020

Goeie morgen zei ik toen ik in de leerlingenkamer stond. Ik plofte naast Harry neer op de bank. Goeiemorgen zei hij opgewekt. Morgen is het kerst zei ik vrolijk. Ja zei Harry een beetje triest. Je krijgt echt wel wat zei ik. Het is mooi versierd zei hij. Ik heb nog nooit zo'n grote kerstboom gezien zei ik ongelovig. Harry was dat Voldemort gister zei ik. Ik denk het zei hij. We zijn hier veilig toch? Zei ik. Tuurlijk zei hij. Kom we gaan naar de weg-is-weg zei Harry en stond op. Wat gaan we daar doen? Vroeg ik terwijl ik opstond. Ik moet nog wat boeken halen bij klieder en vlek zei hij. We liepen de leerlingenkamer uit de gang in. Kunnen we dan ook even langs braakbal's uilenboetiek zei ik. Ga je een uil kopen? Vroeg Harry. Ja kan ik briefjes sturen zei ik vrolijk. We liepen Zweinstein uit het pad op. Na een tijdje lopen waren we bij de weg-is-weg. Het is druk zei ik. Het is vakantie tuurlijk is het dan druk zei Harry. Ik wurmde me tussen de tovenaars door achter Harry aan. We liepen een grote winkel binnen die vol stond met boeken en schrijfwaren. Eindelijk hebben we klieder en vlek berijpt zei ik opgelucht. Ja het is Hier een stuk rustiger zei Harry. Harry liep naar een kast boeken terwijl ik tegen de trap aan stond te wachten. Ik voelde iets in me rug prikken. Ik naar boven en zag Draco boven tegen de leuning van het balkon aan hangen. Hij draaide zijn ogen van me weg en ik keek ook weer naar beneden. Ik liep naar de kast waar Harry stond. Fijn Malfidus is er ook zei ik geërgerd. Negeer hem gewoon zei Harry. Dat gaat een beetje moeilijk als hij me aan zit te gapen zei ik. Let er niet op zei Harry. Irriteert het jou dan niet zei ik. Een beetje antwoordde hij. Heb je je boeken al veranderde ik van onderwerp. Ik ben bijna klaar zei Harry. Ik liep weer terug naar de trap en ging op een tree zitten. De deur ging open en er kwam een man met lang wit haar naar binnen. Mijn ogen werden groot van schrik. Ik sprong op en liep naar Harry. Er is nog een Malfidus zei ik. Harry keek op en zag de man met de lange witte haren staan. Dat is Draco's vader zei Harry. Joh dat had ik nooit kunnen raden zei ik. Sssst zei hij. Hij trok me mee achter de kast. Hij mag ons niet zien zei Harry. Hoezo niet? Vroeg ik. Hij werkt voor hem zei hij. Mijn ogen werden voor de tweede keer groot van schrik en ik pakte mijn staf. Rustig hij komt ons geen pijn doen zei Harry. Hoe weet je dat zo zeker zei ik. Niet zei Harry. Nou dan gaan we dat uitzoeken zei ik. Hoe? Vroeg hij. Heb je al je boeken? Zei ik. Ja antwoordde Harry. Nou dan gaan we ze betalen zei ik. Harry en ik liepen naar de kassa. Deze graag zei Harry. 7 sikkels en 19 knoeten zei de man achter de kassa. Mogen we er een tas bij zei ik. Tuurlijk juffrouw zei de man. Hij gaf me Harry de tas en we draaiden ons om. We liepen naar de uitgang. Opeens stond Draco voor ons en hield on tegen. Potter zei hij vuil. Malfidus zei Harry. Lewin zei Draco. Malfidus zei ik. Ik zou oppassen als ik jou was zei hij sluw en geheimzinnig. Waarvoor zei Harry. Draco niet zo gemeen zei meneer Malfidus. Hij duwde Draco aan de kant en stond voor ons. Hij pakte Harry's arm en trok hem naar zich toe met zijn andere hande veegde hij Harry's haar aan de kant. Zijn litteken kwam tevoorschijn en meneer Malfidus keek er bewonderd naar. Het is dus waar Harry Potter is de uitverkorene zei hij. Harry slikte. Menner Malfidus wende zich nu tot mij. Hij pakte mijn arm en veegde ook mijn haar weg. Weer keek hij bewonderd naar het litteken. Mijn litteken dit keer. Hij liet me los en gelijk deed ik mijn haar weer goed. Ik ben Lucius Malfidus de vader van Draco. Zo te zien zijn de twee uitverkorene hier samen wat een leuke ontmoeting. Draco grijnsde. Ik weet wie jij bent maar haar naam weet ik nog niet zei hij. Weer grijnsde Draco. Mijn naam is Lucy Lewin zei ik zonder angst. Ik was echt niet bang voor een ouwe man met wit haar. Wat denkt hij wel niet.