Foto bij Opdracht 1 - Schrijfopdracht.

'Jenna!' Jennaaaaa!'
Kreunend kom ik overeind, terwijl mijn tweelingzusjes al op mijn bed staan te springen, zoals ze iedere ochtend doen.
'Jenna! Word nou wakker!'
'Ik ben wakker. Doe maar zachtjes.' antwoord ik, terwijl ik nog in mijn ogen wrijf tegen het felle ochtendlicht. Langzaam kom ik overeind en ik staar direct in twee paar puppy-oogjes, die je niet kunt weigeren. 'Ik zal wel met jullie gaan spelen.' zucht ik. 'Maar ik moet me eerst nog even aankleden, oké?'
Ze knikken tegelijkertijd en rennen dan mijn kamer uit, alvast naar buiten. Nog half-slapend gooi ik wat water in mijn gezicht en trek een simpel geel jurkje aan. Ik heb bijna de hele nacht niet geslapen. De ceremonie van vanmiddag bleef maar de hele tijd door mijn hoofd spoken en zorgde ervoor dat ik nachtmerries kreeg. Al jaren heb ik over dit moment nagedacht. Mijn hele leven draait om deze dag, waarop ik letterlijk de keuze van mijn leven moet maken. En ik weet het niet. Ik weet het domweg niet. Het is niet zoals alle andere keuzes die ik in mijn leven moest maken, waarbij het eigenlijk niet zo veel uitmaakt wat je kiest. Als ik toen het verkeerde had gekozen, jammer, maar geen ramp. Het leven gaat door. En het zal altijd doorgaan, zelfs als ik een verkeerde keuze maak. Alleen heeft die keuze toch wel wat invloed op de manier waarop mijn leven verdergaat. En het zal zeker invloed hebben op de manier waarop ik zal sterven.

Mijn zusjes hebben geen idee van de keuze die ik vandaag moet maken. Voor hen is het gewoon een dag zoals alle anderen. Een dag waarop ze met mij in de boomgaard willen spelen en veel koekjes willen eten. Maar misschien is dit wel de laatste dag dat ze mij zullen zien en dan weten ze dat niet eens. Al is het maar beter dat ze het niet weten. Ik ren achter ze aan en probeer net zo vrolijk met ze te spelen als normaal. Toch heb ik het idee dat het ze moet opvallen dat ik niet zo ben als normaal.
'Misschien moeten we maar teruggaan.' zeg ik zachtjes, mijn stem klink anders. Het trilt en klinkt onzeker. Precies zoals ik me voel.
Voor het eerst doet de tweeling niet moeilijk en rennen ze braaf terug naar ons huis, waar mijn moeder al in de deuropening staat. Een traan rolt over haar wang als ze me ziet, maar ze veegt het snel weg, alsof er niks gebeurt is. Toch kan ik aan haar zien waar ze bang voor is. Dat ze haar oudste dochter kwijt zal raken. Ze stuurt de tweeling naar hun kamer en neemt mij even apart, samen met mijn vader.
'Je weet toch dat we van je houden, wat je ook kiest.' zegt ze met een gebroken stem.
'Het is even belangrijk om dapper, eerlijk, onzelfzuchtig of intelligent te zijn. Je hoeft niet je hele leven de vrede te bewaren als jij dat niet wilt.' neemt mijn vader het over. 'Het gaat erom dat jij gelukkig wordt.'
Met een verbeten gezicht staar ik naar de grond. Ik kan geen woord uitbrengen zonder dat ik in tranen zal uitbarsten, dat weet ik zeker. Ik omhels mijn ouders en we blijven een paar minuten gewoon even stilstaan zonder iets te zeggen. Ze willen me duidelijk maken dat het goed is als ik wegga. Maar misschien wil ik wel helemaal niet weg. Ik weet het niet. Ik weet het echt niet. Ik wil deze keuze niet hoeven maken.
Mijn vader is de eerste die zich losmaakt uit de omhelzing en hij duwt me zachtjes richting de deur. 'Het is bijna tijd, we moeten maar eens gaan.'

