Muisbont, Muisbont! Witpoot stormde door het kamp, op zoek naar Muisbont. Muisbont, waar ben je? Riep ze nog eens, maar ze kreeg geen antwoord. Roodstaart, Roodstaart, weet jij waar muisbont is? Vroeg Witpoot, en ze rende zowat tegen Roodstaart op. Hee hee rustig, zei hij. Ja, ze is uit jagen. Oke, wanneer komt ze terug? Vroeg Witpoot. Ze zei dat ze voor zonhoog terug in het kamp zou zijn, zei Roodstaart en hij liep weg richting de prooihoop. Jammer, dacht Witpoot bij zichzelf. Ik wou weer eens trainen met mijn mentor. Dan wacht ik wel tot zonhoog, zei ze hardop tegen zichzelf, en ging naar het leidershol. Daar lag nu Braamklauw, die de leiding had gekregen over het kamp. Braamklauw, Braamklauw, mag ik gaan jagen? Riep Witpoot en rende het hol in. Tuurlijk, zei Braamklauw. Maar wees voor zonhoog terug. Doe ik, zei Witpoot en ze ging het hol weer uit. Onderweg vroeg ze of Stropels en Doornklauw mee uit jagen gingen. Tuurlijk, hadden ze gezegt, en ze trippelden achter Witpoot aan, de doorntunnel uit. Waar gaan we jagen? Vroeg Witpoot de 2 krijgers. Eeh... zullen we naar de zonnerotsen? Stelde Stropels voor. De andere 2 katten snorden goedkeurend, en ze gingen achter Stropels aan. Toen de zonnerotsen in zicht kwamen, klonk ineens een kreet. De 3 DonderClankatten schrokken zich rot. Dat klinkt als Muisbont! Schreeuwde Witpoot, en rende naar de zonnerotsen. Stropels riep nog: nee! Wacht! Maar het was al te laat.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen