033
Eindelijk was het twaalf uur. Ik sprong uit bed en maakte Hermelien wakker. Ik ga niet mee zei ze. Ik ging er verder niet op in en liep zachtjes naar de leerlingenkamer. Harry stond al klaar. Met zijn tweeën dus zei ik. Harry deed zijn mantel om en ik draaide aan mijn ketting. Beide waren we onzichtbaar. We slopen stil over de gangen richting de bibliotheek. We doorzochten de verboden afdeling. Voetstappen kwamen onze richting op. Harry liet de lantaarn vallen. Vlug deed hij de mantel om en draaide ik weer aan mijn ketting. Vilder stond nu in bibliotheek. Zachtjes slopen we achter hem langs. Op de gang stond professor Sneep te babbelen met professor Krinkel. Hij greep met zijn hand richting Harry maar Harry zette vlug stappen achteruit. Nu haasten we ons naar de leerlingenkamer. We liepen een kamer in waar licht brandde. Een spiegel stond midden in de ruimte. Harry gooide zijn mantel op de grond en ging er voor staan. Ik draaide aan mijn ketting en werd weer zichtbaar. Harry legde zijn hand op zijn schouder. Harry is er wat zei ik. Blijkbaar bestond ik niet meer. Moet je zien zei hij plots. Ik ging op de plek staan waar hij net had gestaan. Zie je ze, mijn ouders zei Harry. Nee, ik zie de mijne zei ik. Zo te zien hebben jullie de spiegel ontdekt zei een stem. Ik draaide me om en zag professor Perkamentus staan. Het wordt tijd dat ik de spiegel ga verplaatsen, de vorige keer dat iemand hem vond raakte hij geobsedeerd door wat te spiegel hem liet zien hij zat dagen, weken, maanden voor die spiegel zei de professor. Professor wat laat hij zien zei ik. Je liefste wensen zei hij. Ik draaide me om en keek nogmaals in de spiegel. Ga maar gouw naar jullie leerlingenkamer en zorg dat niemand je ziet zei hij. Harry pakte zijn mantel en sloeg die om zich heen. Vlug draaide ik aan mijn ketting. We liepen zachtjes door de gangen. Zachtjes ging de dikke dame open. Harry liep naar binnen. Kom je zei hij. Ga maar ik kom zo zei ik. Ik draaide me om en liep de trappen weer af. Ik zag professor Perkamentus zijn kantoor in gaan. Ik liep terug naar de ruimte waar de spiegel stond. Voor de spiegel draaide ik weer aan mijn ketting. Tranen liepen over mijn wangen. Ik miste mijn ouders. Ik wilde zo graag dat ze uit die spiegel komen en zeggen dat het maar een droom was, maar dit alles is geen droom. Dit is mijn dagelijkse nachtmerrie die bestaat uit leuke en slechte dingen, momenten, herinnering en woorden. Ik ging voor de spiegel zitten en bleef ernaar staren. Ik wilde hier voor eeuwig blijven. Het licht dat net nog in de kamer was, verdween. Angstig keek ik om me heen. Voetstappen kwamen dichterbij. Ik draaide aan mijn ketting, niemand kon me nu nog zien. En Ron, zie je ze zei een bekende stem. Harry was ook terug gegaan maar dan met Ron. Ik besloot mezelf niet te laten zien. Nee, ik zie ze niet zei Ron. Wat zie je dan zei Harry teleurgesteld. Ik zie mezelf, ouder en ik ben zwerkbal kampioen zei Ron blij. Harry keek naar zijn voeten. Messchien laat deze spiegel de toekomst zien zei Ron. Dat lijkt me niet, hij laat je liefste wens zien zei Harry. Hoe weet jij dat zei Ron. Dat vertelde professor Perkamentus zei Harry. Weer voetstappen die deze kant op kwamen. Vooruit naar je leerlingenkamer jullie drie zei professor Perkamentus die aan was komen lopen. We zijn maar met twee zei Ron verbaasd. Lucy, kom eens te voorschijn zei de professor. Ik draaide aan mijn ketting en werd zichtbaar. Jij was hier ook zei Harry. Nou vooruit wegwezen zei de professor. Ik draaide aan mijn ketting en Harry gooide de mantel over zichzelf en Ron.
Reageer (1)
Haha perkie is slim
1 decennium geledenYaaay
snel veder