In stilte lopen we naar het gebouw waar straks de kiesceremonie plaats zal vinden. Overal om mij heen lopen andere zestienjarigen met hun ouders uit verschillende facties. Sommigen zien eruit alsof ze elk moment kunnen instorten. Anderen lopen zelfverzekerd rond. Maar hoe zelfverzekerd sommigen ook lijken, zij moeten ook getwijfeld hebben en dezelfde angst hebben gevoeld.
Allerlei gedachten schieten door mijn hoofd heen. Iedereen die mij ziet, zal meteen denken dat ik in Vriendschap hoor. Meestal ben ik een erg vredelievend mens een ruzies ga ik liever uit de weg. Maar ik heb altijd gedacht dat ik iets miste. Avontuur, spanning, niet weten wat morgen je brengt. Precies alles waar je in Vriendschap zeker van bent dat je het niet hebt. Maar ik ben niet intelligent genoeg voor Eruditie. Leren is nooit mijn sterkste punt geweest. Ook ben ik veel te egoïstisch en eerlijk zijn is nou ook niet echt mijn ding. En ik zou nooit kunnen vechten of mensen pijn kunnen doen, zoals in Onverschrokkenheid. Alleen de gedachte al aan pijn en bloed maakt me bijna al onwel. Pas ik dan toch wel in Vriendschap? De plaats waar ik alles al ken, waar niets nieuw of spannend is. Of moet ik kiezen voor een nieuwe factie? Een nieuw thuis, een nieuw avontuur.
'Jenna.'
De stem van mijn beste vriendin komt boven de menigte uit. Ik loop naar haar toe en omhels haar. Ik zou haar niet kunnen missen, echt niet.
'Weet je het al?' fluistert ze zachtjes in mijn oor.
Ik schud mijn hoofd. 'Nee.'
Zij blijft in Vriendschap, waar ze ook perfect past. Niemand had ook iets anders verwacht. We hebben al afscheid genomen van een andere vriend, die Vriendschap verlaat. Ook hij was er erg stellig in en was snel klaar met het maken van zijn keuze. Ik blijk de enige te zijn met twijfels.
'Misschien vaarwel.' Mijn stem klinkt leeg, wanneer ik haar weer loslaat en voor de laatste keer naar haar zwaai. Dan draai ik me om en loop weer achter mijn ouders aan het gebouw in. We nemen plaats op de tribune van Vriendschap en mijn moeder knijpt nog even geruststellend in mijn hand. Al stelt het mij niet erg gerust, maar ik weet dat ze het goed bedoelt. Ik zou haar ook niet kunnen missen. En mijn vader en zusjes natuurlijk ook niet. Ik wil ze niet kwijt, maar ik weet ook niet of het wel goed is om te blijven. Ik wil niet weg, maar ik wil ook niet blijven.

De ceremonie begint, maar ik kan mijn aandacht er niet goed bijhouden. Ik staar naar de jongeren die om de beurt met een mes een snee in hun arm maken en hun bloed in één van de vijf bollen, elk voor een andere factie, laten vallen. Het enige wat ik kan denken als ik hun zie, is hoe jaloers ik ben dat zij hun keuze al gemaakt hebben en weten wat ze moeten kiezen.
Veel te snel wordt mijn naam geroepen.
'Jenna Willow Green.'
Voorzichtig sta ik op en loop ik naar het podium. Ik recht mijn rug en probeer zo zelfverzekerd mogelijk over te komen, alsof ik mijn keuze allang gemaakt heb. Maar ik weet vrijwel meteen dat ik hier al in gefaald ben. Iedereen die een blik op mijn gezicht werpt, ziet mijn spanning en twijfel.
Terwijl ik de menigte zo veel mogelijk probeer te negeren, pak ik het mes. Lange tijd blijf ik vertwijfeld met het mes in mijn handen staan. Ik heb nooit van messen en pijn gehouden, dus zelfs als ik zou weten wat ik zou moeten kiezen, dan had ik alsnog niet meteen het mes in mijn lichaam gestoken. Maar ik weet dat iedereen op mij wacht en dus druk ik voorzichtig het mes wat op mijn arm. Tranen springen in mijn ogen, maar ik weet niet of dat door de pijn of door het moment komt. Dan steek ik mijn hand uit boven één van de glazen bollen, terwijl het bloed in stroompjes naar beneden glijdt.
Het is ongelooflijk hoeveel je kunt denken in die paar seconden dat het bloed valt. Twijfels vullen mijn hoofd. Wat als ik verkeerd kies? Ik zal nooit meer terug kunnen.
Maar zodra mijn bloed de aarde raakt, weet ik het zeker. Dit is de goede keuze. Dit is waar ik thuishoor.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen