Foto bij 021

Hoi ik heb een hele tijd niet geschreven.
Dat komt omdat ik het erg moeilijk had.
Nu nog steeds maar quizlet is een goeie afleiding.
Hier is weer een hoofdstukje

Als u ons nu wilt excuseren zei ik beleefd. Ik liep langs hem heen en trok Harry achter me aan. Ik voelde zijn koude hand om mijn pols. Lus rukken had geen zin daarvoor was zijn greep te sterk. Hij trok me naar zich toe. Niet zo brutaal juffrouw Lewin zei hij op een dreigende toon. Ik deed anders niets verkeerd meneer Malfidus zei ik geïrriteerd terug. Volgens mij waren we in gesprek zei hij weer dreigend. Nou sorry hoor maar wij hebben het erg druk zei ik nu nog geïrriteerder. Ik voelde dat zijn greep verzwakte en trok mezelf los. Ik keek met een winnaars gezicht naar meneer Malfidus die overduidelijk geschokt was. Ik liep samen met Harry klieder en vlek uit. Waar is ook alweer braakbal's uilenboetiek vroeg ik aan Harry. Deze kant op zei hij. Even later liepen we een winkel binnen. Ik keek om me heen en zag overal uilen in uilenkooien. Ik liep samen met Harry naar de toonbank waar een vrolijke meneer achter stond. Kan ik u helpen zei hij vriendelijk. Ik zoek een uil zei ik. Dat lijkt me logisch zei hij. Wat voor uil zoek je vroeg hij daarna. Ik wil het liefst een zwart witte sneeuwuil zei ik. Da heb je groots geluk ik heb er maar 1 zei de man. Ik lachte. Ik had bijna altijd geluk. Momentje zei de man en hij verdwijn achter een grote houten deur. Kijk een aan zei hij toen hij weer voor ons stond. Ik neem hem zei ik. Dat is dan 12 galjoenen en 35 knoeten zei de man vriendelijk. Ik gaf hem het geld dat hij voor de zeldzame uil vroeg. Hij gaf mijn de kooi mer de uil. Harry en ik liepen door de vele mensen heen terug naar Zweinstein. Toen we eindelijk in Zweinstein waren haasten we ons naar de leerlingenkamer. Harry bracht zijn boeken naar de jongens zaal en ik zette mijn uil in de meisjes zaal. Ik liep weer terug en plofte op de bank naast Hermelien. Terwijl jullie weg waren hebben Ron en ik onderzoek gedaan zei ze. En? Vroeg ik nieuwsgierig. Ene Nicolaas Flamel heeft er iets mee te maken antwoordde ze. We moeten Hagrid maar weer overhoren zei Ron. Laten we dat voor kerst doen zei Harry. Morgen dus zei ik. Afgesproken zei Hermelien. We gaan met zijn allen toch? Zei Ron. Ja wat dacht je dan zei Harry. Laat maar zei hij vlug. Goed ik heb een probleem ze ik. Wat? Vroeg Hermelien. Ik weet geen naam zei ik. Waarvoor? Zei Ron. Voor mijn uil sukkel zei ik. Bo riep Harry. Ja dat is een mooie naam ik noem mijn uil Bo zei ik blij. Fijn dat ik kon helpen zei Harry. Ik stond op en liep richting de deur. Sorry jongens maar ik moet nog iets belangrijks doen zei ik. Ik liep door de verlaten gangen op weg naar de deur. Toen ik eenmaal buiten stond begon ik te rennen. Ik rende het pad naar het verboden bos op. Ik liepen over de bladeren en sneeuw tussen de bomen door. Ik voelde de koude wind langs mijn wangen strelen. Heerlijk ik was weer eens buiten. Helemaal alleen zoals vroeger. Het gaf me een rustig gevoel en liet me de tijd nemen om na te denken. Ik liep nog steeds. Langzaam werd het donker maar ik wilde nog niet terug. Uiteindelijk besloot ik rustig terug te lopen voor mensen me zouden gaan zoeken. Toen ik Zweinstein binnen kwam omhelsde de warmte me. Hè jij was lang weg zei Harry die voor me stond. Hoe lang dan vroeg ik verbaasd. Je was uren weg waar zat je zei hij. Op een fijne plek zei ik. Ik liep met Harry naaf de leerlingenkamer. Hij liep gelijk door naar de jongens zaal. Truste hoorde ik hem roepen truste riep ik terug. Zelf ging ik naar de meisjes zaal. Ik trok mijn pyama aan en sprong in mijn bed. Ik viel gelijk in slaap omdat echt moe was.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen