Rhai lag op zin rug en opende langzaam zijn ogen en keek naar de donkere plafond boven zich. Hij was ten minste gerustgestelld dat hij zijn ogen kon openen, maar aan de andere kant was hij nog steeds bang dat hij zijn ogen niet meer zou kunnen openen.
Rhai kwam overeind en keek de kamer rond, het peertje gaf nog steeds licht. Op de stoel lag zijn blouse en trok die weer aan om vervolgens de kelder uit te lopen. Hij liep de gang op en nam de trap in de grote hal naar boven als er een persoon langs hem liep. Rhai keek de jongeman aan en hij had niet in de gaten dat hij hier liep.
Rhai kuchte licht en de man draaide zich geschrokken om. 'Kan ik u ergens mee helpen?' vroeg Rhai die de man van top tot teen bekeek. Hij was lang, had donker haar en een bril.
Hij zag er klungelig uit.
'Nee, ik was wat aan het rondkijken, maar jij moet vast de beheerder van dit huis zijn?' vroeg hij plotseling en Rhai had niet gedacht wat de jongeman zei.
'Dan moet ik u teleurstellen, maar ik ben helaas niet de beheerder van dit huis, die is twee weken geleden weggegaan, maar neem me niet kwalijk ik moet ervandoor,' sprak Rhai en liep de trap weer op en had nu niets in de gaten dat Rhai gevolgd werd door de man die hij zojuist ontmoet had.
Onderweg naar de studeervertrek botste hij tegen Thomas op.
Ze keken elkaar kort aan toen Thomas begon te spreken: 'Het eten staat klaar, ik had al op je gewacht.' Rhai knikte en liep achter zijn broer aan. 'Ik kwam een man tegen op de trap en...'
'Die man is Alchom, hij was op verzoek van de beheerder hierheen gekomen, laten we tijdens het eten vragen wat hij hier te zoeken heeft,' maakte Thomas, Rhai's zin af.
Rhai en Thomas liepen de trap af naar de enorme eetzaal als de man in de hal alles aan het bewonderen was.
'Het is tijd om te eten,' riep Thomas en de man keek op en kwam naar ons toegelopen. 'Heerlijk ik begon al aardig trek te krijgen,' sprak Alchom en liep achter de twee jongens aan naar de enorme eetzaal.
In de eetzaal stond een enorme glazen tafel met een stuk of tien stoelen aan weerkanten en twee op elke kop.
'Neem plaats,' sprak Rhai grijnzend en liep langs Thomas naar de andere kant van de kamer en ging aan zijn kant aan tafel zitten en Thomas aan de andere kant. Alchom besloot om in het midden te zitten.
Tijdens het opdienen van het eten dat door een magere kok geserveerd werd, werd er niks gesproken totdat Alchom de stilte verbrak: 'Mag ik vragen hoe jullie heten?' sprak hij en Rhai liet zijn bestek op tafel vallen, waarbij dat een hoop lawaai maakte.
'We eten hier in stilte, alsjeblieft.' Rhai had altijd in stilte gegeten, maar nu die man de stilte verbrak, begon Thomas weer.
'Maar natuurlijk, ik ben Thomas en mijn broer aan de andere kant is Rhai,' beantwoorde hij zijn vraag op die van de man. Alchom begreep het en nam weer een hap. 'Dus jullie zijn broers?'
Nu had Rhai er schoongenoeg van. 'Ik wil in alle stilte eten, en dan moet jij Thomas weer op zijn vraag beantwoorden,' vuurde hij op Thomas af.
'Rhai, hij is een gast en die weet niets hoe hier de gewoontes zijn.'
'Nou, als ik aan hem begin te irriteren neem ik hem als toetje..'
Rhai..'
'Ik hoop dat hij beter smaakt dan de vorige die hier gelogeerd had,' ging Rhai verder zonder naar Thomas te luisteren.
'Rhai!' De ogen van Rhai schoten open. Hij kon zich weer niet houden en flapte er gewoon uit. Rhai keek de man aan die met grote ogen het gesprek gevolgd had. Rhai schoof zijn stoel naar achteren en liep de eetzaal uit.
'Let maar niet op mijn broer hij is geen gasten gewend,' sprak Thomas en ging weer rustig door met eten en het was nu eindelijk stil.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen