015

Ik schrok wakker van mij rare droom. 6 uur stond er op de wekker. Ik stapte mijn bed uit en pakte kleren, ondergoed, een borstel, sneakers en make-up. Ik liep de badkamer in en sprong onder de douche. Na 15 minuten was ik klaar. Ik liep de douche uit en schoot in mijn kleren en kamde mijn haren. Ik liet het los hangen. Ik trok mijn schoenen aan en deed mijn make-up op. Half 7 stond er nu op de klok. Ik liep naar de leerlingenkamer en begon weer aan mijn huiswerk. 7 uur stond er nu op de klok. Ik was klaar met mijn huiswerk en legde het aan de kant. Ik ging liggen op de bank en sloot mijn ogen. Na een paar minuten klopte er iemand op de deur. Ik liep ernaartoe en deed de deur open. Draco zei ik verbaasd. Hoi zei hij. Ik had niet verwacht dat jij hier zou staan alleen Griffoendors kunnen hier komen zei ik verbaasd. Nou ik ook zei hij. Waarom ben je hier? Ik wilde vragen of je mee gaat ontbijten zei hij. Graag even mijn stok pakken zei ik en liep naar de slaapzaal. Wat moet jij hier hoorde ik Harry tegen Draco zeggen. Shit! Dacht ik. Ik rende naar beneden en zag Harry zijn vuisten omhoog gaan. Harry riep ik. Lucy ben je al wakker zei hij poeslief. Ja allang. Goeiemorgen trouwens zei hij. Jij ook Goeiemorgen. Ik stak mijn stok in mijn zak. Kom je Draco zei ik. Wacht, gaan jullie ergens naar toe zei Harry. Ja ik heb Draco binnengelaten hij kwam voor mij zei ik tegen hem. Waar gaan jullie heen? Dat gaat jou niks aan Potter zei Draco. Ik negeerde het en riep doei. Doei riep hij terug. Was dat nodig zei ik tegen Draco. Sorry zei hij. Waarom ben je ineens zo aardig vroeg Draco. Omdat je best mee valt zei ik. Jij valt ook best mee zei hij. We lachten. We liepen naar de driebezemstelen voor een omelet. Na het ontbijt liepen we terug naar Zweinstein. Tot later zei ik. Ik zie je later zei hij. Ik liep door de gangen terug naar de leerlingenkamer. Ik liep naar binnen en plofte neer in een stoel. Hoi zei ik. Was het leuk met Malfidus vroeg Harry. Het was gezellig antwoordde ik. Zijn jullie een stel vroeg Ron. Nee ik weet niet eens of we vrienden zijn. Lucy je mag je eigen vrienden hebben maar denk maar niet dat we aardig tegen hem gaan doen zei Harry. Dat hoeft ook niet zei ik. Harry vertel haar wat je in de krant gelezen had zei Hermelien. Er is geprobeerd iets uit de kluis van professor Perkamentus te stelen zei Harry. Mijn vrienden vertrouwde me nog steeds en ze waren niet boos. Is het gelukt? Vroeg ik. Nee de kluis was leeg zei Ron. Wat er in die kluis lag ligt nu ergens op Zweinstein zei Hermelien. Dan gaan we morgen op onderzoek uit want vanmiddag gaan we naar een zwerkbal wedstrijd zei ik. Beloof je dat je komt zei Harry. Natuurlijk kom ik. Ik laat je echt niet in de steek zei ik. Ik moet me omkleden zei Harry. Ik haal iets te eten voor je riep ik naar hem. Ik rende door de gangen op weg naar de grote zaal. Er stond nog wat eten op tafel en ook nog drinken. Ik pakte een kommetje pompoensoep en liep terug naar de leerlingenkamer. Harry had zich al omgekleed en kletste met Ron en Hermelien. Jongens maak een wat ruimte voor mij zei ik. Ik gaf het kommetje aan Harry en ging zitten. Morgen gaan we naar Hagrid misschien weet hij iets zei ik. Goed idee zei Hermelien. Kom we moeten naar de wedstrijd en jij naar je team zei ik. Harry pakte zijn bezem en rende weg. Ik rende met Hermelien en Ron naar de tribune. We zochten een plaatsje bij de andere Griffoendors. Willen alle spelers op het veld komen. Daar zijn de Zwadderaars en aan de andere kant komen de Griffoendors. Ze hebben een eerste jaars in hun team. Zijn naam is Harry Potter. Ik zwaaide en juichte samen met Ron. Hermelien schaamde zich voor ons en deed niet mee. Ze keek ons heel raar aan en wij schoten in de lach. Er is gevloten dus de wedstrijd kan beginnen. De Griffoendors hebben de bal en zouden kunnen scoren. Er word gegooid. Griffoendor scoort. Iedereen klapt en juicht, maar ik juichte het hardst. Er is nog geen teken van de snaai, maar wat komt daar aan vliegen. De gouden snaai. Ik zag Harry en een jongen van Zwadderich er achter aan vliegen. Wat heb ik gemist hoorde ik een zware stem achter me zeggen. Ik draaide me om. Hagrid riep ik. Hij kwam naast ons zitten en zei Harry doet het goed zeg. Zeker.Wat gebeurd er nu. Het lijkt wel of de bezem van Harry behekst is. Hermelien pakte de verrekijker van Hagrid en keek de tribune rond. Daar riep ze. Ron en ik pakte de verrekijker en keken naar de plek dat Hermelien aanwijst. Professor Sneep zei ik verbaasd. Laat mij maar zei Hermelien. Ze rende de trap af. Even later zagen Ron en ik rook bij professor Sneep vandaan komen. Zijn mantel staat in de vik zei ik. We keken naar Harry die nu weer achter de snaai aan vloog.Zwadderich heeft de bal en scoort. Het staat nu 3-2 voor Griffoendor. Harry vloog laag en viel van zijn bezem. Ik keek rond. De snaai was nergens te bekennen. Misschien had Harry hem. Harry stond recht op en het leek Wel of hij moest kotsen. Volgens mij houd Harry zijn eten niet meer binnen. Wat is dat? Wat spuugt hij daar uit? Het is goud en rond. Hij heeft de gouden snaai!! Griffoendor wint! ik juichte en rende het veld op. Ik vloog Harry in de armen en greep hem stevig vast. Hij pakte mij ook vaste en lachte. We liet elkaar los en nu vloog Hermelien hem in de armen. Als laatste gaf Ron hem een omhelzing en een boks.