Foto bij 34.

Sorry. Sorry. En nog eens sorry.
Want ik heb echt al veel te lang niet geschreven en er is eigenlijk niet echt een reden voor, maar hier is dus eindelijk weer een hoofdstukje. En vrolijk Pasen (:

De tranen stromen over mijn wangen. Hoog gegil verlaat mijn mond. Mijn arm glijdt steeds verder weg en schaaft langs de schors van de boom. Mijn been brandt verschrikkelijk, alsof er twintig mensen tegelijkertijd in worden gestoken. Het luide gegrom van beren en de klauwen die over mijn been schrapen. Dit ga ik niet volhouden. Ik ga vallen.
Plotseling trekt er iets aan mijn drietand. Ik grijp het nog iets steviger vast, als mijn laatste houvast. Zonder de drietand ben ik niets. Ik mag niet loslaten.
'Laat die drietand los.' klinkt Brianna's stem boven alles uit. 'Nu!'
'Nee.' is alles wat ik uitbreng. Mijn drietand mag niet vallen. Ik moet hem vasthouden.
'Laat nu die drietand los als je niet dood wilt.'
Brianna klinkt zo streng en zeker dat ik de drietand toch maar loslaat. Ik probeer de tak met twee handen vast te pakken en verwacht een bonk te horen zodra de drietand valt. Maar ik hoor niets behalve mijn eigen geschreeuw en het gegrom van de beren. Dan pas dringt het tot me door dat Brianna de drietand vast heeft, en hem hoog op een tak neerlegt waar de beren hem niet kunnen pakken. Ze heeft voor mij de drietand gepakt, om mij te redden. Even voel ik me ongelooflijk dankbaar dat Brianna er is, maar een nieuwe pijnscheut brengt me weer terug in de werkelijkheid. Ik hang nog steeds aan een tak met allemaal mutilanten onder mij die bestuurd worden door het Capitool en die nooit moe worden.
Gelukkig is Brianna nog niet klaar met haar reddingsactie en ze pakt één van mijn armen vast.
'Probeer een beetje mee te werken, oké.'
Langzaam merk ik hoe ik omhoog getrokken wordt en ik probeer zoveel mogelijk mijn eigen lichaam op te trekken. Brianna is veel kleiner dan ik, dus ze moet veel meer moeite doen om mij omhoog te trekken. Al ben ik op dit moment wel blij dat ik al twee dagen bijna niks gegeten ben, hierdoor ben ik wel lichter. Kreunen verlaten mijn mond, terwijl ik op de tak probeer te klimmen. Als afscheidscadeautje geef ik één van de beren onder me nog een trap na met mijn been en dan zit ik eindelijk op de tak. Veilig. Maar niet voor lang.
Ik kan niet lang rusten en pak meteen mijn drietand weer op. Dit is het moment om te zien of de beren kunnen springen. Ik weet niet of normale beren het kunnen, maar deze beren zijn niet eens normaal. Ze zijn gecreëerd door het Capitool en helaas betekent dat in dit geval dat de beer op de één of andere manier op de tak is geklommen waar ik net nog aanhing. Ik denk niet lang na en duw de drietand op de plaats van zijn hart. Hij valt neer, maar er is meteen wel weer een andere beer die zijn plaats kan innemen. Achter me is Brianna bezig om haar messen in de andere beren te gooien.
Het probleem is niet dat wij niet kunnen vechten, of dat de beren niet gewond raken. Maar er zijn zoveel beren. Voor elke die we doden staan er alweer andere klaar om zijn plaats in te nemen.
Ik snap niet waarom het Capitool ons zo wil martelen door mutilanten op ons af te sturen. Over het algemeen vinden ze het veel leuker als de tributen elkaar onderling afmaken. Maar af en toe doden ze zelf gewoon een tribuut, om te laten zien dat ze het kunnen.
Zo hard als ik kan steek ik de drietand weer in de richting van een andere beer. Zweet stroomt vermengd met bloed en tranen over mijn hoofd heen. Hoe fysiek zwaar dit ook is, het gaat nog altijd beter dan tijdens het bloedbad. Want hier hoef ik tenminste niet echte mensen te vermoorden. En een mutilant gemaakt door het Capitool wil ik maar al te graag dood hebben.
Ineens, alsof iemand uit het Capitool ze roept, rennen alle beren weg van de boom en verdwijnen in de verte. Even blijf ik verbijsterd in de verte staren, verdwaasd waarom ze ineens weg zijn gegaan. Blijkbaar vinden de spelmakers dat we wel genoeg verzwakt zijn en hoeven we niet dood. Nog niet.
Bijna een minuut blijven Brianna en ik nog op de uitkijk in de boom staan, om te zien of ze niet toch nog terugkomen. Maar dan besluiten we dat ze echt weg zijn en barsten we in lachen uit. Ik snap ook niet waarom ik lach, maar waarschijnlijk is het van de spanning en de opluchting. We leven nog, en daar gaat het eigenlijk om. We leven nog.

Reageer (2)

  • DreamLight

    heel mooi stukje, en ook vrolijk pasen.

    1 decennium geleden
  • Klaar

    Brianna is echt een goede bondgenoot (:
    En alweer: formidabel stuk (:

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen