031
Ron wemel riep ik. Ik liep naar hem toe. Ik ging voor hem staan en sloeg mijn armen over elkaar. Wat moet je zei hij. Praat niet zo tegen mij zei ik. Ik hoorde de jongens in de zaal lachen. Stil zei ik dreigend. Gelijk hielden ze hun mond. Jij gaat nu je excuses aanbieden zei ik boos. Hij keek me onschuldig aan. Zo doe je niet tegen vrienden zei ik. Hij keek weg. Keer me niet de rug toe zei ik. Ik sleurde hem aan zijn oor de trap af. Sorry Hermelien zei Ron en stak zijn hand uit. Hermelien pakte zijn hand en schudde hem. Hij liep vlug terug naar de slaapzaal. Ik plofte weer naast Hermelien. Dank je zei ze. Ik knikte. Niemand mag zo doen tegenzin vrienden, niet zonder zijn excuses aan te bieden zei ik. Jongens, ik ga naar bed zei Hermelien. Ik ga ook zei Harry. Truste zei ik. Ga je niet mee vroeg Hermelien. Ik ga zo zei ik. Truste zei Harry. Langzaam aan gingen er steeds meer mensen naar bed. Ik zat alleen in de leerlingenkamer op de de bank. Ik keek naar het vuur. De vlammen dansten voor mijn ogen. Het herinnerde me aan vroeger. Een naar moment. Iets waardoor ik bang was geworden voor vuur. Ik zag alles weer voor me. Een klein gedoofd kaarsje. Ik lag in bed. Midden in de nacht kreeg ik warm. Ik zag het kaarsje dat eerst nog uit was brandend op de vloer liggen. Ik gilde. Grote vlammen voor de deur. Langzaam verspreidde het zich. Ik rende door het vuur. Mijn voeten deden zeer. Ik rende zo hard ik kon de trap af. Mijn neef lag op de grond met een grote balk op zijn rug. Ik hoorde zijn zachte stem. Lucy ga naar buiten zei hij. Ik luisterde niet en probeerde de balk van hem af te halen. Overal vuur. Het verspreidde zich steeds sneller. Balken vielen naar beneden. Tranen liepen over mijn wangen. Het vuur kwam steeds dichter bij. Ik kreeg het steeds heter. Ik snakte naar adem. Help riep ik zo hard ik kon. Ik hoorde mijn neef schreeuwen. Zijn benen stonden in de vik. Ik zag hem verbranden. Ik begon te schreeuwen. Ik kromp in elkaar. Tranen stroomden over mijn wangen. Twee handen tilden me op. Doorzoek het huis riep een zware stem. Nog niet moe, Lucy hoorde ik twee stemmen zeggen. Ik schrok op uit mijn gedachten. Nee zei ik. Ik voelde een traan over mijn wang stromen. Twee jongens met oranje haar gingen naast me zitten. Beide aan een andere kant. Fred en George wemel, moeten jullie wat van me. Ik zou maar naar bed gaan zei Fred. De leraren komen zo controleren zei George. Ik stond op en liep de trap op. Truste zei ik. Truste zei de tweeling tegelijk. Ik zag steeds het verbrande lichaam van mijn neef voor me. Ik trok snel mijn pyjama aan en ging in bed liggen. Gelijk viel ik in slaap. Steeds zag ik vuur. Het verbrande lichaam voor mijn neus. Opnieuw en opnieuw voelde ik de pijn die ik toen gevoeld had. Het verdriet. Ik hoorde zijn geschreeuw, mijn geschreeuw.
Reageer (2)
Haaha hoe ze ron bij zijn oor pakt en mee sleurt naar beneden
1 decennium geledenOMG zo eng met vuur en verbrande lichaam :o
Leuk verhaal, maar je mist de aanhalingstekens teken bij de zinnen voor de rest: verder!!
1 decennium geleden