het gesmolten meteoriet in de vorm en legde de vorm in een bak met water. De boemerang begon te sissen en even later pakte de smid de boemerang uit de bak met water.
‘Ik neem aan dat je ermee wilt vechten?’ vroeg hij.
‘Dat klopt’ zei ik. ‘Welke kleur wil je hem hebben?’
‘Doe maar wit met goud als het kan?’ vroeg ik. ‘Ik zal mijn best is gaan doen’ zei de smid.

Na ongeveer een kwartiertje was de smid klaar en kwam hij terug met een witte boemerang in zijn hand. Over de boemerang liepen gouden draden door elkaar heen verwikkeld.
‘Dat is dan 9 ijskronen’ zei de smid. Ik gaf de ijskronen aan hem en pakte de boemerang.
‘Wees er voorzichtig mee, hij is vlijmscherp, maar als het goed is komt hij met de vang kant weer terug naar jou toe’.
‘Ik zal het wel is uit proberen’ zei ik lachend. Ik stak de boemerang in mijn riem en liep de smederij uit.

Reageer (1)

  • zoekwoord

    oei, hij's blut:O

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen