De zon die over de horizon opkwam bracht de vlakte een rode kleurenspel. Het droge land, dat voor vijftig procent uit groen bestond was verbrand, zwaarden en speren stonden overal overeind. Vuur dat het laatste beetje gras meenam voordat het uitviel.
De stilte van de dood was over de uitgestrekte vlakte te horen, mannen die hun zwaarden lieten vallen, metaal op metaal door gevechten. Strijdkreten van kwaad, angst en van degene die verloren.
Paarden die hun laatste kreet slaakte voordat ze ter aarde vielen en het gebrul van de draak boven het land. De kleine jongen hoogstens negen jaar, met spierwit haar, en kleine schitterende blauwe ogen keek naar het land dat bezaaid was met lichamen van vrienden, vijanden, kinderen en dieren.
Hij stond bovenaan de heuvel en had een klein popje vast in de vorm van een draak. Hij was te jong om te begrijpen wat hier zojuist gebeurd was. 'Papa...' riep hij over de vlaktes, maar niemand antwoorde.
'Mama...' Riep hij nog eens, maar tevergeefts. De witharige jongen liep de heuvel af en liep zo ver als zijn kleine benen hem konden dragen over de vlakte opzoek naar zijn ouders.
Hij voelde een eenzaamheid in zijn lichaam en vedriet, omdat hij zijn ouders niet kon vinden. 'Mama..Papa,' schreeuwde hij bijna en er werd weer niet geantwoord totdat hij twee enorme gedaantes bij het meer zag liggen.
De jongen rende naar de gedaantes toe en bleef op een afstand staan en de tranen rolde over zijn wangen en liep nu naar de enorme zwarte draak die met zijn enorme kop dicht bij de zilveren draak lag.
'Pap, word wakker...pap... Het is tijd om te gaan...We moeten zusje vinden,' zei hij tussen zijn tranen door, maar de twee gedaantes gaven geen antwoord. 'Mam, ik ben gevlucht zoals je zei, ik ben opzoek gegaan naar zusje,' ging hij verder, maar niemand gaf antwoord totdat er een schaduw onder hem verscheen. De jongen draaide zich geschrokken om en keek naar de vrouw, gehuld in een rode gewaad aan. Ze had lang wijnrood golvend haar en haar ogen leken wel vuur. De jongen nam een aantal passen naar achteren en wachtte af wat er gebeuren zou.
'Kom maar mijn zoon, ik doe je geen kwaad, vanaf vandaag ben je mijn eigen kind,' sprak ze met een prachtige vrouwelijke stem en de kleine jongen liet zijn pop vallen en stapte naar de vrouw toe die haar armen om het kleine jongetje sloeg.
Het jongetje huilde. 'stil maar mijn kind, vanaf vandaag ben je niet langer alleen. Mijn kleine Lyron.' De vrouw nam het jongetje mee en ze verdwenen in het niets.

Reageer (2)

  • LordFantasy

    Ben je nou weer opnieuw begonnen met The Legend Of Gabora?
    Het spreekt me in ieder geval enorm aan :)

    9 jaar geleden
  • Totodile

    Wow, dit begint echt heel goed!
    Ik zou dit verhaal zo lezen. :D

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen